Vragen van de leden Karabulut en Van Bommel (beiden SP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken over Noord-Koreaanse dwangarbeiders (ingezonden 23 januari 2017).

Mededeling van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 16 februari 2017).

Vraag 1

Klopt het dat er honderden Noord-Koreaanse dwangarbeiders werkzaam zijn op ten minste één scheepswerf van het bedrijf CRIST S.A. in Polen?1

Vraag 2

Zijn er, voor zover bekend, elders in Europa Noord-Koreaanse dwangarbeiders werkzaam?

Vraag 3

Waren of zijn er, voor zover bekend, ook dwangarbeiders uit Noord-Korea werkzaam in Nederland?

Vraag 4

Werden en worden er, naast NAVO-schepen, ook Nederlandse civiele schepen onderhouden op deze werf? Zo ja, was u op de hoogte van de dwangarbeid verricht door Noord-Koreanen op deze werf? Welke stappen heeft u genomen om deze misstand te beëindigen?

Vraag 5

Deelt u de mening dat dwangarbeid onacceptabel is en wanneer dit plaatsvindt op Europese bodem met alle mogelijke middelen bestreden moet worden? In hoeverre is dat in dit geval gebeurd?

Vraag 6

Kunt u aangeven welke internationale en Europese verdragen geschonden worden als gevolg van deze praktijk?

Vraag 7

Klopt het dat de dwangarbeiders vrijwel hun gehele salaris direct moeten afdragen aan de Noord-Koreaanse staat? Is bekend om welke geldhoeveelheden het gaat?2

Vraag 8

Erkent u dat er een risico bestaat dat dwangarbeiders gevoelige informatie omtrent de militaire schepen en technologie met de Noord-Koreaanse autoriteiten delen?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Karabulut en Van Bommel (beiden SP) van 23 januari 2017 over Noord-Koreaanse dwangarbeiders, met het oog op de benodigde interdepartementale afstemming, niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is.

Naar boven