Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat in Amsterdam € 2 miljoen subsidie wordt uitgetrokken, te verstrekken aan projectontwikkelaars voor de huisvesting van statushouders (ingezonden 27 maart 2017).

Antwoord van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 19 april 2017).

Vraag 1, 2, 3

Hoe reageert u op het bericht «Twee miljoen euro subsidie voor woningen vluchtelingen»?1

Bent u ertoe bereid om het voortrekken van statushouders ten opzichte van de gewone Nederlanders, in dit geval wat betreft huisvesting, een halt toe te roepen? Zo neen, waarom niet?

Bent u ertoe bereid de gemeente Amsterdam voor haar discriminatoire beleid op de vingers te tikken? Zo neen, wat zegt u dan tegen de gewone Nederlanders die, in tegenstelling tot statushouders, vaak wél jarenlang op huisvesting moeten wachten?

Antwoord 1, 2, 3

Ik heb kennis genomen van de plannen van Amsterdam om projectontwikkelaars aan te moedigen privaat vastgoed te verbouwen tot woningen.

Amsterdam heeft een grote opgave rond de huisvesting van statushouders. Dit zorgt voor extra druk op de woningmarkt.

Met de nieuwe regeling zorgt de gemeente Amsterdam niet alleen voor minder leegstaande kantoren, maar ook voor goede en betaalbare woningen voor een groep die het dringend nodig heeft. Door extra woonruimte voor statushouders te creëren, blijven er meer corporatiewoningen over voor andere kwetsbare groepen en gewone woningzoekenden.

De projectontwikkelaars die gebruik willen maken van de subsidieregeling worden bovendien door de gemeente gevraagd om na te denken over het huisvesten van verschillende doelgroepen, waarmee gelijke behandeling wordt nagestreefd. Het is namelijk per project de bedoeling dat de helft van de woningen bestemd is voor statushouders, en de andere helft voor jongeren. De gemeente vindt het belangrijk dat nieuwe bewoners zo snel mogelijk deel gaan uitmaken van de buurt waarin zij wonen. Daarom deel ik de opvatting dat de gemeente een discriminatoir beleid voert ook niet.

Vraag 4

Hoe zorgt u ervoor dat een dergelijke subsidieregeling, die het voor projectontwikkelaars «aantrekkelijker» zou moeten maken om voor huisvesting voor statushouders te zorgen, niet marktverstorend werkt?

Antwoord 4

Een overheidssubsidie is in zijn aard marktverstorend. Aan het verstrekken van overheidssubsidie zijn dan ook regels gesteld, onder meer op het gebied van mededinging en staatssteun. Deze kaders gelden ook voor de decentrale overheden. In het voorliggende geval is het een afweging van de gemeente Amsterdam om op basis van de omstandigheden op de lokale woningmarktsituatie en de bestaande kaders een keuze te maken voor het instellen van een subsidieregeling.


X Noot
1

AT5, 23 maart 2017

Naar boven