Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het achteraf melden aan de Kamer dat er 55 miljoen euro extra is uitgegeven aan de inhuur van externen bij de Belastingdienst in 2016 (ingezonden 10 maart 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 12 april 2017).

Vraag 1

Heeft u de brief gelezen van de Minister van Financiën, waarin hij schrijft dat er vorig jaar bijna 55 miljoen euro extra is uitgegeven aan de inhuur van externen bij de Belastingdienst dan in december 2016 aan de Kamer is gemeld?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3

Kunt u precies aangeven welke externen dat zijn en hoeveel externen ingehuurd van dat bedrag?

Om welke reden is deze inhuur niet eerder gemeld?

Antwoord 2, 3

De mutatie van 55 mln. euro is het gevolg van inhuur voor uitzendkrachten in het primaire proces (extra werkzaamheden op het gebied van bezwaar en incasso) en de inhuur van externen ten behoeve van de Investeringsagenda. De inhuur is reeds gedaan voordat de vertrekregeling van start ging (zie ook antwoorden vervolgvragen) en was een reactie op een piek in de capaciteitsvraag.

Voor het totale budget inhuur externen geldt een gemiddelde bezetting van uitzendkrachten van 2.145 fte en een gemiddeld aantal externen van ruim 700 fte.

De gebruikelijke werkwijze is periodiek de budgetten op artikelonderdeelniveau te herijken om recht te doen aan de dynamiek in de uitvoering; een dergelijke periodieke herijking is budgetneutraal op totaalniveau. In 2016 is de informatie hierover abusievelijk niet verwerkt in de 2de suppletoire begroting IX (bij de Najaarsnota).

Overigens laat de Belastingdienst, zoals uit de brief blijkt, een onderschrijding zien van 43 mln. euro op zijn totale apparaatsbudget.

Vraag 4, 5

Hoeveel externen waren op 31 december 2016 werkzaam bij de belastingdienst en kunt u dit uitsplitsen per onderdeel van de belastingdienst?

Kunt u per onderdeel aangeven hoeveel externen er werkzaam waren op 31 december 2015?

Antwoord 4, 5

Om te bepalen hoeveel uitzendkrachten bij de Belastingdienst werkzaam waren per 31 december 2016 en 2015 is bepaald hoeveel de gemiddelde bezetting is geweest over de maand december 2016 en 2015. Dit leidt tot de volgende aantallen fte per dienstonderdeel:

 

2016

2015

 

uitzendkrachten

overig extern

totaal externen

uitzendkrachten

overig extern

totaal externen

Belastingen

186

60

246

321

11

332

Toeslagen

334

9

343

454

15

469

BelTel

912

11

923

1300

14

1314

B/CA

20

13

33

36

28

64

IV

11

450

461

14

383

397

B/CFD

105

8

113

145

4

149

B/CKC

8

15

23

3

7

10

Douane

4

1

5

12

0

12

FIOD

0

2

2

0

0

0

Switch

2

3

5

0

0

0

DGBel

0

1

1

0

0

0

TOTAAL

1.582

573

2.155

2.285

462

2.747

Vraag 6

Hoeveel externen waren op 31 december 2016 actief bij het afhandelen van bezwaar?

Antwoord 6

Om te bepalen hoeveel uitzendkrachten bij het bezwaarproces werkzaam waren per 31 december 2016 is gekeken naar de gemiddelde bezetting over de maand december in 2016. Op het bezwaarproces zijn uitzendkrachten werkzaam en gemiddeld genomen waren dat 100 fte over de maand december.

Vraag 7

Hoeveel mensen waren er werkzaam bij de afdeling bezwaar op 31 december 2015 en op 31 december 2016?

Antwoord 7

Op het bezwaarproces waren op 31 december 2016 546 fte eigen personeel werkzaam en op 31 december 2015 waren dit er 640 fte.

Vraag 8

Hoeveel mensen zijn er vertrokken met een vertrekregeling bij de afdeling bezwaar in 2016?

