Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister
van Infrastructuur en Milieu over websites als zorgtoeslag.nl en mijntheorieaanvragen.nl
(ingezonden 23 juni 2017).
Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 30 augustus 2017).
Vraag 1
Bent u bekend met websites als zorgtoeslag.nl en mijntheorieaanvragen.nl, alsmede
met de antwoorden op eerdere vragen?1
Vraag 2
In hoeverre zijn de antwoorden op deze vragen uit 2011 nog actueel?
Antwoord 2
De toen gegeven antwoorden ten aanzien van het rijksbeleid zijn nog actueel. Er zijn
geen bezwaren tegen het verlenen van dit soort intermediaire diensten zolang de betreffende
websites zich voldoende onderscheiden van de overheidswebsites en het voor de consument
helder is wat de (aanvullende) kosten van de dienstverlening zijn.
Vraag 3
Wat is het wettelijk kader om aanbieders van websites die misbruik maken van overheidsdiensten
aan te pakken?
Antwoord 3
Het wettelijk kader bestaat uit o.a. de Dienstenwet, de Wet oneerlijke handelspraktijken
en de Wet handhaving consumentenbescherming.
Wanneer dienstverleners gebruik maken van websites die qua inhoud of qua kleurgebruik,
lettertype en vormgeving sterk lijken op websites van de overheid, dan maken zij inbreuk
op de rijkshuisstijl (inbreuk op merkenrecht). Dergelijke websites zijn bovendien
misleidend omdat burgers zouden kunnen menen met de overheid te doen te hebben. Dienstverleners
die dergelijke websites gebruiken, kunnen worden aangesproken wegens onrechtmatig
handelen.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat, als men «cbr theorie aanvragen» googelt, er drie advertenties
bovenaan verschijnen met betrouwbaar klinkende webadressen, die fors meer geld vragen
voor een theorieaanvraag dan via cbr.nl, terwijl de voorwaarden op cbr.nl hetzelfde
zijn?
Antwoord 4
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven is het niet verboden om intermediaire
diensten aan te bieden. Het punt is echter dat de consument niet misleid mag worden.
Dat betekent dat intermediaire websites duidelijk moeten maken dat het om commerciële
dienstverlening gaat en dat zij vooraf eerlijk moeten zijn over de kosten. Ook dienen
ze ten aanzien van vormgeving, kleurgebruik en lettertype voldoende onderscheidend
te zijn ten opzichte van de overheidswebsites.
Het feit dat een aantal van deze sites bovenin de zoekmachines staat, komt dikwijls
omdat het advertenties betreft. De overheid streeft ernaar om zo goed mogelijk uit
de zoekmachines te komen, maar heeft geen invloed op het advertentieblok. Net zoals
burgers alert behoren te zijn op phishing en andere malafide internetpraktijken, vragen
de ontwikkelingen op internet ook dat burgers zichzelf vergewissen of ze de juiste
website bezoeken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de toegevoegde waarde van deze partijen nihil is, nu overheidswebsites
hetzelfde aanbieden tegen lagere kosten? Deelt u de observatie dat deze websites hun
best doen zo veel mogelijk op overheidswebsites te lijken? Kunt u zich voorstellen
dat mensen zich bedrogen voelen door websites als zorgtoeslag.nl en mijntheorieaanvragen.nl?
Antwoord 5
De toegevoegde waarde van intermediaire websites verschilt per type dienstverlening.
Het is de klant die bepaalt of hij daaraan behoefte heeft en die dat afweegt tegen
de (meer)prijs.
Als de websites zeer sterk lijken op overheidswebsites en er geen melding wordt gemaakt
dat het gaat om commerciële dienstverlening kan er sprake zijn van misleiding.
Vraag 6
Welke mogelijkheden hebben instanties als de Belastingdienst en het Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) om websites aan te pakken die misleidende diensten aanbieden?
Wat gaat u doen om dit soort misleidende websites te bestrijden?
Antwoord 6
Als commerciële websites teveel lijken op overheidswebsites wordt actie ondernomen
richting de desbetreffende sites. Dit begint met een waarschuwingsbrief en een sommatie
de webpagina aan te passen en aangepast te houden. De ervaring leert dat hier doorgaans
gehoor aan wordt gegeven. Indien een dienstverlener geen gehoor geeft aan het verzoek
zijn webpagina aan te passen, dan kunnen juridische stappen ondernomen worden. Organisaties
als het CBR waarschuwen hun publiek geregeld via hun websites en via social media
voor misleidende websites.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 593