Vragen van het lid Voortman (GroenLinks) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het persoonsgebonden budget en huurtoeslag (ingezonden 27 september 2016).

Mededeling van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 17 oktober 2016).

Vraag 1

Is bij u bekend dat mensen huurtoeslag moeten terugbetalen als gevolg van een restant van het persoonsgebonden budget, dat zij aan het einde van het kalenderjaar nog niet uit hebben gegeven?

Vraag 2

Deelt u de mening dat het hierbij niet gaat om spaargeld of vermogen en dat geld dat in het kader van het persoonsgebonden budget is uitgekeerd niet mee zou moeten tellen voor de huurtoeslag?

Vraag 3

Is bij u bekend hoeveel mensen in een vergelijkbare situatie zitten, waarbij zij doordat zij nog een restant persoonsgebonden budget hebben, geconfronteerd worden met een terugbetaling van toeslagen?

Vraag 4

Klopt het dat in 2012 en 2013 het persoonsgebonden budget als bijzonder vermogen mocht worden aangemerkt, waardoor het buiten beschouwing van de huurtoeslag gehouden kon worden?

Vraag 5

Klopt het dat in de jaren na 2013 het persoonsgebonden budget niet meer als bijzonder vermogen kon worden aangemerkt? Zo ja, waarom is dit gewijzigd?

Vraag 6

Klopt het dat er voor gedupeerden een oplossing is gevonden, waarbij een drempel gold van 3.000 euro? Zo ja, kunt u uitleggen waarom voor die drempel gekozen is en waar deze op gebaseerd is?

Vraag 7

Welke oplossing biedt u mensen die onder die drempel uitkomen?

Vraag 8

Bent u bereid alsnog naar een oplossing voor deze groep te kijken? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat ik de door het lid Voortman (GroenLinks) gestelde vragen aan mij en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het persoonsgebonden budget en huurtoeslag (ingezonden 27 september 2016, met kenmerk 2016Z17408) niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden. De beantwoording van deze Kamervragen vergt meer tijd, mede in verband met nadere afstemming. Ik verwacht de vragen op korte termijn te kunnen beantwoorden.