Antwoord 8

In 2016 zijn er bij het bezwaarproces 44 fte vertrokken met de vertrekregeling.

Vraag 9

Wat is de reden van de extra inhuur van externen bij de afdeling bezwaar?

Antwoord 9

Door een toename van het aantal bezwaren zijn in de 1e helft van 2016 voorraden ontstaan bij de IH, OB en Toeslagen. De toename van het aantal bezwaren (IH) is een gevolg van het feit dat aangifteplichtigen meer dan in het verleden aanvullende en gewijzigde informatie opgeven na vaststelling van de Definitieve Aanslag. Formeel-juridisch is die aanvullende en gewijzigde informatie een bezwaar. Bij de OB wordt aan aangifteplichtigen die geen aangifte doen een systeemaanslag opgelegd; daartegen worden bezwaren ingediend. Zoals in de 18e halfjaarsrapportage is toegelicht zijn hiervoor extra uitzendkrachten ingezet. Daarnaast was extra inhuur nodig omdat er bij het dienstonderdeel Particulieren, Dienstverlening en Bezwaar veel doorstroom heeft plaatsgevonden naar andere onderdelen van de Belastingdienst. Hierdoor was de vaste bezetting van 546 fte (2015: 640 fte) niet toereikend om de bezwaren te verwerken.

Vraag 10

Kunt u de vorige vragen ook beantwoorden voor de afdeling inning?

Antwoord 10

Om te bepalen hoeveel uitzendkrachten bij het inningsproces werkzaam waren per 31 december 2016 is gekeken naar de gemiddelde bezetting over de maand december in 2016. Op het inningsproces bedroeg de gemiddelde bezetting van uitzendkrachten 119 fte over de maand december.

Op 31 december 2016 waren op het inningsproces 870 fte eigen personeel werkzaam en op 31 december 2015 bedroeg het eigen personeel 856 fte. Op dit proces zijn 42 fte vertrokken met een vertrekpremie.

Op het inningsproces heeft een verschuiving van werkpakketten plaatsgevonden van Belastingen/MKB (19 locaties) naar het Landelijk Incassocentrum (3 locaties). Hierbij zijn niet alle betrokken medewerkers meegegaan met de verschuiving van het werk. Verder hebben de overgeplaatste medewerkers opleidingen nodig, waarvoor interne opleidingscapaciteit vereist is. Er zijn derhalve tijdelijk externe krachten benodigd geweest om het werk doorgang te laten vinden.

Vraag 11

Is er een relatie tussen de vertrekregeling en de inhuur van externen, en zo ja, hoe ziet die eruit?

Antwoord 11

De inhuur van externe krachten was in januari 2016 al ingezet en heeft over de loop van 2016 een dalend verloop gekend. De uitstroom in het kader van de vertrekregeling kende een piek in september. In de laatste maanden van 2016 kunnen enige externen ook werkpakketten hebben uitgevoerd die daarvoor door uitgestroomde medewerkers uitgevoerd werden; de uitstroomregeling is evenwel indertijd niet de reden geweest om externen in te huren. Die redenen zijn aangegeven in de antwoorden op de vragen 9 en 10.

Vraag 12

Zijn er nog andere zaken die u vergeten bent te melden aan de Kamer? Zou u die nu willen melden?

Antwoord 12

Het oogmerk van de brief van de Minister van Financiën van 7 maart (TK 2016–2017, 34 550 IX, nr. 19) was om u te informeren over beleidsmatige mutaties in 2016 die nog niet gemeld waren.

Vraag 13

Kunt u deze vragen een voor een en voor 13 maart aanstaande om 17.00 uur beantwoorden, aangezien het kabinet verantwoording dient af te leggen over voorbije jaren vóór de komende verkiezingen?

Antwoord 13

Nee. Deze vragen konden niet binnen enkele dagen beantwoord worden.


X Noot
1

Begrotingsmutaties begroting Ministerie van Financiën 2016 (Kamerstuk 34 550-IX, nr. 19)

Naar boven