Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1716 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 1716 |
Wat is uw reactie op het bericht «Eigen studenten eerst? Masterselectie in 2017»?1
De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) doet onderzoek naar selectie en toegankelijkheid van de masterfase. Ik heb een tussenbericht van dit onderzoek op 20 januari aan uw Kamer verzonden.2 Hierbij heb ik aangegeven dat ik het thema selectie in de masterfase, waar ook het bericht waar het lid Van Meenen naar verwijst over gaat, rijp acht voor bespreking met uw Kamer wanneer het definitieve rapport door de inspectie is afgerond. Op korte termijn stuur ik uw Kamer het definitieve rapport van de inspectie en mijn reactie hierop.
Klopt het dat de opleidingen, die alleen selecteren wanneer een student van buiten de universiteit komt, niet worden aangemerkt als «selectief» in het onderzoek? Zo ja, waarom is er door de onderwijsinspectie gekozen om deze groep met opleidingen niet aan te merken als «selectief»? Zo nee, hoe verklaart u het verschil in percentages op het onderdeel «selectieve masters per universiteit» binnen de twee onderzoeken?
De inspectie heeft, in het tussenbericht dat uw Kamer heeft ontvangen, selectie als volgt gedefinieerd:
Selecterende masteropleidingen zijn opleidingen die
A. aan alle studenten die zich aanmelden (dus ook afkomstig van relevante bachelors van de eigen instelling) vragen om aanvullende documentatie en/of deze studenten een aanvullende toets afnemen of andere procedure laten doorlopen.
B. en die op basis van een beoordeling van dergelijke aanvullende documentatie en/of op basis van de resultaten van een aanvullende toets of procedure een selectie maken van studenten die wel worden toegelaten en studenten die niet worden toegelaten tot de opleiding.
Ziet u masteropleidingen die selectie toepassen op studenten van buiten de universiteit als niet-selectieve opleidingen?
Instellingen kunnen op basis van artikel 7.30 lid b van de wet Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek kwalitatieve toelatingseisen stellen. Wanneer een instelling voor een masteropleiding aan alle kandidaat-studenten kwalitatieve toelatingseisen stelt, is deze master selectief. Wanneer de instelling voor een masteropleiding geen eisen stelt aan bachelorafgestudeerden van een verwante bacheloropleiding maar wel eisen stelt aan een niet-verwante bacheloropleiding, dan is deze masteropleiding niet selectief.
Studenten die de bachelor Biomedische wetenschappen hebben afgerond kunnen bijvoorbeeld niet automatisch doorstromen naar een masteropleiding Geschiedenis. Het is wel mogelijk dat deze studenten worden toegelaten wanneer zij voldoen aan het startniveau van de masteropleiding. Om na te gaan of de kandidaten aan dit niveau voldoen, vraagt de masteropleiding mogelijk documentatie op, of moeten de studenten een toets afleggen. In het licht van toenemende studentenmobiliteit en internationale belangstelling, is deze controle onontkoombaar en nodig om de kwaliteit van de master te waarborgen. Dit laat onverlet dat bachelorafgestudeerden van een niet-verwante bacheloropleiding een niet-selectieve masteropleiding mogelijk wel als selectief ervaren. In mijn reactie op het definitieve rapport van de inspectie zal ik verder in gaan op deze situatie.
Deze aanname is niet correct. De inspectie schrijft in het tussenbericht dat een taaltoets een voorbeeld is van een aanvullende toets. Volgens de definitie die de inspectie hanteert, kan een aanvullende toets een selectiecriterium zijn. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
Op pagina 8 van het tussenbericht van de inspectie is in figuur 4 weergegeven welke criteria selecterende masteropleidingen toepassen in collegejaar 2016–2017. In deze figuur is ook het criterium «toets» opgenomen.
Wat is volgens u de reden dat opleidingen een verschil maken tussen studenten vanuit de eigen universiteit en van andere Nederlandse universiteiten? Speelt onzekerheid over de kwaliteit van bacheloropleidingen hierbij een rol?
Zoals ik aan heb gegeven in mijn brief van 20 januari jl. roept het tussenbericht bij mij de nodige vragen op. Deze vraag is daar één van. Op dit moment ben ik hierover in gesprek met de Verenging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU), de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). Zoals ik in mijn brief van 23 december 20163 en in mijn brief van 20 januari jl. heb aangegeven, ga ik in op de uitkomsten van mijn gesprekken met de VSNU, de LSVb en het ISO in mijn reactie op het definitieve rapport van de inspectie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1716.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.