Vragen van de leden Servaes (PvdA), Ten Broeke (VVD), Jasper vanDijk (SP), Knops (CDA),
Sjoerdsma (D66), Voordewind (ChristenUnie), Grashoff (GroenLinks) en Van der Staaij
(SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het gebruik van chemische wapens
in Darfur (ingezonden 30 september 2016).
Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 oktober 2016).
Vraag 1
Bent u bekend met het vandaag gepresenteerde schokkende rapport «Scorched earth, poisoned
air» van Amnesty International, waarin wordt geconcludeerd dat sinds januari 2016
ten minste 30 aanvallen met mogelijke chemische wapens hebben plaatsgevonden in Darfur
(Soedan) door voornamelijk de Soedanese luchtmacht, waarvan de laatste op 9 september
jongstleden?
Vraag 2
Wat is uw reactie op de verschrikkelijke bevindingen in dit rapport, waarin wordt
gesproken over een schatting van tussen de 200 en 250 doden door chemische wapens,
onder wie veel kinderen, maar ook over andere schendingen van mensenrechten zoals
verkrachtingen, het vernielen van dorpen en het bewust aanvallen van burgers?
Antwoord 2
De schendingen van de mensenrechten die genoemd worden in het rapport zijn afschuwelijk.
Veel van de genoemde schendingen zijn al eerder gerapporteerd. Ook andere mensenrechtenorganisaties
hebben bijvoorbeeld gewezen op het bombarderen van burgers en civiele doelen, verkrachting
en ontvoering van vrouwen, vernietiging van hele dorpen en gedwongen ontheemding.
Nieuw en bijzonder ernstig zijn de in het rapport beschreven aanvallen met chemische
wapens. Deze bevindingen moeten onmiddellijk nader worden onderzocht door de daartoe
geëigende internationale instanties. Als het gebruik van chemische wapens, zoals gedefinieerd
in het Chemische Wapensverdrag, wordt bevestigd dan is dit volstrekt onaanvaardbaar.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat de gezamenlijke vredesmissie van de VN en de Afrikaanse Unie
in Darfur, UNAMID, geen toegang heeft gekregen van de Soedanese autoriteiten tot het
getroffen gebied Jebel Marra en dat ditzelfde geldt voor hulporganisaties? Zo ja,
op welke manier wordt geprobeerd om in VN-verband af te dwingen dat deze toegang zo
snel mogelijk wel wordt verleend en ook in de toekomst blijvend zal worden verleend?
Antwoord 3
De vredesmissie UNAMID en hulporganisaties hebben geen toegang tot grote delen van
het Jebel Marra gebied. Onbelemmerde toegang tot Jebel Marra en andere conflictgebieden
in Sudan staat voortdurend op de agenda in gesprekken tussen de VN en de Sudanese
overheid. Ook Nederland benadrukt, bilateraal en in EU-verband, in alle contacten
met de Sudanese overheid het belang van toegang tot dit gebied en zal hier aandacht
voor blijven vragen.
Vraag 4
Bent u bereid om volgens Artikel IX van de Chemische Wapens Conventie, die is geratificeerd
door zowel Nederland als Soedan, de Uitvoerende Raad van de Conventie zo snel mogelijk
te verzoeken om Soedan om opheldering te vragen over de in het rapport genoemde zaken?
Bent u vervolgens ook bereid om, volgens lid 8 van Artikel IX, een inspectie ter plaatse
te laten uitvoeren indien Soedan niet met adequate opheldering komt? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Direct na publicatie van het rapport heeft Nederland aangedrongen op nader onderzoek
door de OPCW. De OPCW heeft het rapport van Amnesty International inmiddels bestudeerd
en aangegeven dat het, zonder nadere informatie en bewijs, op basis van de inhoud
van het rapport nog geen definitieve conclusie kan trekken. De Directeur-Generaal
OPCW zal de kwestie blijven onderzoeken en heeft Sudan met spoed om nadere informatie
verzocht. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwgezet en onderhoudt contacten met
de OPCW en gelijkgezinde landen. Tijdens de Uitvoerende Raad van de OPCW heeft de
Nederlandse delegatie de kwestie aan de orde gesteld. Nederland heeft de OPCW verzocht
om proactief optreden en de Staten Partijen actief over de bevindingen te informeren.
Vraag 5
Op welke manier bent u bereid om in samenwerking met internationale partners in EU-
en VN-verband alles op alles te zetten om, indien blijkt dat Soedan daadwerkelijk
chemische wapens heeft ingezet, te zorgen dat dit niet onbestraft blijft?
Antwoord 5
Indien wordt bevestigd dat Sudan chemische wapens heeft ingezet is dat een onaanvaardbare
schending van het internationaal humanitair recht en van Sudan’s verplichtingen als
partij bij het Chemische Wapensverdrag. Nederland zal er in dat geval, uiteraard in
nauwe samenwerking met EU-partners en andere gelijkgezinde landen, alles aan doen
om de entiteiten en/of personen die hiervoor verantwoordelijk zijn geweest te identificeren
en verantwoording voor hun daden te laten afleggen. Het ligt in de rede dat in dat
geval deze kwestie ook aan de orde wordt gesteld in de VN-Veiligheidsraad.