Vragen van de leden Cegerek en Van Dekken (beiden PvdA) aan de Staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken over luchtvervuiling op het platteland door de veehouderij (ingezonden 30 september 2016).

Mededeling van Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 oktober 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Lucht in polder net zo vies als in stad»?1

Vraag 2

Kunt u reageren op het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Netherlands institute for health services research (NIVEL) en de universiteiten van Utrecht en Wageningen waaruit blijkt dat de longfunctie van omwonenden van veehouderijen met 2 tot 5 procent afneemt?

Vraag 3

Bent u voornemens actie te ondernemen naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek? Zo ja, welke acties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Wat is uw oordeel over het feit dat het bewustzijn onder Nederlanders over luchtvervuiling laag is? Zou een hoger bewustzijn onder Nederlanders door bijvoorbeeld bewustere keuzes kunnen bijdragen tot minder luchtvervuiling? Bent u bereid hiervoor actie te ondernemen? Zo ja, welke acties? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Waarom is in de Europese Unie (EU) gekozen voor een hogere norm dan die van de World Health Organization (WHO)? Bent u bereid te pleiten voor een EU-norm op het niveau van de WHO-norm?

Mededeling

Op 30 september ontving ik Kamervragen van de leden Cegerek en Van Dekken (beiden PvdA) over luchtvervuiling op het platteland door de veehouderij. De vragen zijn tevens gesteld aan de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Met het oog op zorgvuldigheid en de benodigde onderlinge afstemming met het Ministerie van Economische Zaken, is het helaas niet mogelijk gebleken om binnen de gestelde termijn te antwoorden.

Ik streef ernaar om u de antwoorden, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, zo spoedig mogelijk te doen toekomen.


X Noot
1

AD, 28 september 2016, p. 13

Naar boven