Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over de conferentie georganiseerd
door een aan Hamas verbonden organisatie in Rotterdam (ingezonden 3 maart 2017).
Mededeling van Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 27 maart 2017).
Vraag 1
Zijn de Ministers ervan op de hoogte dat leiders van het Palestinian Return Centre,
die de conferentie in Rotterdam organiseren, in verbinding staan met de hoogste leiders
van Hamas, een organisatie die in Europa op de lijst van terroristische organisaties
staat?
Vraag 2
Weten de Ministers dat volgens de Verfassungsschutz Berlin het organiseren van deze
jaarlijkse conferentie de belangrijkste activiteit van Hamasaanhangers in de regio
Berlijn is?1 Zo ja, delen de Ministers deze analyse?
Vraag 3
Zijn de Ministers ervan op de hoogte dat volgens de Verfassungsschutz Berlin de Palestinian
Return Centre banden heeft met Hamas?
Vraag 4
Delen de Nederlandse Veiligheidsdiensten de analyse dat het Palestinian Return Centre
banden heeft met Hamas?
Vraag 5
Is het een bekend verschijnsel dat verboden terroristische organisaties gebruik maken
van dekmantelorganisaties die formeel niet in verband staan met de terroristische
organisatie, maar daar niettemin banden mee onderhouden?
Vraag 6
Kan de gemeente Rotterdam in het licht van de informatie van de Verfassungsschutz
Berlin, naar uw mening tot het oordeel komen, volgens een artikel in De Telegraaf2 op basis van advies van de NCTV, dat «...uit geen enkele bron is gebleken dat de
conferentie door Hamas wordt georganiseerd»? Kunnen de Ministers deze vraag niet slechts
beantwoorden door het geven van semantische of formele verschillen tussen de organisaties,
maar daarbij in acht nemen dat verboden terroristische organisaties gebruik kunnen
maken van legale organisaties?
Vraag 7
Zijn de Ministers er van op de hoogte dat de meeste EU-leden binnen ECOSOC, de VN-organisatie
voor NGO’s, in juni 2015 tegen het lidmaatschap van het Palestinian Return Centre
van deze VN-organisatie hebben gestemd (9 stemmen tegen, bij 2 onthoudingen)? Weten
de Ministers waarom geen van de EU-leden heeft ingestemd met het lidmaatschap van
het Palestinian Return Centre? Zo ja, wat waren de redenen daarvoor? Hebben deze redenen
invloed op het Nederlandse beleid ten aanzien van deze organisatie?
Vraag 8
Weten de Ministers waaraan het geld dat op deze conferentie ingezameld zal worden,
besteed gaat worden? Zijn de Ministers er zeker van dat dit geld niet ten goede komt
aan Hamas? Zo zij hier niet zeker van zijn, hoe gaan zij er voor zorg dragen dat het
ingezamelde geld niet ten goede komt aan de ondersteuning van deze terroristische
organisatie?
Vraag 9
Als het organiserende Palestinian Return Centre banden met Hamas onderhoudt, moet
de conferentie in Rotterdam dan niet worden verboden, aangezien Hamas op de Europese
lijst van terroristische organisaties staat? Zo niet, in welke gevallen zou u een
dergelijke conferentie, gehouden door een organisatie die banden met een verboden
terroristische organisatie onderhoudt, wel verbieden?
Mededeling
Op 3 maart 2017 heeft het lid Voordewind (ChristenUnie) aan de Ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie vragen gesteld over de
conferentie georganiseerd door een aan Hamas verbonden organisatie in Rotterdam (2017Z03480).
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, dat deze
Kamervragen niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord.
Reden hiervoor is dat de interdepartementale afstemming meer tijd vergt.
Beantwoording zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.
X Noot
2Maarten Ritman, «Woede doorgaan van conferentie», in De Telegraaf, 27-01-2017, p.14.