Vragen van het lid Belhaj (D66) aan de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de omgang van Nederland met het seksueel misbruik van minderjarige jongens («bacha bazi») in Afghanistan (ingezonden 17 januari 2017).

Antwoord van Minister Hennis-Plasschaert (Defensie) en de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 14 maart 2017)

Vraag 1

Bent u bekend met de uitzending van Brandpunt van 20 december 2016, waarin aan het licht kwam dat Nederlandse militairen in Afghanistan tijdens de ISAF-missie geconfronteerd werden met seksueel misbruik van minderjarige jongens, het zogenaamde bacha bazi?1

Antwoord 1

Ja.2

Vraag 2 en 3

Klopt het dat Nederlandse militairen voor hun uitzending naar Afghanistan niet zijn ingelicht over dit fenomeen? Zo ja, waarom niet?

Welke afspraken zijn destijds gemaakt met betrekking tot de omgang met bacha bazi? Was er sprake van een protocol voor militairen of wat voor andere afspraken dan ook zodat militairen wisten hoe ze hier mee moesten omgaan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2 en 3

Zie ook de antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Hachchi (D66) en Eijsink (PvdA) over kindermisbruik in Afghanistan (aanhangsel van de Handelingen, nr. 324 van 19 oktober 2015). Bij de aanvang van coalitie-geleide operaties in Afghanistan in 2002 was Defensie niet bekend met het fenomeen «bacha bazi». Er werd toen geen aandacht aan geschonken in het opwerktraject. Toen de bekendheid van Defensie met «bacha bazi» toenam, is het onderwerp opgenomen in de lessen Cultural Awareness als onderdeel van de Missie Gerichte Instructie. Het verschijnsel is in de Nederlandse samenleving verwerpelijk en is aangemerkt als een binnen de Afghaanse samenleving zeer omstreden culturele eigenheid.

Er zijn geen specifieke richtlijnen of protocollen voor Nederlandse militairen hoe zij moeten handelen ten aanzien van «bacha bazi». Defensie ziet de confrontatie met dit verschijnsel als een moreel dilemma. Gedurende de loopbaan van de militair worden op diverse momenten trainingen gegeven over het omgaan met morele dilemma’s. Hierbij worden denkmodellen gehanteerd voor het nemen van weloverwogen beslissingen in ethische probleemsituaties, zoals het zogenoemde Ethisch Bewustwordingsmodel. De militair leert via deze modellen bewuster om te gaan met ethische dilemma’s en bovendien kan hij/zij achteraf zijn/haar beslissing verantwoorden.

Vraag 4

Welke afspraken zijn er momenteel voor de Nederlandse militairen en diplomaten die aanwezig zijn in Afghanistan en geconfronteerd worden met seksueel misbruik van minderjarige jongens? Is er sprake van een protocol, of zijn er wat voor andere afspraken of instructies dan ook over hoe hiermee om te gaan?

Antwoord 4

Nederlandse diplomaten en militairen bespreken mensenrechtenschendingen regelmatig met de Afghaanse autoriteiten. Als zij met concrete gevallen van «bacha bazi» worden geconfronteerd, maken zij daarvan melding bij de Afghaanse autoriteiten.

Vraag 5

Is er op enig moment sprake van geweest dat bacha bazi werd gepraktiseerd op Nederlandse bases, dan wel bases waar Nederlandse militairen actief waren of zijn?

Antwoord 5

Zie ook de antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Hachchi (D66) en Eijsink (PvdA) over kindermisbruik in Afghanistan (aanhangsel van de Handelingen, nr. 324 van 19 oktober 2015). «Bacha bazi» op Nederlandse of coalitiebases zou een overtreding zijn geweest van de voorschriften. Het is niet bekend of zich in het tijdvak van de Nederlandse deelname aan coalitie-operaties in Afghanistan een dergelijke overtreding heeft voorgedaan op bases waar Nederlandse militairen actief waren.

