Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1904 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1904 |
Heeft u kennis kunnen nemen van het artikel «Energielabel is waardeloos»?1
Deelt u de kritiek van FedEC, de federatie van energieconsultants, op de opzet van het energielabel? Zo ja, wat gaat u doen om het energielabel te versterken? Zo nee, waarom niet?
De kritiek van FedEC deel ik niet. Het energielabel voor woningen heeft als doel om het bewustzijn over de energieprestaties van woningen te vergroten. Met het energielabel voor woningen worden op navolgbare wijze energetische kenmerken van een woning vastgelegd en vertaald in een labelletter. De bepalingsmethode NEN7120 met het bijbehorende Nader Voorschrift ligt zowel ten grondslag aan de berekening van de letter van het energielabel als het instrument dat de adviseurs gebruiken om de energetische kwaliteit van woningen te bepalen waar FedEC aan refereert, namelijk de Energie-Index (EI). De EI wordt vaak gebruikt voor het bepalen van de huur van huurwoningen onder de liberalisatiegrens met het woningwaarderingsstelsel. Voor de EI bepaalt de adviseur de invoergegevens van de circa 150 voor de berekening benodigde parameters. Het energielabel is op dezelfde parameters gebaseerd, maar is op verzoek van uw Kamer zo eenvoudig mogelijk en voor relatief lage kosten voor woningeigenaren vormgegeven. Bij het energielabel worden de parameters bepaald door gegevens die door de woningeigenaar worden aangeleverd (en gecontroleerd worden door een erkend deskundige) en door vooraf vastgestelde invoergegevens. De uitkomsten van de berekeningen van het energielabel en de EI liggen dicht bij elkaar. Uit onderzoek van DGMR (2014) blijkt dat in 92% van de gevallen de letter van het energielabel overeen komt met of één klasse verschilt van wat op basis van de EI zou worden verwacht.
In het verleden heeft de Europese Commissie Nederland ingebreke gesteld voor het niet volledig doorvoeren van de richtlijn voor het energielabel. Hoe verhoudt de kritiek van FedEC zich tot de eerdere ingebrekestelling door de Europese Commissie?
De kritiek van FedEC richt zich op de mate waarin het energielabel voor woningen de energetische prestaties van woningen weergeeft. De Europese Commissie toetst een juiste toepassing van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) in twee fasen. Voor Nederland is de eerste fase van toetsing van implementatie van de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) in februari 2016 afgerond, waarbij is gekeken of de richtlijn tijdig en juist is omgezet in nationaal recht. Op 22 juli 2016 heeft Nederland een ingebrekestelling ontvangen in het kader van fase twee van de toetsing waarbij wordt gekeken naar de tenuitvoerlegging in de praktijk. Deze ingebrekestelling heeft betrekking op onder andere het energielabel en in mijn reactie aan de Europese Commissie heb ik op dit punt aangegeven hoe de invoergegevens voor het energielabel worden vastgesteld, hoe de betrouwbaarheid van het label goed is geborgd, hoe de aanbevelingen voor energiebesparing voor de woning bij het energielabel tot stand komen en hoe ervoor gezorgd is dat deze aanbevelingen goed aansluiten bij de woning waarvoor de aanvraag voor het energielabel is ingediend. De Nederlandse reactie wordt op dit moment door de Europese Commissie bestudeerd. Over deze ingebrekestelling en het verdere proces is uw Kamer op 25 juli 2016 en 7 oktober 2016 geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 469 en Kamerstuk 30 196, nr. 477).
Bent u bereid met FedEC en andere relevante stakeholders in gesprek te gaan over het versterken van het energielabel?
Ik voer met regelmaat gesprekken met diverse betrokken partijen over de werking en eventuele verbetermogelijkheden voor het energielabel. Vorig jaar is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het energielabel. Daaruit bleek dat bij 86% van de energielabels na een heropname in de woning door een onafhankelijke onderzoeker de uitkomst van het label hetzelfde is, waarover uw Kamer bij brief van 17 maart 2016 is geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 430). In de aanbiedingsbrief bij het rapport is aangegeven dat dit geen slecht resultaat is voor het eerste jaar van het label. Aan uw Kamer is toegezegd periodiek de betrouwbaarheid van het label voor woningen te onderzoeken en dit jaar ook een onderzoek te doen naar het effect van het label voor woningen. Ik verwacht u over beide onderzoeken na de zomer te kunnen informeren.
Deelt u de mening dat het zowel met het oog op klimaat als met het oog op de werkgelegenheid kansrijk is om werk te maken van energiebesparing in de gebouwde omgeving? Zo ja, wat gaat u doen om energiebesparing in de gebouwde omgeving te versnellen?
De ambities en context van de opgave voor energiebesparing in de gebouwde omgeving heeft het kabinet beschreven in de Energieagenda. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert in de recente doorrekening van de kosten van de energietransitie tot 2030 dat opties voor woningen en kantoren vrijwel allemaal relatief duur zijn, maar waarschuwt daarbij dat goedkoop op de lange termijn duurkoop kan zijn. De uitwerking van de Energieagenda is mede daardoor een grote en complexe opgave, waar de komende jaren inzet van vele partijen voor nodig is en goede afwegingen nodig zijn.
Er zijn al veel initiatieven en maatregelen genomen zoals de innovatieve aanpakken van gemeenten en bedrijven, de energieloketten, diverse financiële ondersteuningsmaatregelen en er is meer dwingende wetgeving in voorbereiding voor kantoren en huurwoningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1904.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.