Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht «Boeterente aan banden» (ingezonden 22 maart 2017).

Nader Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 25 april 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Boeterente aan banden»?1

Vraag 2

Uit het artikel blijkt dat er nog altijd hypotheekaanbieders zijn die te hoge kosten in rekening brengen bij het oversluiten van de hypotheek naar een lagere rente; kunt u dit bevestigen? Zo ja, om welke hypotheekaanbieders gaat het?

Vraag 3

Welke sancties kunnen hypotheekaanbieders die teveel boeterente in rekening hebben gebracht tegemoet zien?

Vraag 4

Wat vindt u ervan dat dit probleem al in september 2016 bekend was en dat er kennelijk daarna alsnog consumenten zijn gedupeerd?2 3

Vraag 5

In hoeverre worden consumenten automatisch gecompenseerd door hun hypotheekverstrekker en wat moeten zij doen als dat niet gebeurt? Hoe worden consumenten bereikt die niet automatisch gecompenseerd worden, maar er niet van op de hoogte zijn dat zij zijn gedupeerd?

Vraag 6

Klopt het dat alleen teveel betaalde boeterente van na 14 juli 2016 wordt terugbetaald? Zo ja, wat vindt u hiervan? Deelt u de mening dat ook teveel betaalde boeterente van voor 14 juli 2016 vergoed moet worden? Hoe verhoudt het niet vergoeden van eerder teveel in rekening gebrachte boeterente zich tot de zorgplicht en normale, ethische omgangsvormen?

Vraag 7

Wat gaan banken doen om te verzekeren dat er vanaf nu geen consumenten meer benadeeld worden door te hoge boeterente?

Vraag 8

Betaalde boeterentes zijn aftrekbaar; wat zijn de fiscale consequenties voor individuen en de overheid van het terugbetalen van teveel in rekening gebrachte boeterentes?

Nader antwoord

Op 18 april jl. heb ik uw Kamer de antwoorden gestuurd op de vragen van het lid Nijboer (PvdA) over het bericht «boeterente aan banden» die zijn ingezonden op 22 maart 2017 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 1634). Ik heb geconstateerd dat in het antwoord op vraag 8 een fout is geslopen die in de praktijk tot onduidelijkheden leidt. Hierbij wil ik het antwoord op dit punt dan ook rectificeren.

In het gegeven antwoord is opgenomen dat indien in 2017 zekerheid wordt verkregen over de te veel betaalde vergoeding bij vervroegde aflossing in 2016, dit te veel betaalde bedrag in de aangifte inkomstenbelasting over 2016 moet worden opgenomen als negatieve aftrekbare kosten eigen woning. Dit is echter onjuist. Dit bedrag moet in het jaar van terugbetaling – en dit zal veelal 2017 zijn – in de aangifte over dat jaar worden opgenomen als negatieve aftrekbare kosten eigen woning. Dit betreft dan dus de aangifte inkomstenbelasting over 2017.

Belastingplichtigen die de aangifte inkomstenbelasting over 2016 reeds hebben ingediend en hierbij het totaal aan betaalde vergoeding (dus inclusief het te veel betaalde bedrag aan vergoeding) in aftrek hebben gebracht en in 2017 of later zekerheid krijgen over het terug te ontvangen deel, hoeven die aangifte op dit punt dus niet te wijzigen.

Overigens geldt voor de te veel betaalde vergoeding in 2017, omdat in datzelfde jaar zekerheid wordt verkregen over de terugbetaling, dat de te veel betaalde vergoeding in dat jaar niet aftrekbaar is en alleen het terecht in rekening gebrachte bedrag aan vergoeding (betaalde vergoeding verminderd met de latere terugbetaling) in de aangifte inkomstenbelasting over 2017 aftrekbaar is.


X Noot
1

Telegraaf, 20 maart 2017

X Noot
2

Radar, 12 september 2017

X Noot
3

Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 110

Naar boven