Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de eerdere en herhaalde bewering dat er geen waarschuwingen voor een RVU-heffing gevonden waren bij de Belastingdienst, terwijl er nu minstens drie aan het licht gekomen zijn (ingezonden 30 januari 2017).

Mededeling van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 1 februari 2017).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u aan de Kamer meedeelde dat u «... alle stukken met een formele status, een nota of een notitie of een memo of wat dan ook...» heeft doorzocht en daar geen waarschuwingen aantrof dat de reorganisatie van de belastingdienst als een verkapte VUT-regeling aangemerkt zou kunnen worden en dat dit zou kunnen leiden tot een RVU-heffing?1

Vraag 2

Klopt het dat u schat dat die RVU-heffing, een soort boete om verkapte VUT-regelingen zwaar te ontmoedigen, waarschijnlijk rond de € 170 miljoen gaat bedragen bij de vertrekregeling van de Belastingdienst?

Vraag 3

Herinnert u zich dat u aan de Kamer ook meedeelde: «Ik heb alle stukken uit DigiDoc, de hele formele stukkenstroom, blootgelegd en daarin tref ik geen waarschuwingen aan» en dat deze opmerkingen gingen over waarschuwingen dat de vertrekregeling bij de Belastingdienst zou kunnen leiden tot een RVU-heffing?2

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van het rapport «Onderzoek naar de besluitvormingsprocedures binnen de Belastingdienst», dat op 27 januari jl. verschenen is?

Vraag 5

Heeft u kennisgenomen van het feit dat in dat rapport beweerd wordt dat in

  • a. «Het verslag van de Raad van Bestuur (i.o.) van 31 augustus 2015»

  • b. «memo van DGBel van 13 november 2015, bestemd voor de leden van de Raad van Bestuur (i.o.)»,

  • c. «Het verslag van een vergadering op 16 november 2015 van de Raad van Bestuur (i.o.).»

  • d. Memo «Invulling VWNW beleid bij Belastingdienst»,

waarschuwingen zijn opgenomen over een RVU-heffing?

Vraag 6

Kunt u van elk van deze vier stukken aangeven of ze opgenomen zijn in Digidoc en of ze passen in uw definitie van «stukken met een formele status, een nota, of een notitie of wat dan ook»?

Vraag 7

Sinds wanneer bent u bekend met het feit dat er officiele stukken bestaan die waarschuwen voor een RVU-heffing?

Vraag 8

Sprak u de waarheid in de Kamer toen u zei dat u alle officiele stukken doorzocht had en geen waarschuwing gevonden had voor een RVU-heffing?

Vraag 9

Kunt u elk van deze drie stuken (a, b en c) onmiddellijk aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 10

Kunt u nogmaals heel zorgvuldig zoeken in DigiDoc naar stukken van voor 15 januari 2016 die de mogelijkheid tot een RVU-heffing bespreken en een volledige lijst aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 11

Herinnert u zich dat u deze uiterst curieuze passage aan de Kamer heeft geschreven afgelopen vrijdagavond: «Uit die emails wordt duidelijk dat binnen de Belastingdienst diverse medewerkers, waaronder ook leden van de Raad van Bestuur, op de hoogte waren van het risico op een RVU-heffing. Ook wordt in deze emails gesteld dat ik zou zijn geïnformeerd over de mogelijke fiscale gevolgen. Deze emails lijken te wijzen op een gesprek in november 2015, dat ook aan de orde komt in het vandaag verschenen rapport van de Commissie in de passage over het «memo-onder-de-arm». In mijn gesprek met de Commissie heb ik aangegeven dat ik mij herinner dat dit gesprek niet op basis van een memo heeft plaatsgevonden. Een gesprek over een RVU-heffing herinner ik mij niet.»?3

Vraag 12

Hoeveel emails van voor 15 januari 2016 heeft u gevonden, waarin over het risico van een RVU-heffing gesproken wordt? Kunt u daarvan een inventarisatielijst geven?

Vraag 13

Bent u bereid om, nu ik voor de vierde keer persisteer dat ik deze mail relevant vind, het openbaar ter beschikking stellen van deze mails als een verzoek conform artikel 68 van de Grondwet voor te leggen aan de ministerraad, omdat alleen de ministerraad kan besluiten of het belang van de staat in het spel is en daarom het toezenden van deze mails kan weigeren?

Vraag 14

Kunt u de uitkomst van dit artikel 68-verzoek binnen twee weken aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 15

Hoeveel mensen stellen in hun mails dat u op de hoogte was van de mogelijkheid van een RVU-heffing? Kunt u van elke van deze waarschuwingen de datum geven en de functie van de persoon?

Vraag 16

Wanneer heeft het gesprek plaatsgevonden waaraan u refereert in de passage onder vraag 11 en wie waren er aanwezig bij dat overleg?

Vraag 17

Heeft iemand een formeel of informeel gespreksverslag gemaakt van dat gesprek of persoonlijke aantekeningen of wat voor een soort notulen dan ook? Zo ja, kunt u die dan met de Kamer delen?

Vraag 18

Vindt u zelf dat u de Kamer correct, tijdig en volledig heeft ingelicht over de vertrekregeling en de (mogelijke) RVU-heffing?

Vraag 19

Indien u voor het vorige antwoord meer dan twee letters nodig had, kunt u dan aangeven op welke punten u de Kamer niet tijdig, niet correct en/of niet volledig geïnformeerd heeft?

Vraag 20

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden en wel vóór dinsdag 31 januari 13.30 uur, zodat de documenten betrokken kunnen worden bij de besluitvorming in de Kamer over de regeling van werkzaamheden die dag?

Mededeling

De vragen van het lid Omtzigt van het CDA, met kenmerk 2017Z01304, zullen tegelijkertijd met de beantwoording van de door de vaste commissie voor Financiën gestelde schriftelijke vragen naar aanleiding van het rapport van de Commissie onderzoek Belastingdienst worden beantwoord.


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 317

X Noot
2

Idem

X Noot
3

Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de vertrekregeling voor ambtenaren, 2017D02640, van 27 januari 2017

Naar boven