Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de hoge
belasting die letselschadeslachtoffers moeten betalen omdat de vergoeding vanwege
letselschade als vermogen wordt gezien (ingezonden 18 april 2017).
Mededeling van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 10 mei 2017).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Radar van 10 april jongstleden, waaruit blijkt
dat slachtoffers van letselschade, die hiervoor een vergoeding hebben gekregen, op
verschillende manieren financieel worden getroffen door al dan niet gewijzigde (belasting)wetgeving?1
Vraag 2
Vindt u het terecht dat ontvangers van een letselschadevergoeding hun recht op huur-
en zorgtoeslag verliezen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Is de interpretatie juist dat een vergoeding vanwege letselschade geen vermogen is,
maar een tegemoetkoming om te kunnen voorzien in de kosten van levensonderhoud? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 4
Erkent u dat mensen die tientallen jaren geleden een vergoeding voor letselschade
hebben ontvangen niet hebben kunnen voorzien dat in de regels voor toekenning van
toeslagen ook vermogen uit de letselschadevergoeding zou worden meegenomen? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 5
Zijn verzekeraars naar uw oordeel voldoende in staat om financieel belastingnadeel
vanwege de vergoeding in ogenschouw te nemen, ook bij wijzigende (belasting)wetgeving?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Zijn ontvangers van een letselschade uitkering sinds de aanpassing van de vermogensrendementsheffing
per 2017 in financieel opzicht beter of slechter af dan in het systeem tot 2017? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Worden ontvangers van een letselschadevergoeding door verzekeraars op de hoogte gesteld
van het feit dat hierover belasting is verschuldigd en het recht op toeslagen kan
verdwijnen? Kunt u garanderen dat dit in de praktijk gebeurt? Zo ja, hoe verklaart
u dat veel mensen hier in de praktijk niet van op de hoogte zijn?
Vraag 8
De Belastingdienst biedt de mogelijkheid om «bijzonder vermogen» niet te laten meetellen
voor de huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebondenbudget; kunt u uitleggen waarom er
geen mogelijkheid bestaat om bijzonder vermogen uit te zonderen van de vermogensrendementsheffing?
Vraag 9
Klopt het dat een vergoeding voor letselschade, wanneer deze tot box 3-vermogen wordt
gerekend, kan leiden tot een hogere huur? Zo ja, is dat volgens u rechtvaardig? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 10
Kunt u uitleggen waarom er voor verschillende groepen met een letselschadevergoeding,
zoals de slachtoffers van misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk, DES-slachtoffers,
asbestslachtoffers en slachtoffers van de Volendambrand, uitzonderingen zijn gemaakt
met betrekking tot het meerekenen van de vergoeding bij de vermogensrendementsheffing?
Vraag 11
Erkent u dat het leidt tot rechtsongelijkheid tussen mensen die letselschadevergoeding
hebben ontvangen wanneer voor de één geldt dat de vergoeding als vermogen wordt gezien
en voor de ander niet?
Vraag 12
Erkent u dat letselschadeslachtoffers dubbel getroffen worden; eerst door de letselschade
en later door de hogere belasting vanwege die schade? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Welke obstakels zijn er om de vergoeding voor letselschade anders te waarderen bij
de belastingaangifte dan zijnde vermogen?
Vraag 14
Bent u bereid een regeling te maken waarbij de schadevergoeding uitgezonderd wordt
van het vermogen? Zo ja, op welke termijn kan dat? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Op 18 april jl. stelde het lid Leijten (SP) mij schriftelijke vragen inzake de letselschadevergoedingen
met als kenmerk 2017Z05194. Op dit moment is nog interdepartementale afstemming nodig, waardoor deze set Kamervragen
niet binnen de gebruikelijke termijn van 3 weken beantwoord kan worden.
Ik streef ernaar om de beantwoording van deze vragen in mei 2017 aan de Kamer te kunnen
sturen.