Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Economische Zaken over het bericht dat volgens de rechter een datavrije muziekbundel niet in strijd is met netneutraliteit (ingezonden 4 mei 2017).

Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 31 mei 2017).

Inleiding.

Op 4 mei jl. heeft het lid Hijink (SP) vragen gesteld over het bericht dat volgens de rechter een datavrije muziekbundel niet in strijd is met netneutraliteit (vragen kenmerk 2017Z05799). Tijdens de regeling van werkzaamheden van 24 mei jl. is door het lid Hijink (SP) gevraagd om een brief naar aanleiding van het besluit van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) om niet in beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank van 20 april jl. inzake de datavrije muziekdienst van T-Mobile (verzoek kenmerk 2017Z06882). In deze brief geef ik eerst antwoorden op de gestelde vragen. Daarna ga ik in op het verzoek uit de regeling van werkzaamheden.

Vraag 1

Kunt u uw zienswijze geven op de gevolgen van de uitspraak van de Rotterdamse rechter dat de datavrije muziekbundel die T-Mobile aanbiedt niet in strijd is met de netneutraliteit, zoals die in de Nederlandse wetgeving is vastgelegd?1

Antwoord 1

De rechtbank heeft geoordeeld dat de netneutraliteitsverordening «zonder twijfel geen categorisch verbod op prijsdiscriminatie («acte clair») bevat», waardoor de Telecommunicatiewet op dit punt onverbindend is. Concreet betekent dit dat zero-rating-aanbiedingen, zoals die van T-Mobile, niet op grond van strijd met de Telecommunicatiewet verboden zijn. Tevens volgt uit de uitspraak dat een aanbod als dat van T-Mobile niet zonder meer in strijd is met de netneutraliteitsverordening. Het oordeel van de rechtbank staat er echter niet aan in de weg dat in het geval van het aanbod van T-Mobile (of iedere andere concrete casus waarin sprake is van zero-rating) sprake kan zijn van omstandigheden die maken dat de geboden vorm van zero-rating strijdig is met de verordening. De rechtbank heeft zich in haar vonnis niet uitgelaten over de vraag of zich bij de dienst van T-Mobile zulke omstandigheden voordoen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) zou dit (alsnog) kunnen onderzoeken. De ACM heeft aangegeven een dergelijk onderzoek te zijn gestart.

Vraag 2

Deelt u de mening dat een vrij en open internet gebaat is bij het voorkomen van alle vormen van discriminatie tussen soorten data die via het internet worden verstuurd?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Op basis waarvan oordeelt de rechter dat u niet bevoegd bent geweest om «zero rating» in de Telecommunicatiewet uitdrukkelijk te verbieden?2

Antwoord 3

Naar het oordeel van de rechtbank biedt de verordening geen grondslag voor aanvullende wettelijke bepalingen met betrekking tot de reikwijdte en de omvang van het in de verordening neergelegde discriminatieverbod, dat volgens de rechtbank geen categorisch verbod op prijsdiscriminatie is.

Vraag 4

Welke mogelijkheden heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) om dit besluit aan te vechten en bent u op de hoogte van een voornemen van de ACM om dit te doen?

Antwoord 4

De ACM kan in hoger beroep gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Vraag 5

Welke consequenties heeft deze uitspraak voor de huidige Telecommunicatiewet? Bent u bereid, indien dit grote gevolgen heeft voor het Nederlandse netneutraliteitsbeleid, hierover in overleg te treden met de Europese Commissie?

Antwoord 5

De consequentie is dat de Telecommunicatiewet op dit onderdeel door de rechtbank onverbindend is verklaard. Nu de ACM niet in hoger beroep gaat, ligt het in de rede om het categorische verbod op prijsdiscriminatie in de Telecommunicatiewet te schrappen. Hiertoe zal ik de voorbereidingen treffen. Overleg met de Europese Commissie op dit punt zal niet leiden tot wijzigingen. Nog afgezien van de opvattingen van de Europese Commissie in dezen is de Commissie niet bevoegd een rechterlijk oordeel ter zijde te stellen.

Vraag 6

Bent u bereid met de Duitse Minister van Economische Zaken te overleggen over het toestaan van zero rating binnen de Europese netneutraliteitsverordening?3

Antwoord 6

De lidstaten hebben bij de totstandkoming van de verordening binnen de Europese Raad een belangrijke rol gespeeld. Echter de nationale wetgevers hebben geen formele rol bij de handhaving van de verordening. Dit is aan de nationale toezichthouders. De Duitse toezichthouder (Bundesnetzagentur) kan deze zero-rating dienst onderzoeken op basis van de verordening.

Reactie op verzoek uit de regeling van werkzaamheden inzake het besluit van de ACM om niet in beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank

De uitspraak van de rechter beslecht een geschil tussen de ACM en T-Mobile over de vraag of prijsdiscriminatie op grond van de netneutraliteitsverordening en de Telecommunicatiewet zonder meer verboden is of niet. De rechter heeft hierbij de ACM in het ongelijk gesteld door te oordelen dat de netneutraliteitsverordening geen categorisch verbod op prijsdiscriminatie bevat en het artikel in de Telecommunicatiewet dat het (vermeende) categorische verbod nader uitwerkt onverbindend te verklaren. Tegen deze uitspraak van de rechter staat voor de bij het geschil betrokken partijen (ACM en T-Mobile) hoger beroep open. De ACM heeft besloten van deze mogelijkheid geen gebruik te maken. Ik respecteer die beslissing. Bij deze handhavingskwestie ligt het besluit om wel of niet in hoger beroep te gaan bij de ACM als onafhankelijk toezichthouder. Conform de Instellingswet ACM dient de Minister van Economische Zaken zich niet te mengen in individuele handhavingszaken van de ACM. Zoals aangegeven in bovenstaande beantwoording onderzoekt de ACM nu, uitgaande van het ontbreken van een categorisch verbod op prijsdiscriminatie, of er specifieke omstandigheden zijn die maken dat de datavrije muziekdienst van T-Mobile in strijd is met de netneutraliteitsverordening.

Naar boven