Vraag 6

Kunt u toelichten wat is gebeurd met meldingen van individuele militairen die het misbruik van minderjarige jongens hebben waargenomen, dan wel redelijke vermoedens daarvan hadden? Hoe vaak zijn zulk soort meldingen gedaan? Hoe vaak is er aan zulk soort meldingen opvolging gegeven? Klopt het dat deze meldingen weliswaar zijn gedaan, maar dat hier verder niets mee is gebeurd? Heeft er wel eens nader onderzoek plaatsgevonden? Zijn degenen die zich aan dit misbruik hebben schuldig gemaakt ooit vervolgd, of op zijn minst hierop officieel aangesproken? Kunt u zo volledig mogelijk zijn in uw antwoord?

Antwoord 6

Tijdens recent archiefonderzoek is één interne TFU-rapportage aangetroffen waaruit blijkt dat Nederlandse militairen op 14 september 2007 door lokale contacten zijn geïnformeerd over een verkrachting van een minderjarige jongen door een aantal Afghaanse politieagenten. Nederlandse militairen hebben op 15 september 2007 de in de regio bevelvoerend politiecommandant over dit voorval geïnformeerd en hem verzocht actie te nemen. De Afghaanse politiecommandant heeft destijds toegezegd het voorval te onderzoeken. Voor zover bekend, is in de periode 2006–2010 geen lid van de Afghan National Defense and Security Forcesaangeklaagd of vervolgd voor het misbruiken van minderjarige jongens.

Vraag 7

Welke wetgeving is op dit moment van kracht in Afghanistan als het gaat om het seksueel misbruik van minderjarigen? In hoeverre handelt de Afghaanse overheid, inclusief de Afghaanse veiligheidsdiensten, hier naar?

Antwoord 7

Strafrecht in Afghanistan verbiedt verkrachting en pederastie, maar er zijn geen (expliciete) bepalingen over «bacha bazi». Onder de huidige wet is alleen verkrachting van vrouwen en meisjes omschreven als verkrachting. Verkrachting van mannen of jongens wordt beschouwd als sodomie. Op korte termijn wordt het herziene wetboek van strafrecht verzonden aan het parlement. Het fenomeen «bacha bazi» wordt helaas niet expliciet genoemd en strafbaar gesteld in deze herziening.

Duidelijk is dat Afghanistan nog te weinig doet aan het bestrijden van «bacha bazi». De internationale gemeenschap spreekt Afghanistan daarom voortdurend aan op de bacha bazi-praktijk. In de VN komt kindermisbruik in Afghanistan aan de orde via de Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal voor kinderen in gewapende conflicten, die aan de Algemene Vergadering en aan de Veiligheidsraad rapporteert. Ook de EU zet zich hiervoor in, door bij Afghanistan aan te dringen op het doorvoeren van wetgeving die de praktijk van «bacha bazi» verbiedt.

Vraag 8

Bent u bereid op in overleg met de Afghaanse overheid aanvullende afspraken te maken om het misbruik van minderjarige jongens in Afghanistan strafbaar te stellen? Bent u tevens bereid om dit op te nemen in de trainingen die nu worden gegeven aan de Afghaanse veiligheidsdiensten, zodat zij er op worden gewezen dat dit gebruik ontoelaatbaar, verwerpelijk en zeer schadelijk is?

Antwoord 8

Mensenrechten zijn een belangrijk speerpunt van het Nederlands beleid in Afghanistan. Over kinderrechten wordt op regelmatige basis gesproken met de Afghaanse autoriteiten, bijvoorbeeld tijdens de EU-mensenrechtendialoog, meest recentelijk op 30 november 2016. Ook via Resolute Support wordt aandacht besteed aan mensenrechten bij het trainen en adviseren van de veiligheidsdiensten. Kinderrechten maken daar onderdeel van uit.


X Noot
1

«Bacha Bazi, de schaduwzijde van onze missie in Afghanistan», 20 december 2016, http://brandpunt.kro-ncrv.nl/reporter/bacha-bazi-de-schaduwzijde-van-onze-missie-in-afghanistan/.

X Noot
2

Zie ook:

– Michelle Schut en Eva van Baarle, «Dansjongens in de schijnwerpers. Een artikel over de praktijk van bacha bazi», Carré, maart 2014;

– Niels Veldhuizen, «Oorlog in mijn kop». Nieuw Amsterdam, 4 februari 2014;

Marco Kroon, «Danger Close». Uhb Uitgevers, 18 november 2013

Naar boven