Vragen van het lid Öztürk (DENK) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Gemeenteraad in Leiden in actie komt tegen de verschraling van de lokale journalistiek (ingezonden 7 juni 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Dekker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 30 juni 2017)

Vraag 1

Kent u het bericht «Gemeenteraad Leiden in actie tegen verschaling lokale journalistiek»?1

Antwoord 1

Ja, ik heb kennis genomen van het nieuwsbericht dat de gemeenteraad van Leiden binnenkort zal komen te spreken over de mogelijke oprichting van een lokaal fonds voor onderzoeksjournalistiek.

Vraag 2

Wat vindt u van de ontwikkeling dat door journalisten en mediaorganisaties steeds minder aandacht wordt besteed aan de regionale politiek?

Antwoord 2

Een goede informatievoorziening over de lokale beleids- en besluitvorming en de prestaties van politici en bestuurders is een randvoorwaarde voor een goed functionerende lokale democratie. Ik ga hier nader op in bij de beantwoording van vraag 5. Het is daarom zeker een aandachtspunt dat er grote verschillen zijn tussen gemeentes in de hoeveelheid nieuwsberichten die er voor inwoners beschikbaar zijn en de mate waarin deze berichten achtergronden of opinie bevatten.2

Uw Kamer heeft in de motie van de leden Heerma en Mohandis verzocht om een onderzoeksopzet naar de toekomst van de onafhankelijke journalistiek.3 Ik ben voornemens om hierin specifiek aandacht te besteden aan de lokale en regionale journalistiek. U ontvangt de onderzoeksopzet voor het zomerreces.

Vraag 3

Deelt u de mening dat burgers in ons land recht hebben op politieke verslaggeving vanuit hun regio? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om de informatievoorziening uit de regio ook in de toekomst te garanderen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

De nieuwsvoorziening aan burgers is al decennia lang een samenspel tussen private en publieke journalistieke organisaties. Dit geldt ook voor politieke verslaggeving over de directe leefomgeving van mensen. Zowel dagbladen, huis-aan-huisbladen en hyperlocals, als regionale en lokale publieke omroepen vervullen hierin een rol. Met de opdracht aan en de publieke financiering van regionale en lokale omroepen, zorgt de overheid voor informatievoorziening in alle regio’s. Zowel de regionale als de lokale publieke omroepen hebben namelijk de opdracht dat minstens 50 procent van het aanbod in het bijzonder betrekking moet hebben op de provincie respectievelijk gemeente waarvoor het aanbod bestemd is.

Vraag 4

Kunt u aangeven of de middelen van (publieke en private) lokale mediaorganisaties op dit moment toereikend zijn om hun functie naar behoren uit te voeren?

Antwoord 4

Veel media-instellingen, zowel publiek als privaat, merken het effect van teruglopende reclame-inkomsten. Bij dagbladen komt hier het dalende aantal betalende abonnees nog bovenop. Alle partijen doen hun best om een zo goed mogelijk journalistiek aanbod aan te bieden met het beschikbare budget. Een oplossing die dagbladen en omroepen hiervoor kiezen is samenwerking of het vergroten van de regio waarop een editie of omroep zich richt.

Onderzoek van het Commissariaat voor de Media laat zien dat ongeveer 30 procent van de lokale publieke omroepen een zorgelijke financiële gezondheid kent.4 De inzet van de lokale publieke omroepsector is de vorming van streekomroepen. In 2016 waren er ongeveer 260 lokale omroepen. De NLPO en de OLON streven er naar om deze in vijf jaar samen te voegen tot ongeveer 50–80 streekomroepen, zodat de omroepen voldoende schaal realiseren en ze in staat zijn om lokaal toereikend media-aanbod te bieden.5 Het Ministerie van OCW ondersteunt de NLPO en de OLON, zodat zij aan de professionalisering van de sector kunnen werken.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de decentralisaties en de daarmee gepaarde vergroting van het takenpakket van gemeenten de controlerende rol van lokale media des te belangrijker maken?

Antwoord 5

Zoals gesteld vervullen lokale media een belangrijke rol in de informatievoorziening, in de borging van de onafhankelijke nieuwsvorming en daarmee in de werking van de lokale democratie. In de Agenda Lokale Democratie die BZK in 2015 presenteerde werd tevens aandacht gevraagd voor de rol die lokale media hebben in het democratische bestel; het gaat daarbij zowel om een zogeheten waakhondfunctie als een rol als facilitator van opinie en debat.6 Het belang van deze rollen neemt met de decentralisaties in het sociaal domein en de overheveling van ruim € 10 miljard naar het Gemeentefonds, alleen maar toe.

Vraag 6

Is de controlerende functie die lokale media uitvoeren ten behoeve van de lokale volksvertegenwoordiging in het gedrang gekomen door een tekort aan middelen en verschraling van lokale journalistiek? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen? Zo nee, waar blijkt dit uit?

Antwoord 6

In het antwoord op vraag 4 wordt toegelicht dat er inderdaad sprake lijkt te zijn van teruglopende inkomsten bij lokale journalistiek. Dit heeft ook effect op het lokale aanbod. De ministeries van BZK en OCW hebben aandacht voor de rol van de media in de lokale democratie. Het Ministerie van OCW heeft voor de komende jaren een structureel bedrag opgenomen in de rijksbegroting ten behoeve van het ontwikkelen en exploiteren van collectieve voorzieningen voor de lokale omroep sector. Daarnaast is onlangs in samenwerking tussen het Ministerie van BZK, het Ministerie van OCW en de Vereniging Nederlandse Gemeenten de handreiking «lokale media en informatievoorziening» verschenen.7 Deze handreiking is bestemd voor raadsleden en geeft hen verschillende aanknopingspunten hoe zij kunnen bijdragen aan het versterken van de controlerende functie van de lokale (en regionale) informatie- en nieuwsvoorziening. Ten slotte ontvangt uw Kamer binnenkort een onderzoeksopzet naar de toekomst van de onafhankelijke journalistiek, zoals in het antwoord op vraag 2 is toegelicht.

