Vragen van het lid Bashir (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het terugbetalen van een toeslagschuld na scheiding (ingezonden 16 december 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Wiebes (Financiën) (ontvangen 31 januari 2017).

Vraag 1

Klopt het dat alleen de aanvrager van toeslagen door de Belastingdienst wordt benaderd met de vraag om toeslagen terug te betalen? Kunt u uitleggen waarom dit het geval is?

Antwoord 1

Ja. In artikel 26 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) is namelijk bepaald dat de belanghebbende (lees: de aanvrager) de terugvordering in zijn geheel verschuldigd is. Uitgangspunt is dat als partners gezamenlijk aanspraak hebben, de toeslag uitsluitend wordt toegekend aan de aanvrager, zoals ook verwoord in artikel 14, tweede lid, van de Awir. Deze aanvrager is daarna aanspreekpunt voor de Belastingdienst, ook voor een eventuele terugvordering. De keuze voor wie aanvrager is, werkt dus hier in door.

Vraag 2

Deelt u de mening dat dit tot problemen kan leiden, bijvoorbeeld in situaties waarin een ex-partner niet wenst mee te betalen? Was u op de hoogte van deze problematiek?

Antwoord 2

Bij het indienen van de aanvraag voor een toeslag gaat de aanvrager er mee akkoord dat hij zelf verantwoordelijk is voor het geheel voldoen van een eventuele terugvordering. Indien de (ex-)partner later niet wenst mee te betalen aan het voldoen van een toeslagschuld is dat een aangelegenheid tussen de aanvrager en een (ex-)partner onderling. Dit kan vervelend zijn, maar de Belastingdienst staat daar buiten.

Vraag 3

Is het u bekend in hoeveel gevallen ex-partners niet wensen mee te betalen wanneer er een toeslagschuld bestaat?

Antwoord 3

Nee, dat is mij niet bekend.

Vraag 4 en 5

Welke (eventueel juridische) middelen heeft de aanvrager van een toeslag om een ex-partner te laten bijdragen aan het oplossen van een toeslagschuld?

Ziet u een mogelijke oplossing voor dit probleem? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4 en 5

Zoals in het antwoord op vraag 1 aangegeven is de aanvrager van de toeslag gehouden de toeslagschuld te voldoen. De (ex-)partner is op grond van de Awir hoofdelijk aansprakelijk voor de toeslagschuld, hetgeen inhoudt dat hij persoonlijk door de Belastingdienst kan worden aangesproken op het voldoen van de schuld. Deze wettelijke mogelijkheid is niet bedoeld om onderlinge verrekeningen tussen (ex-)partners recht te trekken, maar om te voorkomen dat de toeslagschuld niet volledig zou worden voldaan omdat de aanvrager onvoldoende middelen heeft, terwijl er wel voldoende middelen aanwezig zijn bij de (ex-)partner. De Belastingdienst kan dan besluiten om deze (ex-)partner aan te schrijven. Voordat de Belastingdienst echter de vordering ook daadwerkelijk kan innen bij de

(ex-)partner, moet een proces van aansprakelijk stelling doorlopen worden. Dat gebeurt in de praktijk waar nodig. Als de aanvrager de schuld voldoet, komt de vordering van de Belastingdienst te vervallen en vervalt daarmee ook de hoofdelijke aansprakelijkheid van de (ex-)partner. De aanvrager heeft de juridische mogelijkheid deze betaling te verhalen op de (ex-)partner. Hiervoor kent het burgerlijk recht het zogenoemde regresrecht: het recht om terug te vorderen wat betaald is voor een ander, bij voorbeeld voor een hoofdelijke medeschuldenaar.

Naar boven