Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het berichtgeving ten aanzien van een Politieacademie op Curaçao (ingezonden 17 mei 2017).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 15 juni 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel d.d. 2 mei 2017 over de Politieacademie op Curaçao1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2, 3, 4 en 5

Kunt u aangeven of de berichtgeving klopt dat eenzelfde persoon zowel het onderzoek naar de politieacademie heeft uitgevoerd, als de opdracht heeft gekregen om vervolgens een nieuwe bachelor voor de politie op te zetten? Hoe is de besluitvorming hierover tot stand gekomen?

Op welke manier is de ontwikkeling van de politieacademie gerelateerd aan de versterking van de justitieketen die in «10-10-10» was afgesproken en via de voortgangscommissies wordt gevolgd?

Hoe wordt ervoor gezorgd dat de politieacademie zodanig wordt opgezet dat die aan alle eisen omtrent kwaliteit, training en integriteit voldoet, die nodig zijn voor het versterken van de justitieketen?

In hoeverre is de besteding van 5,6 miljoen Antilliaanse gulden voor alleen een bachelor voor de politie een doelmatige besteding van de financiën, wanneer volgens de rapportages van de voortgangscommissie Curaçao de financiën voor de justitieketen steeds een heikel punt zijn?

Antwoord 2, 3, 4 en 5

Het bericht richt zich op de (financiële) op- en inrichting van een politieacademie van Curaçao hetgeen een locale aangelegenheid betreft onder de politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie van het land Curaçao. De Rijkswet Politie stelt ex artikel 40, dat de landen gezamenlijk voorzien in politieonderwijs. Hier is door de landen invulling aan gegeven door het vastleggen van gemeenschappelijke eindtermen voor politieonderwijs in de Onderlinge Regeling Kwaliteitseisen politie. Iedere politieopleiding moet daarmee voldoen aan de gestelde eindtermen. De Minister van Justitie van het land wijst vervolgens de geschikte opleiding aan. In het JVO, medio 2016, heeft voornoemde Minister van Curaçao een voorstel voor een bachelor gepresenteerd en de landen hebben op dit initiatief positief gereageerd. Formele afspraken zijn niet gemaakt.

Vraag 6

Heeft de Voortgangscommissie Curaçao ook de mogelijkheid gehad om naar de voorstellen voor de politieacademie te kijken? Zo ja, hoe oordeelde de commissie over de rol van deze politieacademie voor de versterking van de Curaçaose politie? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om te verzoeken dat dit alsnog gebeurt?

Antwoord 6

De Voortgangscommissie Curaçao (hierna VC) rapporteerde periodiek over de uitvoering van het plan van aanpak van het Korps Politie Curaçao (KPC) zoals dat in 2010 is bekrachtigd tijdens de Ronde Tafel Conferentie. Het plan van aanpak voorzag in een groot aantal activiteiten om het politiekorps op te bouwen. Eén van de activiteiten was opleiding, maar (de keuze voor) het instituut waar de opleidingen worden gegeven viel niet onder het plan van aanpak voor het KPC. De VC heeft haar werkzaamheden op Curaçao inmiddels afgerond. Er kan ook om die reden geen sprake meer zijn van een rol voor de VC inzake.

Naar boven