Vragen van de leden Van Helvert en Knops (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de confiscatie van 50 kerken, kloosters en begraafplaatsen door Turkije (ingezonden 28 juni 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 31 juli 2017).

Vraag 1 en 2

Hoe beoordeelt u de berichtgeving over de confiscatie van 50 kerken, kloosters en begraafplaatsen door Turkije in de provincie Mardin?1

Klopt het dat de kerken, kloosters en begraafplaatsen onteigend en overgedragen zijn aan het Turkse presidium voor godsdienstzaken (Diyanet)?

Antwoord op vraag 1 en 2

Formeel is er sprake van eigendomsoverdracht naar aanleiding van bestuurlijke herindeling binnen de provincie Mardin. Volgens de Turkse autoriteiten is dit conform de geldende wet- en regelgeving gebeurd en gaat het niet om confiscatie. Het Turkse Directoraat voor Godsdienstzaken Diyanet heeft op 23 juni jl. berichten ontkend dat sommige eigendommen aan deze instantie zijn overgedragen. Op 5 juli jl. bevestigde de grootstedelijke gemeente Mardin dat deze eigendommen niet aan Diyanet zijn overgedragen. Het effect van de bestuurlijke herindeling is dat een aantal eigendommen die al meer dan duizend jaar in gebruik zijn bij de Aramese gemeenschap nu eigendom zijn geworden van de Turkse staat.

Vraag 3

Is het waar dat Arameeërs al decennialang getroffen worden door confiscatie van bezittingen in het oostelijke deel van de provincie Mardin en dat de drieduizend Arameeërs die daar nog altijd wonen te maken hebben met ruim 300 rechtszaken die betrekking hebben op confiscatie van bezittingen?

Antwoord 3

Er is inderdaad al langere tijd sprake van rechtszaken omtrent onteigening van Aramese eigendommen in de provincie Mardin.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat deze schandalige praktijken, ook in het licht van de Armeense genocide, in de meest krachtige bewoordingen veroordeeld dienen te worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke diplomatieke stappen bent u bereid te zetten in reactie op deze mensenrechtenschendingen?

Antwoord 4

De ambassade in Ankara onderhoudt over deze zorgelijke kwestie nauw contact met de Aramese gemeenschap en NGO’s die zich bezighouden met de rechten van minderheden in Turkije. Nederland zal de rechten van religieuze minderheden in Turkije bij de autoriteiten blijven aankaarten. Samen met een aantal andere EU-ambassades zal de situatie van de christelijke minderheden ter plekke zo spoedig mogelijk door middel van een veldbezoek verder worden onderzocht.

Vraag 5 t/m 8

Heeft u bovendien begrip voor de ontgoochelde en geschokte reactie van de Conferentie van Europese Kerken (CEK) op de door de Turkse overheid georganiseerde Koranlezing in de Aya Sofia, een voormalige Byzantijnse kerk, sinds 1934 een museum dat symbool staat voor het ideaal van de godsdienstvrijheid in het moderne Turkije?2

Hoe beoordeelt u het feit dat deze lezing, waar de Turkse Minister van Religieuze Aangelegenheden Görmez bij aanwezig was, live op de Turkse staatstelevisie werd uitgezonden?

Deelt u de vrees van Griekenland dat de Turkse regering het werelderfgoed van de Aya Sofia probeert in een moskee te veranderen, uitgerekend op het moment dat de dialoog tussen de godsdiensten zo noodzakelijk is?

Bent u bereid bilateraal en multilateraal stelling te nemen tegen deze provocatie?

Antwoord 5 t/m 8

De Nederlandse regering acht het van groot belang dat de Haga Sophia met haar eeuwenoude geschiedenis, haar grote betekenis voor zowel het christendom als de islam en haar status als UNESCO-werelderfgoed niet de inzet wordt van onnodige provocaties van welke aard dan ook. Nederland zal dit waar opportuun benadrukken richting de Turkse autoriteiten.

Vraag 9

Bent u tevens bereid te erkennen en benoemen dat het islamitisch fundamentalisme onder de regering Erdogan een belangrijke ideologische grondoorzaak is van de toenemende repressie en christenvervolging in Turkije? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9

Het gaat op dit moment te ver om te stellen dat er in Turkije sprake is van systematische christenvervolging. Wel blijven de rechten en positie van christelijke minderheden een zorgpunt. De Nederlandse regering zal Turkije als lidstaat van de Raad van Europa en kandidaat-lidstaat van de Europese Unie dan ook blijven aanspreken op de internationaalrechtelijke verplichtingen die het land is aangegaan ten aanzien van de bescherming van deze minderheden.

Naar boven