Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat vluchtelingenkinderen in Griekenland geen andere uitweg zien dan seks voor geld (ingezonden 24 april 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 8 juni 2017) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1911

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat vluchtelingenkinderen geen andere uitweg zien dan seks voor geld?1

Antwoord 1

De berichtgeving over de positie van vluchtelingenkinderen in Griekenland blijft een ernstig punt van zorg. Nederland heeft nadrukkelijk oog voor de positie van kwetsbare groepen zoals kinderen, en heeft daarover meermaals gesproken met ngo’s, de Griekse autoriteiten, de Commissie en de VN.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op de zes gedefinieerde risicofactoren in het rapport «Emergency within an emergency» van Harvard University?2 Kunt u per risicofactor afzonderlijk aangeven hoe deze factor wordt meegewogen in het werk dat Nederland, de EU en Griekenland zelf doen?

Wat is uw reactie op de verschillende aanbevelingen uit dit rapport? Kunt u per aanbeveling afzonderlijk uiteenzetten op welke wijze Nederland, de EU en Griekenland zelf hieraan werken en waar u ruimte ziet voor verbetering? Bent u bereid hierin het voortouw te nemen?

Antwoord 2 en 3

In het rapport «Emergency within an emergency» worden meer dan 30 aanbevelingen aan de Griekse overheid gedaan. Het is in eerste instantie dan ook aan de Griekse overheid om hierop te reageren. Wel kan ik u melden dat de Nederlandse standaarden ten aanzien van de opvang en begeleiding van minderjarigen hoog zijn. Veel van de aanbevelingen in het rapport brengt Nederland al in de praktijk.

Het is van groot belang het menselijk aspect niet uit het oog te verliezen bij de aanpak van de Europese vluchtelingenproblematiek. Er wordt hard gewerkt om bestaande faciliteiten waar nodig verder te verbeteren en ervoor te zorgen dat er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar is in zowel Griekenland als langs de zogenoemde Westelijke Balkanroute (waar de vragen hieronder over gaan). De EU heeft bijzondere aandacht voor de belangen van kinderen in migratie, dit blijkt onder meer uit de onlangs door de Europese Commissie uitgebrachte mededeling over de bescherming van kinderen in migratie. Over de inhoud van de mededeling en het standpunt van het kabinet bent u op 24 mei jl. geïnformeerd. De Commissie heeft daarnaast binnen de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, waarover de lidstaten momenteel onderhandelingen voeren, veel aandacht voor de kwetsbare positie van kinderen. Ik verwijs u in dit verband naar de Kamerbrief van 16 januari 2017 waarin dit nader staat beschreven.

Vraag 4

Bent u bekend met het rapport van Save the Children en the International Rescue Committee getiteld Out of sight, exploited and alone3 waaruit blijkt dat ook op de Balkanroute veelvuldig migrantenkinderen worden misbruikt? Wat is hierop uw reactie?

Antwoord 4

Ik ben bekend met het rapport en ben van mening dat misbruik van deze kwetsbare groep op alle mogelijke wijzen tegengegaan moet worden.

Vraag 5

Wat is uw reactie op de verschillende aanbevelingen uit dit rapport? Kunt u per aanbeveling afzonderlijk uiteenzetten op welke wijze Nederland, de EU en de verschillende Balkanlanden zelf hieraan werken en waar u ruimte ziet voor verbetering? Bent u bereid hierin het voortouw te nemen?

Antwoord 5

Zie ook het antwoord op vraag 2 en 3. Voor wat betreft de in het rapport genoemde Lidstaten van de EU blijft het kabinetsstandpunt dat de behandeling van vluchtelingen, dus ook van minderjarige migranten, in lijn moet zijn met Europese verdragen en afspraken, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europese acquis, evenals internationaal vluchtelingenrecht. De Europese Commissie ziet als hoedster van de verdragen toe op de naleving van deze Europese verplichtingen. Het rapport onderschrijft het belang van het respecteren van de Europese regels op dit terrein.

Vraag 6 en 7

Erkent u dat het sluiten van de Balkanroute en het ontbreken van een permanent Europees herverdeelsysteem de reden is dat deze kinderen nu vast zitten in Griekenland? Zo nee, wat is dan volgens u de reden?

Deelt u de mening geuit in het rapport van Harvard dat er voorrang zou moeten worden gegeven aan het herverdelen van minderjarigen? In hoeverre kunt en gaat u hieraan voldoen?

