Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over Turkse luchtaanvallen in Syrië en Irak (ingezonden 2 mei 2017).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 26 juni 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht «Turkse bommen in Irak en Syrië»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Welk beeld heeft u van de recente Turkse luchtaanvallen op stellingen van Koerdische strijders in zowel Syrië als Irak? Hoeveel stellingen zijn gebombardeerd? Hoeveel doden zijn daarbij gevallen? Zijn er ook burgers omgekomen?

Antwoord 2

Open bronnen beweren dat meerdere stellingen van Koerdische strijders in noordoost-Syrië en noord-Irak zijn aangevallen. Daarbij zouden twee burgers en enkele tientallen strijders zijn gedood. Nederland beschikt niet over eigenstandige inlichtingen op basis waarvan deze berichten bevestigd of ontkracht kunnen worden.

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat Islamitische Staat (IS) baat heeft bij het Turkse militaire optreden aangezien belangrijke tegenstanders van IS zijn aangevallen?

Antwoord 3

In de strijd tegen ISIS spelen Koerdische strijdkrachten een belangrijke rol. Hoewel het kabinet enerzijds geen eigenstandige informatie heeft waaruit blijkt dat ISIS baat heeft gehad bij deze Turkse aanvallen, kan daarom anderzijds niet worden uitgesloten dat ISIS profiteert van aanvallen op Koerdische strijdkrachten.

Vraag 4, 5 en 6

Is het waar dat er geen volkenrechtelijk mandaat is op basis waarvan Turkije militaire operaties uit kan voeren in Syrië en Irak? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om, in navolging van andere landen, waaronder de VS en Rusland, het Turkse militaire optreden in beide buurlanden te veroordelen en op te roepen tot terughoudendheid?

Bent u bereid Turkije te verzoeken in de toekomst af te zien van het uitvoeren van luchtaanvallen op Koerdische strijders in beide buurlanden en het land op te roepen de militaire aanwezigheid in beide buurlanden te beëindigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4, 5 en 6

Net als andere landen heeft Turkije het recht op zelfverdediging tegen gewapende aanvallen, dus ook als dergelijke aanvallen worden uitgevoerd door Koerdische strijders. Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat Turkije met zijn militaire optreden in de regio de internationale inzet in de strijd tegen ISIS niet dient te bemoeilijken, conform het internationaal recht dient te handelen, en derhalve de beginselen van proportionaliteit in acht dient te nemen. Terughoudendheid van Turkije is daarom gepast.

Naar boven