Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over een nieuwe locatie voor illegalenopvang in Groningen (ingezonden 6 april 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 25 april 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Nieuw bed-bad-brood-pand Groningen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Waarom staat u toe dat tientallen gemeenten in Nederland illegalen op blijven vangen, waardoor het terugkeerbeleid ernstig wordt ondermijnd?

Antwoord 2

Laat ik voorop stellen dat ik meen dat de onderliggende problematiek – vreemdelingen met een vertrekplicht die niet uit Nederland vertrekken en in gemeenten verblijven – het best gezamenlijk door rijk en gemeenten kan worden aangepakt. Daarom heb ik uw Kamer op 29 november jl2 ook laten weten dat ik betreur dat het tot op heden niet gelukt is om hiervoor een bestuursakkoord te sluiten.

De vreemdelingenwet, noch andere wet- en regelgeving kent op dit moment een verbod op opvang door gemeenten van vreemdelingen die niet langer rechtmatig in Nederland verblijven. Zoals ik ook in voornoemde brief heb aangekondigd, ben ik een verkenning gestart om te kijken welke mogelijke wettelijke middelen aan uw Kamer zouden kunnen worden voorgesteld waarmee de rijksoverheid gemeenten kan verhinderen structureel opvang te bieden aan deze doelgroep.

Vraag 3

Bent u bereid de geplande komst van de nieuwe locatie voor illegalenopvang in Groningen tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee, gezien het antwoord op vraag 2, kan ik dat nu niet.

Vraag 4

Bent u tevens bereid de andere tientallen gemeenten die aan illegalenopvang doen aan te pakken, bijvoorbeeld door te korten op het gemeentefonds, zodat alle bed-bad-brood locaties verdwijnen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, dat ben ik niet. Het korten op het gemeentefonds is op dit moment geen werkbaar wettelijk middel om het aanbieden van bed-bad-brood voorzieningen te verhinderen. De belangrijkste reden hiervoor is dat er geen wettelijke norm is die het bieden van dergelijke voorzieningen door gemeenten verbiedt. Zonder norm kan er ook geen handhaving plaatsvinden.

Vraag 5

Kunt u aan de Nederlandse burger uitleggen waarom er belastinggeld gaat naar de opvang van vreemdelingen die hier niet eens mogen zijn en die hun vertrekplicht bewust aan hun laars lappen?

Antwoord 5

Het Rijk financiert sinds december 2016 geen gemeentelijke onderdaksvoorzieningen meer t.b.v. vreemdelingen met een wettelijke vertrekplicht. Gemeenten die dit uit eigen beweging en met eigen middelen blijven doen zijn verantwoording aan hun eigen gemeenteraad verschuldigd.

Vraag 6

Kunt u er voor zorgen dat illegalen niet worden gepamperd maar uit Nederland vertrekken en voor zover dat (nog) niet gebeurt worden vastgezet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Het uitgangspunt voor het Kabinet is dat wanneer een vreemdeling geen recht op verblijf (meer) heeft, op deze vreemdeling de verplichting rust om Nederland te verlaten. De vreemdeling is zelfstandig naar Nederland gekomen en kan in de meeste gevallen ook zo vertrekken. De vreemdeling kan hierbij worden ondersteund door de DT&V en IOM. Daar waar iemand niet zelfstandig vertrekt, kan gedwongen vertrek aan de orde zijn. Bewaring en gedwongen uitzetting zijn daarbij de laatste stappen. Bewaring is gebonden aan diverse bindende Europese regels en is uitsluitend mogelijk bij een risico op onttrekking en een daadwerkelijk zicht op uitzetting. Omdat voor dat laatste de medewerking met landen van herkomst van belang is, zet Nederland zowel bilateraal als in Europees verband in op het maken van afspraken met deze landen over terug- en overname van hun onderdanen. Veel vreemdelingen beschikken niet over de benodigde identiteitsdocumenten en voor hen dient een vervangend reisdocument aangevraagd te worden bij de diplomatieke vertegenwoordiging van het vermoedelijke land van herkomst. Dat lukt echter niet altijd.

Vraag 7

Bent u bereid de Nederlandse grenzen te sluiten voor asielzoekers, temeer daar u niet in staat bent afgewezen asielzoekers het land uit te krijgen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, dat ben ik niet, omdat dat voor dit doel niet alleen onwenselijk maar tevens ondoelmatig en onrechtmatig zou zijn.


X Noot
1

NOS teletekst, 5 april 2017

X Noot
2

Kamerstuk 19 637, nr. 2264

Naar boven