Vragen van de leden Kröger en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht «Greenpeace spant kort geding aan om biomassameestook RWE te stoppen» (ingezonden 18 augustus 2017).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 6 september 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Greenpeace spant kort geding aan om biomassameestook RWE te stoppen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4 en 5

Deelt u de mening van de partijen die deze zaak hebben aangespannen dat het van groot belang is dat er goede, inhoudelijke afspraken komen over de herkomst van het zaagsel vóórdat wordt begonnen met het bijstoken?

Klopt het dat er slechts procesafspraken zijn gemaakt over de herkomst van het zaagsel en dat hier nog geen inhoudelijke overeenstemming over is bereikt?

Deelt u de mening dat het voorbarig was om de subsidie voor biomassabijstook uit te keren voordat er duidelijke, inhoudelijke afspraken waren over de herkomst van het zaagsel?

Bent u bereid de subsidie voor biomassabijstook terug te trekken totdat er een duidelijke afspraak over de herkomst van het zaagsel is gemaakt?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

Zoals ik uw Kamer op 18 maart 2015 (Kamerstuk 30 196, nr. 300) heb geïnformeerd zijn er naar aanleiding van het Energieakkoord (waarbij de rijksoverheid partij is) afspraken gemaakt over de duurzaamheidscriteria van biomassa voor energietoepassingen. Hierin is een onderscheid gemaakt tussen biomassa die direct uit het bos wordt gehaald (primaire residuen) en biomassa die in zagerijen (als zaagsel) vrijkomt bij de productie van bijvoorbeeld bouwmaterialen (secundaire residuen). Deze biomassastromen kunnen beiden worden gebruikt voor de productie van houtpellets die als brandstof in de kolencentrales worden toegepast. De afspraken over de duurzaamheidscriteria heb ik opgenomen in de SDE+ regeling en in de afgegeven subsidiebeschikkingen. Voor zover zij voldoen aan de duurzaamheidscriteria uit de SDE+, is het aan de energiebedrijven zelf om te bepalen bij welke producent zij welke biomassa kopen.

Daarnaast hebben de energiebedrijven en natuur- en milieuorganisaties een privaatrechtelijk convenant met aanvullende afspraken afgesloten, om het vertrouwen tussen de partijen te vergroten dat de bij- en meestook op verantwoorde wijze plaatsvindt. De rijksoverheid is geen partij bij dit convenant. Voor de beoordeling of een energiebedrijf voor subsidie in aanmerking komt voor de bij- en meestook van biomassa zijn de afspraken die zijn gemaakt in het private convenant niet relevant.

In het private convenant is een geschillenprocedure opgenomen, die nu wordt toegepast voor het geschil over de bij- en meestook van houtpellets uit zaagsel (secundaire residuen). Dit geschil betreft een verschil van interpretatie ten aanzien van de gemaakte afspraken. Gelet op het privaatrechtelijke karakter van de afspraken uit het convenant, wil ik mij niet mengen in deze discussie. Eventuele niet-nakoming van afspraken uit dit convenant heeft, tenzij daarmee tevens de duurzaamheidscriteria uit de SDE+ worden geschonden, ook geen consequenties voor het publiekrechtelijke subsidieverlening voor de bij- en meestook van biomassa.

Naar boven