Antwoord 6 en 7

Het kabinet is zich ervan bewust dat er in landen langs de Westelijke Balkanroute mogelijk een groep migranten is die niet kan doorreizen naar de door hun gewenste bestemmingen in Noordwest-Europa als gevolg van het sluiten van de Balkanroute. In dit verband wijst het kabinet er op dat het recht op asiel een recht is op bescherming, maar niet kan worden uitgelegd als een recht op verblijf in het land waaraan een asielzoeker de voorkeur geeft. Het is aan Griekenland zelf om de asielaanvragen van deze groep in behandeling te nemen. Die migranten die in aanmerking komen voor herplaatsing kunnen naar andere lidstaten worden herplaatst. Op basis van het Europese herplaatsingsmechanisme hebben lidstaten tot dusver gezamenlijk 12.707 migranten herplaatst uit Griekenland, maar de inspanningen van lidstaten op herplaatsing zijn helaas nog niet evenredig te noemen zoals blijkt uit het 12e voortgangsverslag van de Europese Commissie over herplaatsing en hervestiging.4 Nederland roept andere lidstaten herhaaldelijk op om hun herplaatsingsinspanningen structureler vorm te geven, en daarbij in het bijzonder ook aandacht te hebben voor de herplaatsing van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Zoals blijkt het genoemde voortgangsrapport zijn in Griekenland al 359 amv’s herplaatst van de in totaal 576 amv’s die in aanmerking komen voor herplaatsing. Nederland verleent bij het herplaatsen vanuit Griekenland prioriteit aan amv’s en steeds meer lidstaten volgen dit voorbeeld.

Vraag 8

Op welke wijze pakt het samenwerkingsverband EMPACT (European Multidisciplinary Platform Against Criminal Threats) mensenhandel en (seksuele) uitbuiting van kinderen aan en wat zijn de resultaten over de afgelopen jaren? Kunt u hierbij specifiek ingaan om hun werkzaamheden in Griekenland en de Balkanlanden?

Antwoord 8

Zoals eerder gemeld in de beantwoording van Kamervragen over amv’s die slachtoffer worden van mensenhandel en uitbuiting (23 januari 2017), doen aan EMPACT THB 25 lidstaten mee, twee niet-EU landen en daarnaast organisaties als Eurojust, Frontex, Cepol en Interpol. Het Verenigd Koninkrijk is de zogenaamde «driver» van EMPACT THB en Nederland de «co-driver». Griekenland en vier Balkanlanden (Kroatië, Slovenië, Roemenië en Bulgarije) horen bij de deelnemende lidstaten. Het geheel wordt ondersteund door Europol. Eén van de subprojecten van EMPACT THB betreft mensenhandel van minderjarigen, waar o.a. Nederland, Griekenland, Kroatië, Slovenië, Roemenië en Bulgarije aan deelnemen. In december 2016 heeft Spanje, de actieleider van dit subproject, een tweedaagse conferentie over mensenhandel van minderjarigen georganiseerd.

Er wordt binnen EMPACT ook aandacht besteed aan mogelijke slachtoffers van mensenhandel binnen migratiestromen en aan de kwetsbare positie van migrantenkinderen voor uitbuiting. Er wordt informatie en kennis uitgewisseld via Europol en er worden operationele acties en opsporingsonderzoeken geïnitieerd. In 2017 wordt daarnaast binnen EMPACT aandacht besteed aan opleidingen voor de opsporing om de uitbuiting van kinderen beter te kunnen onderkennen en multidisciplinair aan te kunnen pakken. Het Europees opleidingsagentschap voor opsporing (CEPOL) zal hieraan bijdragen.

Ik kan u alleen informeren over de samenwerking op het gebied van mensenhandel tussen Nederland enerzijds en de genoemde landen anderzijds. Wanneer bij een opsporingsonderzoek naar mensenhandel blijkt dat er verbanden zijn met een ander land, zoekt Nederland doorgaans samenwerking. Zo is er bij het onderzoek 13Oceans naar criminele uitbuiting van kinderen een gezamenlijk onderzoeksteam (JIT) opgezet met Bosnië-Herzegovina en Oostenrijk. Bij dit onderzoek is ook samengewerkt met Kroatië. De Koninklijke Marechaussee heeft onder andere een flexibele liaison officer (FILO) migratiecriminaliteit aangesteld die zich focust op Italië, Albanië en Oostenrijk. Daarnaast heeft de Koninklijke Marechaussee een thematische FILO Balkan aangesteld met een focus op migratiecriminaliteit. Ten slotte heeft de nationale politie een liaison officer in Servië geplaatst die zich met diverse vormen van voorkomende criminaliteit in Servië, Slovenië, Bosnië en Montenegro bezig houdt. Voor zover bekend heeft er geen samenwerking met betrekking tot mensenhandel plaatsgevonden met Griekenland.


X Noot
1

Vluchtelingenkinderen zien geen andere uitweg dan seks voor geld, RTL Nieuws 19 april 2017 https://www.rtlnieuws.nl/buitenland/vluchtelingenkinderen-zien-geen-andere-uitweg-dan-seks-voor-geld

X Noot
2

Emergency within an emergency, the growing epidemic of sexual exploitation and abuse of migrant children in Greece. Harvard University. http://cdn2.sph.harvard.edu/wp-content/uploads/sites/5/2017/04/Emergency-Within-an-Emergency-FXB.pdf

X Noot
3

Out of Sight, exploited and alone. International Rescue Committee en Save the Children, maart 2017 https://www.rescue-uk.org/sites/default/files/document/1373/outofsightexploitedandaloneweb.pdf

X Noot
4

COM(2017) 260 final.

Naar boven