Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over implementatie van het Nagoya Protocol en de gevolgen daarvan voor Nederland (ingezonden 21 april 2017).

Mededeling van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 17 mei 2017).

Vraag 1

Wat is de stand van zaken van de Europese invoering van Verordening (EU) 511/2014 van 16 april 2014 betreffende voor gebruikers bestemde nalevingsmaatregelen uit het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik in de Unie?

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat het Nagoya Protocol en ook de implementatie daarvan in de Europese Unie ervoor kan zorgen dat er op bepaalde groenten, fruit en andere gewassen straks eeuwig durende patenten komen te rusten?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de biodiversiteitswetten oorspronkelijk geschreven zijn voor planten, dieren en andere organismen in het wild? Deelt u dan ook de mening dat deze wetten niet bedoeld zijn voor commercieel ontwikkelde planten, dieren en andere organismen die breed verkrijgbaar zijn?

Vraag 4

In hoeverre gaat volgens u de veredelingsvrijstelling doorkruist worden door afspraken die mogelijk noodzakelijk zijn voor commerciële rassen in het kader van het Nagoya Protocol?

Vraag 5

Bent u bereid ervoor te pleiten dat alle commerciële rassen wereldwijd niet onder de Europese regelgeving ter uitvoering van het Nagoya Protocol vallen?

Vraag 6

Klopt het dat andere landen het Nagoya Protocol willen toepassen met terugwerkende kracht?

Vraag 7

Bent u zich ervan bewust dat de toepassing van het Nagoya Protocol met terugwerkende kracht een enorme impact kan hebben op onderzoek, productontwikkeling en de handel in plantmateriaal in Nederland?

Vraag 8

Is het überhaupt mogelijk om met terugwerkende kracht vast te stellen wanneer en van waar genetische bronnen afkomstig zijn?

Vraag 9

Is het in uw ogen onrechtvaardig als, over alle in het bezit zijnde genetische bronnen, alsnog afspraken over «benefit sharing» gemaakt moeten worden?

Mededeling

Op 21 april 2017 is door het lid Von Martels (CDA) een vraag gesteld over de implementatie van het Nagoya Protocol en de gevolgen daarvan voor Nederland (kenmerk 2017Z05502). Wegens interdepartementale afstemming kan ik deze vraag niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden. Ik zal u de antwoorden zo spoedig mogelijk doen toekomen.

Naar boven