Vraag 7

Kunt u een overzicht geven van regionale media-instellingen die in de afgelopen jaren zijn ingekrompen dan wel op hebben gehouden te bestaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Uit de Mediamonitor van het Commissariaat voor de Media blijkt dat er in de periode 2010–2016 geen regionale dagbladen zijn opgehouden te bestaan.8 Ook alle regionale publieke omroepen zijn blijven bestaan. Wel zijn regionale redacties gekrompen, zowel bij kranten als bij regionale omroepen. Bij regionale dagbladen heeft dit onder andere geleid tot het vergroten van het verzorgingsgebied van edities en dus de vermindering van het aantal edities van een dagblad. De taakstelling op de regionale publieke omroepen is zo veel mogelijk ingevuld door meer samenwerking die leidt tot efficiëntie, zodat de programmering zoveel mogelijk werd ontzien.

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat de gemeente Leiden nu zelf overweegt geld te investeren in een stimuleringsfonds voor de lokale journalistiek?

Antwoord 8

Het staat de gemeenteraad uiteraard vrij een eigen stimuleringsfonds in het leven te roepen. Ook in andere gemeenten in het land worden soortgelijke keuzes gemaakt. Het belang dat media onafhankelijk kunnen opereren dient uiteraard altijd voorop te staan. Het is voor lokale journalistieke projecten ook mogelijk om een beroep te doen op het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Vraag 9

Vindt u dat gemeenten ervoor verantwoordelijk zijn dat lokale journalistiek gestimuleerd wordt, of de landelijke overheid?

Antwoord 9

Gemeenten hebben een eigenstandige verantwoordelijkheid voor de bekostiging van publieke lokale media, dit volgt uit artikel 2.170b van de Mediawet. De rijksoverheid financiert de nationale en regionale publieke media. Ik refereerde eerder aan de Agenda Lokale Democratie waarin verschillende beleidsvoornemens zijn opgenomen gericht op het vitaliseren van de lokale democratie. Ik refereerde onder vraag 6 reeds aan het verschijnen van de handreiking «lokale media en informatievoorziening». In het najaar worden voor raadsleden verschillende workshops georganiseerd om de handelingsperspectieven die in deze handreiking zijn opgenomen te concretiseren.

Vraag 10

Bent u bereid om de zorgelijke financiële situatie van lokale media-instellingen en het effect daarvan op de regionale, en daarmee ook de landelijke media, mee te nemen in de toekomstverkenning van het publieke mediabestel? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

In de onderzoeksopzet naar de toekomst van de onafhankelijke journalistiek wordt er specifiek aandacht besteed aan de zorgen over lokale en regionale journalistiek. U ontvangt de onderzoeksopzet voor het zomerreces.

Vraag 11

Bent u bereid een oproep te doen aan nationale media-instellingen en journalisten de samenwerking te zoeken met regionale media-instellingen en journalisten om zo te zorgen voor meer berichtgeving vanuit de regio? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 11

Samenwerking tussen de landelijke, regionale en lokale publieke omroepen vind ik heel wenselijk. De NOS en de regionale publieke media-instellingen werken al vrij intensief samen: via Bureau Regio op de redactie van de NOS werden afgelopen jaar ruim 1.600 items gedeeld. Daarnaast is er twee keer per dag in het NOS-journaal een blok dat wordt verzorgd door de regionale publieke omroepen. Onlangs heb ik aangekondigd dat ik bereid ben om middelen ter beschikking te stellen voor het uitvoeren van de pilot met vensterprogrammering.9 Met vensterprogrammering wordt bedoeld dat in de programmering van een landelijk televisiekanaal een tijdslot wordt vrijgemaakt voor regionale content. Dit tijdslot wordt door de regionale omroepen met journalistieke content gevuld en is per regio verschillend, zodat het publiek meer berichtgeving uit zijn regio ontvangt. De regionale publieke omroepen zetten ook steeds meer in op samenwerking met lokale publieke omroepen, zoals in Gelderland of in Noord-Holland. Ook deze initiatieven ondersteun ik van harte, omdat ze de journalistieke infrastructuur kunnen versterken. Ik doe geen oproep aan private media-instellingen. Het is aan henzelf om te bepalen hoe zij hun journalistieke taak uitoefenen.


X Noot
2

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, «Nieuwsvoorziening in de regio 2014, Gelukkig zijn hier geen journalisten», 2015.

X Noot
3

Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 82.

X Noot
4

Commissariaat voor de Media, «Evaluatie van de gemeentelijke bekostiging lokale publieke media-instellingen 2013–2015», juli 2016.

X Noot
5

NLPO, «Strategisch Plan», mei 2016.

X Noot
6

Agenda Lokale Democratie, Kamerstukken II, 2014/15, 34 000-VII nr. 36.

X Noot
7

Kamerstuk 34 550-VII, nr. 43.

X Noot
8

Commissariaat voor de Media, «Mediamonitor, Mediamarkten, Dagbladen», http://www.mediamonitor.nl/mediamarkten/dagbladen/, geraadpleegd op 16 juni 2017.

X Noot
9

Kamerstuk 32 827, nr. 98.

Naar boven