Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de luxe reizen van ambtenaren die miljoenen euro’s kosten (ingezonden 23 maart 2017).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 6 juni 2017)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Ambtenaren vliegen massaal business class, luxere reizen kosten miljoenen extra»?1

Antwoord 1

Ik heb hier kennis van genomen.

Vraag 2

Is het waar dat veel ambtenaren van het Rijk business class vliegen op hun dienstreis in plaats van de reguliere economy class?

Antwoord 2

In de reisregeling is een urennorm opgenomen (zie de vraag hieronder). Wanneer een vliegreis 6 uur of langer duurt mag een ambtenaar business class vliegen. Dit is echter geen verplichting. Hoe vaak hiervan in 2017 gebruik is gemaakt is niet bekend.

Vraag 3

Op basis van welke regeling vliegen deze ambtenaren business class tijdens een dienstreis?

Antwoord 3

Met ingang van 1 januari 2017 is het reisbeleid rijksbreed geharmoniseerd. Dit heeft geresulteerd in een wijziging van de Reisregeling buitenland. Hiermee wordt de ambtenaar in staat gesteld zowel na aankomst op de plaats van bestemming als na terugkomst in zijn woonplaats – en zo nodig tijdens de heen- en terugreis – zijn/haar werkzaamheden optimaal te verrichten en daarbij fit te zijn en te blijven. Korter durende reizen en reizen in het kader van een opleiding zijn altijd op basis van economy class.

Vraag 4

Vanaf welke schaal / functie mogen ambtenaren business class vliegen tijdens een dienstreis?

Antwoord 4

In principe geldt de genoemde urennorm van 6 uur of meer voor alle ambtenaren die een dienstreis moeten maken ongeacht de functie of schaal. Er kan sprake zijn van een uitzondering vanwege bijvoorbeeld medische redenen.

Vraag 5

Hoe past deze nieuwe regeling, die het mogelijk maakt dat veel ambtenaren business class vliegen tijdens hun dienstreis, in het kabinetsbeleid van «een sobere overheid»?2

Antwoord 5

Het uitgangspunt blijft dat de reizende ambtenaar in staat wordt gesteld om zijn werkzaamheden zowel na aankomst op de plaats van bestemming als na terugkomst optimaal te verrichten, en daarbij fit te zijn én te blijven. Tegelijkertijd zorgt het uniforme reisbeleid voor een kostenbewust, duurzaam en administratief eenvoudig beleid. Daarmee wil het Rijk werken als één concern, in binnen- én buitenland.

Vraag 6

Kunt u in een tabel overzichtelijk aangeven hoeveel in de jaren 2012–2016 in totaal, per jaar, is uitgegeven aan dienstreizen voor ambtenaren van het Rijk?

Antwoord 6

De vraag wordt zo gelezen dat wordt gedoeld op buitenlandse dienstreizen. Helaas is het gevraagde overzicht maar gedeeltelijk te geven. De gegevens kunnen niet uit één bron worden betrokken, en zijn bij de verschillende departementen vaak niet apart en/of op verschillende wijzen geadministreerd. Hieronder vindt u een overzicht van wat over de gevraagde jaren met behulp van de administratie van de centrale reisagent wel kon worden gevonden, met de beperkingen van die cijfers daarbij aangegeven:

  • Over het jaar 2012 zijn geen gegevens beschikbaar.

  • In 2013 is door de rijksbrede shared service organisatie WereldWijd Werken (3W) een contract met een reisagent gesloten voor negen ministeries dat in dat jaar gefaseerd is ingevoerd. De beschikbare gegevens over het jaar 2013 zijn alleen al daardoor onvolledig. Daarnaast maken het Ministerie van V&J en Defensie geen gebruik van de boekingen via de reisagent van 3W.

  • In het kader van het tot stand komen van het geharmoniseerde rijksbeleid heeft de Auditdienst Rijk (ADR) een onderzoek uitgevoerd naar de uitgaven aan buitenlandse dienstreizen in 2014. In dat onderzoek heeft de ADR de uitgaven van de boekingen aan vlieg-, hotel-, trein-, boot- en autohuurkosten die zijn aangevraagd via de diverse reisagenten in kaart gebracht. Deze bedroegen in 2014 € 31,9 mln. Dit is exclusief Defensie, dit departement behoort niet tot sector Rijk en valt daarmee niet onder het geharmoniseerde reisbeleid van de sector Rijk. Het rapport van de ADR is als bijlage toegevoegd3.

  • Over de jaren 2015 en 2016 heeft 3W wel gegevens beschikbaar over de uitgaven voor zover het boekingen betreft die via de centrale reisagent zijn verlopen. De uitgaven in deze jaren bedroegen € 34,3 respectievelijk € 34,7 mln. Dit zijn de uitgaven exclusief het Ministerie van V&J en Defensie.

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel het business class vliegen door ambtenaren van het Rijks tijdens een dienstreis meer kost dan economy class vliegen?

Antwoord 7

Nee, prijzen verschillen per dienstreis en maatschappij.

Het tarief van tickets fluctueert dagelijks en er zijn diverse elementen die de prijs beïnvloeden, zoals het al of niet maken van een tussenstop of het gebruik maken van flexibele tickets.

Vraag 8

Hoe wordt omgegaan met verzoeken van ambtenaren om economy class te vliegen? Is het aanvraagsysteem zo ingericht dat dit geen extra moeite oplevert ten opzichte van vliegen in business class? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Een ambtenaar kan in afwijking van het beleid kiezen voor economy class. De keuze is met één handeling te maken en kost geen extra moeite.

Vraag 9

Kunt u aangeven hoe het beleid in Nederland ten aanzien van dienstreizen zich verhoudt tot het beleid hiertoe in de ons omringende landen? Valt er nog iets te leren van het beleid van de ons omringende landen?

Antwoord 9

Een vergelijking met de omringende landen is niet gemaakt en er is ook geen voornemen dat te doen. Het is de bedoeling dat het beleid is toegesneden op het zo goed mogelijk realiseren van de doelen zoals geschreven in het antwoord op vraag 5. Een vergelijking met buitenlands beleid is vanuit dat oogpunt minder van belang.


X Noot
2

Zoals uiteengezet in de nota «Bestuur in Samenhang. De bestuurlijke organisatie in Nederland», Kamerstuk 33 047, nr. 8, 28 maart 2013.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven