Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het bericht «Ziekenhuis Curaçao bezorgt NL strop» (ingezonden 26 mei 2017).
Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 juni 2017).
Vraag 1
Kunt u zich de beantwoording van eerdere vragen over het bericht «PAR fractie eist
duidelijkheid over begroting HNO» herinneren?1
Vraag 2
Kunt u zich de brief herinneren over de aan Curaçao verstrekte lening voor het ziekenhuis
naar aanleiding van de berichtgeving en het debat daar bij de behandeling van de begroting
2015?2
Vraag 3
Staat u nog steeds achter uw antwoord: «De bouw van het ziekenhuis is en blijft een
autonome aangelegenheid van het land Curaçao. Het is aan de regering van Curaçao om
indien nodig (financiële) maatregelen te nemen ten aanzien van de bouw en het sluitend
houden van de businesscase»?
Vraag 4
Kent u het bericht «Ziekenhuis Curaçao bezorgt NL strop»?3
Vraag 5
In hoeverre komt deze berichtgeving overeen met uw eerdere beantwoording?
Antwoord 5
De strekking dat er een financiële strop voor Nederland aankomt deel ik niet. In de
Rijkswet financieel toezicht zijn afspraken gemaakt over het al dan niet verstrekken
van leningen aan de landen. Wanneer een land daaraan voldoet, is Nederland in principe
gehouden in te schrijven op de uitgeschreven obligatielening. Daarnaast heeft de Raad
van State in 2012 geoordeeld dat voor dit specifieke project nadere financiële monitoring
door het Cft was toegestaan (en wordt uitgevoerd).
De lening voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis is verstrekt aan het land Curaçao.
Het land Curaçao is zelf verantwoordelijk voor de businesscase van het nieuwe ziekenhuis,
inclusief de exploitatie ervan. Op het moment dat de businesscase van het bouwproject
niet langer sluitend is, zal het land Curaçao dit moeten dekken uit eigen middelen.
Dit staat echter los van de afbetaling van de lening aan Nederland. Die is niet afhankelijk
van een sluitende businesscase van het ziekenhuis. De rente- en aflossingsbetalingen
zijn separaat onderdeel van de landsbegroting. Tot op heden voldoet Curaçao aan haar
rente- en aflossingsverplichtingen.
Vraag 6
In hoeverre bent u het eens met de stelling dat Nederland nooit een lening had moeten
verstrekken voor een dusdanig project?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
In hoeverre is de bouw van het ziekenhuis op Curaçao een financieel risico voor Nederland?
Antwoord 7
De bouw van het ziekenhuis is geen financieel risico voor Nederland, gegeven het antwoord
op vraag 5.
Vraag 8
Onder welke voorwaarden is de obligatielening verstrekt? Op welk termijn moet het
bedrag terugbetaald zijn?
Antwoord 8
De obligatielening bestaat feitelijk uit twee leningen (ANG 247 mln. (rente 2,45%)
en ANG 245 mln. (rente 1,6%)), met een looptijd van 30 jaar. In de begroting van het
land Curaçao zijn de jaarlijkse aflossing- en rente-uitgaven hiervoor begroot. Deze
zijn tot op heden altijd tijdig betaald.
Vraag 9
In hoeverre bent u op de hoogte gesteld door de regering van Curaçao over het door
PwC gemaakte rapport?
Antwoord 9
Voor zover mijn kennis reikt is er geen rapport opgesteld door PwC. Er is een tussentijds
evaluatierapport met betrekking tot het projectmanagement opgesteld door advocatenkantoor
FCW Legal. Ik heb hierbij verder geen betrokkenheid gehad en ben hierover niet nader
geïnformeerd door de regering van Curaçao.
Vraag 10
Bent u bereid het onderzoek naar het project door PwC op te vragen bij Curaçao en
te delen met de Tweede Kamer of vertrouwelijk te laten inzien? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 10
Voor het projectmanagement is Curaçao als autonoom land volledig zelf verantwoordelijk.
X Noot
1Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1298