Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over jong ouderschap (ingezonden 12 januari 2017).

Mededeling van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 februari 2017).

Vraag 1

Kunt u aangeven wat u gaat doen om gemeenten te helpen om de mogelijkheden die de decentralisatie biedt maximaal te benutten, nu blijkt dat veel gemeenten er onvoldoende in slagen om jonge ouders goede en integrale ondersteuning te bieden?1

Vraag 2

Wat gaat u doen om te voorkomen dat er nieuwe schotten bij komen in gemeenten, waardoor een mengelmoes aan regels dreigt te ontstaan voor hulp aan en ondersteuning van jonge ouders?

Vraag 3

Klopt het dat er gemeenten zijn die de regiobindingseis hanteren als het gaat om toelating tot de maatschappelijke opvang? Zo ja, kunt u aangeven wat u hier tegen gaat doen?

Vraag 4

Erkent u het probleem dat jonge ouders moeilijk toegang hebben tot geschikte huisvesting, onder andere door een laag inkomen of doordat gemeenten en woningcorporaties geen urgentie toekennen? Zo ja, bent u bereid om in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Aedes over de mogelijkheid om een richtlijn op te stellen waarmee tienermoeders een urgentieverklaring kunnen krijgen?

Vraag 5

Heeft u zicht op het aantal tienermoeders dat jaarlijks door gebrek aan huisvesting of het ontbreken van een sociaal netwerk in zeer schrijnende situaties terecht komt, zoals dakloosheid?

Vraag 6

Kunt u aangeven in hoeveel gevallen er in 2015 en 2016 sprake is geweest van uithuisplaatsing van een baby in verband met dakloosheid van de jonge moeder/ouders?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoeveel tienermoeders momenteel in een moeder-kind-voorziening verblijven?

Vraag 8

Kunt u aangeven hoe de in- en uitstroom van opvangvoorzieningen eruit zien? Heeft u hier cijfers van?

Vraag 9

Kunt u aangeven wat er vanuit het Ministerie van VWS wordt gedaan om er voor te zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar komen om de doorstroming vanuit (tienermoeder)opvang te garanderen?

Vraag 10

Is het u bekend dat bij specialistische organisaties, zoals Intermetzo, de administratieve lasten sterk zijn gegroeid, doordat zij met vele gemeenten afspraken moeten maken, en dat dit leidt tot wachtlijsten? Kunt u aangeven hoe lang deze wachtlijsten voor specialistische zorg zijn?

Vraag 11

Deelt u de mening dat het belangrijk is vooral te werken vanuit eigen kracht en preventief te werken, maar dit belemmerd wordt doordat er pas financiering is voor een hulpvraag als er een probleem is? Hoe gaat u gemeenten stimuleren om al over te gaan tot financiering/ondersteuning voordat er problemen ontstaan?

Vraag 12

Kunt u aangeven hoe de begeleiding van tienermoeders eruit ziet op het moment dat de baby al geboren is? Hoe wordt het volgen van onderwijs in combinatie met het opvoeden van een kind gestimuleerd? Bent u bereid om te onderzoeken hoeveel jonge zwangeren en tienermoeders geen startkwalificatie hebben?

Vraag 13

Bent u bereid om samen met VNG te onderzoeken of u vernieuwende initiatieven waarbij binnen de geboortezorg voor niet-medische zaken wordt samengewerkt met wijkteams (zoals in Zoetermeer en Delft gebeurt) kunt ondersteunen?

Vraag 14

Kunt u aangeven wanneer u in gesprek gaat met FIOM en Siriz over het signaal dat zij hebben afgegeven omtrent het inhoudelijk en financieel borgen van keuzehulpverlening?2 Kunt u de Kamer informeren over de uitkomst van het gesprek?

Mededeling

De vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.

De reden van het uitstel is dat voor de beantwoording van de Kamervragen nadere afstemming nodig is.

Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3301, antwoord 2

X Noot
2

Toezegging in brief d.d. 3 november jl., Kamerstuk 33 279, nr. 99

Naar boven