Vragen van de leden Karabulut en Van Nispen (beiden SP) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over de mogelijke uitlevering van Saïd C. (ingezonden 3 juli 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 14 juli 2017).

Vraag 1 t/m 4

Wat is uw reactie op het bericht «Marokkaanse activist aangehouden na uitleveringsverzoek»?1

Wat is de feitelijke gang van zaken geweest? Waarom is na aanvankelijke weigering nu wel tot aanhouding overgegaan?

Welke garanties zijn er precies gegeven door Marokko en hoe weegt u deze? Is uitgesloten dat de verdachte een eventuele straf in Marokko moet uitzitten? Wordt een eerlijk proces gegarandeerd?

Hoe ziet Nederland erop toe dat de garanties worden nagekomen?

Antwoord 1 t/m 4

Marokko heeft in 2015 in bedoeld geval een verzoek om uitlevering gedaan. Een verzoek om uitlevering van een Nederlands onderdaan kan alleen in behandeling worden genomen, wanneer het land dat om uitlevering verzoekt de toezegging heeft gedaan dat de persoon na een eventuele veroordeling zijn straf in Nederland zal mogen uitzitten. Aan deze voorwaarde is Marokko nu bereid te voldoen. Daarnaast geldt de voorwaarde dat de buitenlandse straf door een Nederlandse rechtbank wordt omgezet naar Nederlands recht. Ook hiermee is Marokko akkoord gegaan. Om die reden is het verzoek in behandeling genomen en is overgegaan tot aanhouding van de heer C. Het uitleveringsverzoek zal nu eerst door de rechter worden beoordeeld. Er past mij, zoals gebruikelijk in individuele gevallen, terughoudendheid in mijn mededelingen over de zaak.

Vraag 5

Deelt u de grote zorgen van onder meer Amnesty International over marteling van gevangenen door de Marokkaanse autoriteiten?2

Antwoord 5

Bij de beoordeling van het uitleveringsverzoek zal alle voorhanden zijnde informatie worden meegewogen. Ik loop daarop niet vooruit.

Vraag 6

Heeft Nederland ook de mogelijkheid zelf tot vervolging over te gaan op basis van de verdenking van de genoemde strafbare feiten? Zo ja, waarom wordt daar dan niet voor gekozen?

Antwoord 6

Nederland heeft rechtsmacht over de feiten die in het uitleveringsverzoek worden genoemd. Wanneer Nederland door een ander land om uitlevering wordt verzocht, is het niet gebruikelijk dat in reactie op het verzoek het OM uit eigen beweging een zelfstandige vervolging start. Het land dat om uitlevering vraagt, doet dat immers met reden. Er loopt in dat land een onderzoek in het kader waarvan bewijs is verzameld en de keuze is gemaakt om tot vervolging over te gaan. In een dergelijk geval is vervolging in de aangezochte staat pas aan de orde wanneer uitlevering niet kan plaatsvinden en het verzoekende land bereid is de strafvervolging over te dragen.

Vraag 7

Bent u bereid deze vragen spoedig te beantwoorden?

Antwoord 7

De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.

Naar boven