Vragen van het lid Maij (PvdA) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over gezinshereniging voor Surinaamse ouderen (ingezonden 23 februari 2017).

Mededeling van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 20 maart 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht over de zorgen van de vereniging Surinaamse Nederlanders met betrekking tot de barrières voor Surinaamse ouderen ten aanzien van gezinshereniging?1

Vraag 2

Welke signalen heeft u ontvangen over de moeilijkheden die deze ouderen ondervinden?

Vraag 3

Hoe beoordeelt u de effecten van de afschaffing van de regeling op 1 oktober 2012, die ruimte bood aan overgebleven alleenstaande ouderen waarvan alle kinderen in Nederland woonachtig zijn in het kader van gezinshereniging zich in Nederland te mogen vestigen, specifiek voor Surinaamse ouderen?

Vraag 4

Deelt u de mening dat, gezien de band met Suriname en het feit dat zij als Nederlands staatsburger zijn geboren, deze ouderen onevenredig benadeeld worden?

Vraag 5

Bent u bereid inzichtelijk te maken hoeveel Surinaamse ouderen een verzoek tot hereniging met hun kinderen hebben aangevraagd bij de Immigratie en naturalisatie Dienst? Zo nee, waarom niet? Wat is uw inschatting van de omvang van de groep Surinaamse ouderen die alleenstaand zijn en niet bij hun kinderen in Nederland kunnen verblijven? Zo ja, wanneer kunt u de Kamer hierover informeren?

Vraag 6

Ziet u een mogelijkheid deze regeling, specifiek voor Surinaamse ouderen, met dezelfde voorwaarden zoals deze eerder in de regeling zijn vastgelegd, te herroepen? Zo nee, waarom niet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Maij (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over gezinshereniging voor Surinaamse ouderen (ingezonden 23 februari 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven