Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie over een schietincident in Irak in 2004 (ingezonden 21 maart 2017).

Antwoord van Minister Blok (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 15 mei 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1619.

Vraag 1

Kent u het bericht «Advocaat: «OM misleidt rechter in zaak schietpartij Irak»»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Kunt u bevestigen dat nog voordat al het bewijs over de schietpartij in Irak in 2004 was verzameld en beoordeeld, het Openbaar Ministerie (OM) al had besloten om de mogelijk verantwoordelijke Nederlandse militair niet te vervolgen? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Klopt het dat het OM verklaringen heeft achtergehouden? Zo nee, waarom niet?

Hoe beoordeelt u de conclusie van de advocaat van de nabestaande dat het OM de rechter heeft misleid? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2, 3 en 4

Over deze aangelegenheid loopt momenteel een procedure ex artikel 12 Wetboek van strafvordering. Het respecteren van de onafhankelijke rechtsgang, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het opsporingsbelang (in geval van gegrondverklaring van het beklag wegens niet vervolgen) maken het niet mogelijk om inhoudelijke informatie te delen met uw Kamer.

Naar boven