Vragen van de leden Bergkamp en Raemakers (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het al dan niet verplicht aanbesteden in de zorg (ingezonden 9 mei 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 8 juni 2017)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1978

Vraag 1

Bent u bekend met de tegenstrijdige berichtgeving over het aanbesteden van zorg in het sociale domein?1 2

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven in hoeverre en waar openbare aanbesteding in het sociale domein wel of niet verplicht is?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend hulpaanbod om aan de wettelijke taken in het sociale domein te kunnen voldoen. Een openbare aanbesteding in het sociale domein is niet per definitie en in alle gevallen verplicht. Per geval zal het verschillen of sprake is van een te subsidiëren activiteit of een aan te besteden overheidsopdracht. Het door de gemeente beoogde resultaat bepaalt of het inkoopkader of het subsidiekader het meest geschikte instrument is om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Ligt het initiatief voor de opdracht bij de gemeente, worden er marktconforme vergoedingen betaald en is de opdrachtgever ook de begunstigde van de geleverde prestaties, dan is er sprake van een overheidsopdracht. Bij een overheidsopdracht zijn de prestaties wederkerig en in rechte afdwingbaar.

Voor overheidsopdrachten boven de € 750.000 geldt in het sociale domein een vereenvoudigd aanbestedingsregime. Volgens het vereenvoudigde regime moet de opdracht openbaar worden aangekondigd en zo concurrentie worden toegepast. Voor het overige is een opdrachtgever geheel vrij om de procedure zelf in te richten zolang het transparantiebeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel maar worden nageleefd.

Naarmate de gemeente meer zeggenschap over de invulling van de prestatie heeft of wil, zal er sprake zijn van een opdracht. Niet alleen de geijkte aanbieders kunnen reageren op een aangekondigde opdracht, maar ook andere en/of nieuwe partijen kunnen zich melden.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er onduidelijkheid bestaat over het al dan niet verplicht aanbesteden, en dat dit mogelijkerwijs leidt tot onnodige keuzes? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo nee, kunt u dit toelichten?

Zie mijn antwoord op vraag 4.

Vraag 4

In hoeverre bent u bereid om samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de kennis over het al dan niet aanbesteden en eventuele andere opties te vergroten bij gemeenten? Kunt u toelichten op welke termijn, en op welke wijze, u dit van plan bent? Zo nee, waarom kunt u dit niet?

Onduidelijkheid over het al dan niet verplicht aanbesteden is inderdaad niet wenselijk. Naar aanleiding van het gesprek daarover in het bestuurlijk overleg tussen Rijk, gemeenten en aanbieders op 22 februari 2017, het AO op 23 februari 2017(Kamerstuk 31 839, nr. 571) en het bestuurlijk afstemmingsoverleg over de gecertificeerde instellingen op 7 maart 2017 is een brede werkgroep opgericht. Deze «Werkgroep aanbesteden Jeugdwet en Wmo 2015» bestaat uit deelnemers van gemeenten, branches/aanbieders, VNG en Rijk (VWS, VenJ, PIANOo). De werkgroep richt zich met name op:

  • Duiding van het instrument aanbesteding in het kader van de Jeugdwet en de Wmo 2015,

  • Het uitdragen van goed bruikbare werkwijzen voor aanbesteding in het sociaal domein,

  • Een principiële verkenning in hoeverre aanbesteden voor alle voorzieningen onder de Jeugdwet en de Wmo 2015 als passend wordt beschouwd en wat dat voor de toekomst zou kunnen betekenen,

  • Het optimaal benutten van het Kennis- en ontwikkelcentrum inkoop sociaal domein van PIANOo (het expertisecentrum aanbesteden, van het Ministerie van Economische Zaken).

Voor de korte termijn (inkoop 2018) zal de werkgroep in samenwerking met PIANOo instellingen en gemeenten ondersteunen met kennis en ervaring over de inkoop in het sociaal domein. Voor de langere termijn zal de werkgroep werken aan een handreiking, die gemeenten ondersteunt bij hun rol als opdrachtgever en inkoper en die instellingen ondersteunt in hun specifieke positie. Deze handreiking moet onduidelijkheden rondom het proces wegnemen en de specifieke aspecten van de verschillende aanbestedingsmodellen weergeven.

Naast deze werkgroep is voor de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering een specifiek traject gestart om te onderzoeken op welke wijze de aanbestedingen in deze sectoren vorm kunnen krijgen. Daarbij wordt onderzocht welke maatregelen genomen moeten en kunnen worden om tot een vorm van aanbesteden te komen, die passend is gezien het specifieke wettelijke (gedwongen) kader, recht doet aan het belang van de betrokken jeugdigen èn gemeenten de ruimte biedt om conform de Jeugdwet de kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering door een andere instelling te laten uitvoeren.

Verder is PIANOo sinds maart 2017, op initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, door het Rijk, de VNG en het Netwerk Directeuren Sociaal Domein (NDSD) ingeschakeld om vanuit de behoefte van gemeenten gerichte ondersteuning te bieden in het sociaal domein. Ook helpt PIANOo bij de (door)ontwikkeling van het gemeentelijke opdrachtgeverschap in het sociaal domein. Dit voert PIANOo uit onder de naam Kennis- en Ontwikkelcentrum Inkoop Sociaal Domein.

Doel van het kennis- en ontwikkelcentrum is gemeenten (bestuurder, budgethouders, inkopers en beleidsmedewerkers) zowel actief als vraaggericht te ondersteunen bij de huidige opgaven met betrekking tot zowel de inkoop en aanbesteding in het sociaal domein, als met de contractering. Het centrum sluit aan bij de bestaande expertise en de netwerken van gemeenten. De grootste opgave is samen met gemeenten oplossingen te ontwikkelen en uit te werken voor vraagstukken waar gemeenten in het sociaal domein tegenaan lopen.

Naar boven