Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het kwaliteitskader van de Raad voor de Kinderbescherming (ingezonden 12 januari 2017).

Antwoord van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 6 februari 2017).

Vraag 1

Bent u bekend met de wijzigingen in het kwaliteitskader van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) die in 2016 zijn aangebracht (ten opzichte van 2015)?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de voornaamste wijzigingen zijn ten opzichte van 2015, en de reden voor deze wijzigingen?

Antwoord 2

Aanleiding voor de herziening van het Kwaliteitskader 2015 is de introductie van de geregistreerde jeugdzorgwerkers en gedragsdeskundigen. Deze registratie houdt in dat medewerkers bij de RvdK werken volgens hun beroepsstandaard, de beroepscode en de richtlijnen. Hieraan is tuchtrecht gekoppeld.

Naast deze professionele standaard die richting geeft aan iedere professional bij de RvdK, beschrijft het kwaliteitskader wat de uitgangspunten zijn voor en zorgvuldigheidseisen aan het werk van de raadsmedewerker. Ouders en kinderen weten hiermee wat zij van de RvdK kunnen verwachten, naast wat zij van de professionele jeugdzorgwerker kunnen verwachten. Het kwaliteitskader 2016 geeft de professional de ruimte maatwerk te leveren binnen de grenzen van de beroepscode en het kader van de RvdK.

Ten slotte is er in het kwaliteitskader 2016 gekozen voor een kernachtige schrijfstijl. De hoofstukindeling is anders ingedeeld en sluit nu aan bij de chronologische volgorde van het raadsonderzoek waardoor het beter leesbaar en eenvoudiger te begrijpen is voor cliënten. Het kwaliteitskader is bovendien in omvang korter geworden en verwijst voor een aantal onderwerpen naar relevante documenten op de website van de RvdK.

Vraag 3

In hoeverre klopt het dat de aangebrachte wijzigingen hebben geleid tot een inkorting van de regels waaraan een rapportage moet voldoen, en dat deze wijzigingen voornamelijk in het voordeel van de RvdK zijn en niet in het voordeel van de ouders?

Antwoord 3

Het is niet juist dat de wijzigingen hebben geleid tot inkorting van de regels waaraan een rapportage moet voldoen.

Vraag 4

In hoeverre klopt het dat bepaalde zorgvuldigheidsbepalingen, die wel in de versie van 2015 stonden, in de versie van 2016 niet meer zijn opgenomen? Weet u waarom deze keuze is gemaakt?

Antwoord 4

Het klopt dat er bepalingen zijn gewijzigd ten opzichte van de versie van 2015. Het betreft wijzigingen in de bepaling van het multidisciplinair werken, de onderzoekstermijnen van het raadsonderzoek en de eindverantwoordelijkheid van de teamleider. In het kwaliteitskader 2016 staat de bepaling dat de RvdK faciliteert dat professionals werken volgens de kwaliteitseisen van hun beroepscode en de hierbij geldende richtlijnen jeugdhulp en verantwoorde werktoedeling. De RvdK werkt met geregistreerde jeugdzorgwerkers en geregistreerde gedragswetenschappers. De bepalingen in het nieuwe kader zijn mede zo geformuleerd om de professional, binnen zijn beroepscode, voldoende professionele ruimte te bieden; een uitgangspunt dat ook in de Jeugdwet is vastgelegd.

In het kwaliteitskader 2015 stond ten aanzien van multidisciplinair werken de bepaling dat in raadsonderzoeken bij iedere casus altijd een gedragsdeskundige betrokken moest worden. De wijziging betekent dat er voor de professional nu ruimte is om in iedere casus zelf een afweging te maken op grond van zijn professionele standaard om daar waar het nodig is een jurist en/of een gedragsdeskundige te betrekken. In iedere casus kunnen gedragsdeskundigen en juridisch deskundigen geconsulteerd worden.

Ten aanzien van de onderzoekstermijnen is in het kwaliteitskader 2016 opgenomen dat de RvdK bij aanvang van het onderzoek het kind en de ouders actief informeert over de verwachte duur van het onderzoek bij de start en gedurende het proces. Deze bepaling doet recht aan de ambitie van de RvdK om ieder kind op het juiste moment de juiste interventie te bieden in plaats van het hanteren en communiceren van standaard normtijden zoals in het kwaliteitskader 2015 het geval was.

De raadsonderzoeker voert het raadsonderzoek uit conform de beroepsstandaard en tekent hiervoor het rapport. De teamleider tekent namens de RvdK voor het besluit dat volgt uit het onderzoek.

Vraag 5

Bent u bereid samen met de RvdK te kijken naar een zorgvuldig kwaliteitskader dat zowel voor de Raad als voor ouders voldoende houvast geeft om recht te doen aan de kwaliteitsnorm (en inzichtelijkheid van het raadswerk), de rechtszekerheid en het op juiste wijze informeren van cliënten en raadsmedewerkers over de werkwijze van de Raad?

Antwoord 5

Het kwaliteitskader 2016 is tot stand gekomen met bijdragen vanuit verschillende functiegroepen, en gedragen door een breed samengestelde vertegenwoordiging vanuit de RvdK. Ook de Landelijke Cliënten Raad (LCR) van de RvdK is geconsulteerd. De LCR heeft in de consultatie aangegeven de aanpassingen als een verbetering te zien ten opzichte van het vorige kwaliteitskader.

Ik ben van mening dat hiermee is voldaan aan een zorgvuldige totstandkoming van het huidige kwaliteitskader.

Naar boven