Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de campagne in Nederland voor het referendum
in Turkije (ingezonden 31 maart 2017).
Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 8 mei
2017).
Vraag 1, 2 en 3
Wat is uw reactie op het bericht dat de Nederlandse tak van de AK-partij van de Turkse
president Erdogan busvervoer regelt voor Ja-stemmers van het referendum in Turkije?1
Wat is voorts uw reactie op het bericht dat het Nee-kamp busvervoer regelt, uitsluitend
voor Nee-stemmers?
Vindt u het aanvaardbaar dat opkomst bevorderende maatregelen (busvervoer) zich exclusief
richten op Ja-stemmers dan wel Nee-stemmers? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1, 2 en 3
Het aanbieden van vervoer naar stemlokalen, door bijvoorbeeld politieke partijen of
anderen, is in Nederland niet ongebruikelijk. Het is daarbij wel gebruikelijk dat
het vervoer openstaat voor iedereen. Dat zowel het Ja-kamp als het Nee-kamp in het
Algemeen Dagblad aangeven dat zij het vervoer speciaal voor hun eigen achterban hebben
geregeld, is een bevestiging van de grote verdeeldheid in de Turks Nederlandse gemeenschap.
Vraag 4 en 5
Hoe oordeelt u over het feit dat een campagnevoerder van het Nee-kamp tijdens het
flyeren te horen kreeg dat hij moest vertrekken omdat hij anders in elkaar werd geslagen?
Komen dergelijke intimidaties en bedreigingen vaker voor gedurende deze campagne?
Zo ja, wat onderneemt u hiertegen?
Antwoord 4 en 5
Intimidatie en bedreiging zijn onaanvaardbaar. Als daar sprake van is, dan is het
belangrijk dat mensen aangifte doen. Het aantal aangiftes in Nederland dat mogelijk
in verband kan worden gebracht met interne Turkse aangelegenheden is, met uitzondering
van de incidentele stijging rondom de couppoging vorig jaar zomer, redelijk stabiel.
De politie handhaaft de openbare orde indien dit noodzakelijk is, zoals dat ook rond
de stemlocaties voor het referendum is gebeurd.
Vraag 6
Herinnert u zich nog uw antwoord op eerdere vragen dat «het ontplooien van politieke
activiteiten in Nederland is geoorloofd, ook door buitenlandse partijen, indien daarbij
de wettelijke grenzen niet worden overschreden»?2
Vraag 7
Deelt u de mening dat intimidatie onaanvaardbaar is, dus ook in het kader van deze
campagne? Valt het uitsluitend busvervoer aanbieden aan Ja- dan wel Nee-stemmers binnen
de wettelijke grenzen? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 7
Intimidatie is onaanvaardbaar. Mensen moeten in vrijheid hun democratische rechten
kunnen uitoefenen. Het aanbieden van busvervoer aan kiesgerechtigden exclusief voor
bepaalde groepen valt binnen de wettelijke grenzen.
Vraag 8
Waar ligt voor u de grens voor wat acceptabel is qua beïnvloeding van Turkse Nederlanders?
Is die grens inmiddels bereikt? Zo ja, wat onderneemt u hiertegen?
Antwoord 8
Het kabinet vindt het ongewenst dat buitenlandse overheden keuzes van Nederlandse
burgers openlijk dan wel heimelijk proberen te beïnvloeden. Het kabinet is hierover
altijd helder geweest naar de Turkse autoriteiten en treedt stevig en consequent op
wanneer dergelijke beïnvloeding plaatsvindt. Het optreden van het kabinet eind vorig
jaar naar aanleiding van berichten over rapportages die de attaché Religieuze Zaken
van de Turkse ambassade in Nederland aan Ankara stuurde (over vermeende banden van
Nederlandse organisaties en burgers met de Gülen-beweging), is hier een concreet voorbeeld
van.
Vraag 9 en 10
Hoe oordeelt u over het bericht dat een Turks-Nederlandse journalist met de dood wordt
bedreigd vanwege zijn interview met Mark Rutte?3
Is het waar dat deze journalist al zeven keer aangifte heeft gedaan? Wat onderneemt
u om aan deze onaanvaardbare bedreigingen een eind te maken?
Antwoord 9 en 10
Het kabinet acht persvrijheid een zeer groot goed. Het is onacceptabel dat journalisten
bedreigd worden in de uitoefening van hun werk. Het kabinet roept mensen die bedreigd
worden op hiervan aangifte te doen bij de politie.
Het is van belang dat deze signalen serieus worden genomen en mensen die over de schreef
gaan dit niet vrijblijvend kunnen doen.
De betreffende journalist heeft meerdere malen aangifte gedaan. De recherche heeft
de zaak in onderzoek. In het belang hiervan kunnen er op dit moment geen mededelingen
worden gedaan. Ook over eventuele maatregelen ter bescherming van de aangever doet
de politie zoals gebruikelijk geen uitspraken.
X Noot
1AD, 29 maart 2017 («Team Erdogan haalt ja-stemmers op met autobussen»)
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 457
X Noot
3Telegraaf, 28 maart 2017