Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Ten Broeke (VVD), Karabulut (SP), Van Raan (PvdD), De Roon (PVV) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de confiscaties door Turkse overheid van Aramese kerken en kerkbezittingen (ingezonden 29 juni 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 juli 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat de Turkse overheid een decreet heeft uitgevaardigd waarmee meer dan 50 kerken en kloosters in eigendom komen van het Turkse ministerie voor godsdienstzaken (Diyanet)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Kunt u bevestigen dat het hier inderdaad gaat om confiscatie van Aramese kerken en bezittingen?

Wat is de rechtvaardiging die de Turkse overheid hiervoor geeft?

Antwoord 2, 3

Formeel is er sprake van eigendomsoverdracht naar aanleiding van bestuurlijke herindeling binnen de provincie Mardin. Volgens de Turkse autoriteiten is dit conform de geldende wet- en regelgeving gebeurd en gaat het niet om confiscatie. Het Turkse Directoraat voor Godsdienstzaken Diyanet heeft op 23 juni jl. berichten ontkend dat sommige eigendommen aan deze instantie zijn overgedragen. Op 5 juli jl. bevestigde de grootstedelijke gemeente Mardin dat deze eigendommen niet aan Diyanet zijn overgedragen. Het effect van de bestuurlijke herindeling is wel dat een aantal eigendommen die al meer dan duizend jaar in gebruik zijn bij de Aramese gemeenschap nu eigendom zijn geworden van de Turkse staat.

Vraag 4, 5

Hoe beoordeelt u deze jongste maatregel gericht tegen deze christelijke minderheid?

Bent u bereid hierover opheldering te vragen bij de Turkse overheid? Bent u tevens bereid uw Europese collega’s op te roepen tot een gezamenlijke krachtige stellingname hiertegen?

Antwoord 4, 5

De ambassade in Ankara onderhoudt over deze zorgelijke kwestie nauw contact met de Aramese gemeenschap en NGO’s die zich bezighouden met de rechten van minderheden in Turkije. Nederland zal de rechten van religieuze minderheden in Turkije bij de autoriteiten blijven aankaarten. Samen met een aantal andere EU-ambassades zal de situatie van de christelijke minderheden ter plekke zo spoedig mogelijk door middel van een veldbezoek verder worden onderzocht.

Naar boven