Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP), Ten Broeke (VVD) en De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de berichten dat Turkije Koerdische doelen in Noord-Syrië en Noord-Irak heeft aangevallen (ingezonden 4 mei 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 juni 2017).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de Turkse aanvallen op Koerdische doelen in Noord-Syrië en Noord-Irak?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u deze aanvallen, gezien het feit dat de getroffen groeperingen deel uitmaken van de anti-ISIS-coalitie en nauw samenwerken met NAVO-bondgenoot Amerika?

Antwoord 2

Net als andere landen heeft Turkije het recht op zelfverdediging tegen gewapende aanvallen, dus ook als dergelijke aanvallen worden uitgevoerd door Koerdische strijders. Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat Turkije met zijn militaire optreden in de regio de internationale inzet in de strijd tegen ISIS niet dient te bemoeilijken, conform het internationaal recht dient te handelen en derhalve de beginselen van proportionaliteit in acht dient te nemen. Terughoudendheid van Turkije is daarom gepast.

Vraag 3

Zijn er bewijzen voor de Turkse bewering dat het bij de aanvallen ging om PKK-strijders die wapens en explosieven naar Turkije wilden smokkelen?

Antwoord 3

Het kabinet beschikt niet over bewijzen die bovengenoemde Turkse bewering kunnen bevestigen of ontkrachten.

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat organisaties van de Syrische Christelijke minderheid en de Iraakse Yazidi’s sterk geprotesteerd hebben tegen deze bombardementen omdat zij mede-slachtoffer zijn van de Turkse bombardementen?2 Welke informatie heeft u over slachtoffers onder deze groepen?

Antwoord 4

Open bronnen beweren dat meerdere stellingen in noordoost Syrië en noord Irak zijn aangevallen door Turkije. Daarbij zouden twee burgers en enkele tientallen Koerdische strijders en Yezidi’s zijn gedood. Nederland beschikt niet over eigenstandige inlichtingen op basis waarvan deze berichten bevestigd of ontkracht kunnen worden. Het kabinet heeft uit open bronnen kennisgenomen van het feit dat organisaties van de Syrische Christelijke minderheid en de Iraakse Yezidi’s hebben geprotesteerd tegen deze bombardementen.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Karabulut (SP), ingezonden 2 mei 2017 (vraagnummer 2017Z05722)

Naar boven