Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat beleggingsfraudeurs steeds weer toeslaan (ingezonden 1 juni 2017).

Mededeling van Minister Dijsselbloem (Minister van Financiën) (ontvangen 23 juni 2017).

Vraag 1

Hoeveel gevallen van beleggingsfraude komen er jaarlijks voor?1 Hoe heeft dit aantal zich sinds 2008 ontwikkeld? Kunt u ook aangeven welk financeel belang is gemoeid met beleggingsfraude? Kunt u enige toelichting geven op deze cijfers?

Vraag 2

Welke acties zijn sinds het uitbreken van de financieel-economische crisis genomen om burgers te beschermen tegen beleggingsfraude? Kunt u aangeven welk effect deze maatregelen hebben gehad?

Vraag 3

Kunt u uitleggen waarom, ondanks de genomen maatregelen, beleggingsfraude nog steeds regelmatig voorkomt?

Vraag 4

Is de Autoriteit Financiële Markten (AFM) alert op verkopers die hoge rendementen beloven, al dan niet in combinatie met het op duurzame wijze verkrijgen van deze rendementen? Zo ja, hoe uit zich dat?

Vraag 5

Zijn verkopers van beleggingsproducten te allen tijde verplicht om een vergunning aan te vragen? Zo nee, waarom niet? Onder welke omstandigheden kan een vergunning worden geweigerd?

Vraag 6

Waarom bestaat er alleen een prospectusplicht voor verkopers wanneer de totale tegenwaarde van de effecten die worden aangeboden, meer dan 2,5 miljoen euro bedraagt? Waarom bestaat er geen prospectusplicht voor alle verkopers van beleggingsproducten?

Vraag 7

Waarom krijgen beleggingsfraudeurs niet automatisch een bestuursverbod na een veroordeling?

Vraag 8

Hoe oordeelt u over de rol van banken in dit dossier? Komen zij hun signalerende rol volgens u goed na? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 9

Deelt u de mening van de strafrechtadvocaat in het artikel, die stelt dat de AFM bevoegd is om zeer ingrijpende handhavingsmaatregelen te nemen, maar dat deze eerder ingezet moeten en kunnen worden? Is het voor de AFM mogelijk om eerder in te grijpen? Kunt uw antwoord toelichten?

Vraag 10

Is de capaciteit van zowel de AFM als het Openbaar Ministerie (OM) volgens u voldoende op peil om beleggingsfraude tegen te gaan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 11

Kunt u aangeven hoe de samenwerking tussen de AFM en OM verloopt? Wie oordeelt uiteindelijk of een zaak strafrechtelijk of bestuursrechtelijk wordt afgedaan? Welk afwegingskader wordt hierbij gebruikt? Speelt capaciteit een rol bij de vraag of een zaak bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk wordt afgedaan?

Mededeling

Naar aanleiding van schriftelijke vragen van het lid Leijten aan de Minister van Financiën over het bericht dat «beleggingsfraudeurs steeds weer toeslaan» (ingezonden 1 juni 2017) deel ik u mee dat in verband met de benodigde tijd voor interdepartementale afstemming het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.

Naar boven