Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat Berlijn zeer terughoudend is geworden met wapenexport naar Turkije (ingezonden 24 maart 2017).

Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 april 2017)

Vraag 1

Klopt het bericht dat de Duitse autoriteiten sinds de mislukte staatsgreep in Turkije zeer terughoudend zijn geworden in het afgeven van vergunningen voor wapenexport naar Turkije vanwege het risico dat de Turken wapens kunnen inzetten tegen de eigen burgerbevolking en in het conflict met Koerden in het Zuidoosten van het land?1 Zo ja, deelt de Nederlandse regering de Duitse afweging om zeer terughoudend te zijn met het verlenen van vergunningen voor wapenexportleveringen aan Turkije en op welke wijze wordt daar invulling aan gegeven?

Antwoord 1

Bij de beoordeling van vergunningaanvragen voor de uitvoer van militaire goederen toetsen alle EU-lidstaten deze aanvragen aan de acht criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport. De toetsing gebeurt op case-by-casebasis, waarbij rekening gehouden wordt met de aard van het goed, het eindgebruik en de eindgebruiker. Aangezien wapenexportcontrole raakt aan nationale veiligheid en dat een nationale bevoegdheid is, is het uiteindelijk aan de EU-lidstaten zelf om al dan niet een vergunning toe te kennen. In hoeverre Duitsland terughoudender is met betrekking tot het afgeven van wapenexportvergunningen aan Turkije is een aangelegenheid van de Duitse exportcontrole-autoriteiten.

Vanwege de situatie in zuidoost-Turkije toetst Nederland vergunningaanvragen voor exporten van militaire goederen naar Turkije reeds sinds lange tijd extra kritisch. Daarbij is met name aandacht voor de mensenrechtensituatie (criterium 2) en de interne situatie (criterium 3).

Vraag 2

Hoeveel vergunningen zijn sinds de mislukte staatsgreep In Turkije door Nederland afgegeven dan wel afgewezen voor wapenexport naar Turkije? Wat voor soort wapenleveringen betreft het die zijn toegestaan dan wel afgewezen, en welke afwegingen zijn daarbij gemaakt op basis van de Europese criteria voor wapenexport?

Antwoord 2

Het kabinet publiceert maandelijks een overzicht van afgegeven vergunningen voor wapenexport. Deze maandrapportages zijn te vinden op de website van de rijksoverheid.2 In 2016 zijn vier vergunningaanvragen voor wapenexport naar Turkije afgewezen. Daarvan werden twee aanvragen afgewezen na de mislukte staatsgreep in de nacht van 15 op 16 juli 2016. In beide gevallen ging het om onderdelen van gevechtshelikopters.

Zoals gesteld in het antwoord op vraag 1 toetst Nederland vergunningaanvragen voor uitvoer van militaire goederen naar Turkije extra kritisch aan de acht criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport. Daarbij wordt met name gelet op de mensenrechtensituatie (criterium 2) en de interne situatie (criterium 3). Er wordt geen vergunning afgegeven wanneer een aanvraag de toetsing aan deze criteria niet doorstaat. Voor de hierboven genoemde afgewezen vergunningaanvragen geldt dat deze alle vier zijn afgewezen op basis van negatieve toetsing aan het criterium met betrekking tot de interne situatie (criterium 3).

Vraag 3

Is sinds de mislukte staatsgreep in Turkije in Europees verband gesproken over wapenexport naar Turkije? Zo ja, zijn er meer lidstaten die op dezelfde gronden terughoudend zijn geworden in wapenexportleveringen naar Turkije? Zo ja, welke lidstaten betreft het en in hoeverre worden afwijzingen van leveringen aan Turkije op dit moment ook Europees geregistreerd?

Antwoord 3

Ja, sinds de couppoging in Turkije is er in Europees verband gesproken over wapenexport naar Turkije. Het algemene beeld is dat waar EU-lidstaten vergunningen hadden afgewezen, dat niet was gebaseerd op de couppoging van juli 2016, maar op inzetbaarheid van de goederen in de interne strijd in het zuidoosten van Turkije en het Turkse optreden bij politieke demonstraties. EU-lidstaten geven aan de aanvragen voor Turkije strikt en op case-by-case-basis te toetsen. Gezien de vertrouwelijkheid van deze besprekingen kan niet ingegaan worden op de posities van individuele EU-lidstaten.

Afwijzingen van vergunningaanvragen voor wapenexport (waaronder die naar Turkije) worden bijgehouden in een vertrouwelijke online EU denial database. Alle EU-lidstaten zijn verplicht afgewezen vergunningaanvragen en de criteria waarop de aanvragen zijn afgewezen te registreren. Nederland hecht veel waarde aan de online database en heeft zich sterk ingezet voor de vorming daarvan.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat het gezien de toenemende escalaties vanuit Turkije richting Europa belangrijk is dat de Europese lidstaten gezamenlijk eenduidig Europees beleid ten aanzien van Turkije voeren zeker waar het risico’s betreft dat Europese wapens kunnen worden misbruikt voor oneigenlijke doeleinden? Zo ja, op welke wijze pakt u dit op korte termijn op in Europees verband?

Antwoord 4

Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van de leden Sjoerdsma en Servaes «Wapens en Principes. Ambities voor een geloofwaardig en geharmoniseerd wapenexportbeleid», streeft het kabinet binnen EU-Raadskader naar harmonisatie van het wapenexportbeleid. Tijdens discussies in Europees verband over wapenexport naar Turkije heeft Nederland aangegeven extra kritisch te toetsen op de criteria voor mensenrechten en intern conflict. Nederland riep daarmee andere EU-lidstaten op dit ook te doen. De beslissingen over vergunningaanvragen blijven echter, zoals vermeld in het antwoord op vraag 1, een nationale competentie. Het kabinet is geen voorstander van een unilateraal wapenembargo t.a.v. NAVO-bondgenoot Turkije. Uit de eerdergenoemde EU-besprekingen is daarnaast duidelijk gebleken dat er geen draagvlak is voor EU-brede wijzigingen in het wapenexportbeleid t.a.v. Turkije.

Vraag 5

Zijn er buiten de Europese lidstaten ook andere NAVO-bondgenoten die om dezelfde redenen terughoudend zijn geworden in wapenleveringen aan Turkije? Wat betekent de terughoudendheid in wapenexportleveringen aan Turkije voor de relatie met Turkije binnen het NAVO-bondgenootschap?

Antwoord 5

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1, is het uiteindelijk aan de staten zelf om al dan niet een vergunning toe te kennen. Dit geldt ook voor NAVO-bondgenoten die geen lid zijn van de EU. In hoeverre deze landen terughoudender zijn met betrekking tot het afgeven van wapenexportvergunningen aan Turkije is een aangelegenheid van hun nationale exportcontrole-autoriteiten. Het kabinet is van mening van Turkije een belangrijke bondgenoot binnen de NAVO is, mede in het licht van de vele veiligheidsdreigingen aan de zuidflank van het Bondgenootschap. Vraagstukken rondom wapenexportvergunningen hebben geen invloed op de samenwerking met Turkije binnen de NAVO.

Naar boven