Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat jongeren op basis van huidskleur of afkomst veelvuldig worden geweerd aan de deur in het uitgaansleven (ingezonden 30 november 2016).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 24 januari 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 818.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het de uitzending van Undercover in Nederland van 27 november waarin duidelijk wordt dat jongeren op basis van huidskleur of afkomst veelvuldig worden geweerd aan de deur in het uitgaansleven?1

Antwoord 1

Het komt helaas nog steeds voor dat een club of discotheek mensen weigert vanwege hun etnische afkomst of huidskleur. Dit is volstrekt onacceptabel en hier mogen we ons niet bij neerleggen. Discriminatie is strafbaar en daders moeten worden aangepakt.

Vraag 2 & 4

Deelt u de conclusie dat in gang gezette maatregelen om horecadiscriminatie te voorkomen nog niet het beoogde doel hebben bereikt? Zo ja, wat is hier de oorzaak van? Zo nee, waarom niet?

Hoe vaak is sinds het lanceren van de brochure «Aanpak horecadiscriminatie door de gemeente, een handreiking voor de aanpak van discriminatie in de horeca met gebruik van bestuursrechtelijke middelen» bij aantoonbare discriminatie gebruik gemaakt van de voorgestelde maatregelen ten aanzien van de horecagelegenheden: stap 1: een gesprek, stap 2: een officiële waarschuwing, stap 3: het opstellen van een dossier, stap 4: een tijdelijke ontheffing, stap 5: tijdelijke intrekking van vergunningen of sluiting en stap 6: definitieve intrekking van de vergunning dan wel sluiting?

Antwoord 2 & 4

Gemeenten dragen verantwoordelijkheid voor een effectief beleid tegen horecadiscriminatie. Zij geven hieraan op verschillende wijze uitvoering, bijvoorbeeld door het instellen van een panel deurbeleid, de inzet van campagnes, bestuursrechtelijke maatregelen of anderszins. Er is geen landelijk onderzoek verricht naar de impact van diverse lokaal in gang gezette maatregelen om horecadiscriminatie te voorkomen. Er is in 2014 wel geconcludeerd dat gemeenten weinig gebruik maken van bestuursrechtelijke maatregelen. Daarom heeft het Ministerie van SZW, in nauwe samenwerking met het College voor de Rechten van de Mens, de VNG, Koninklijke Horeca Nederland en de gemeente Rotterdam in 2014 een handreiking ter ondersteuning van gemeenten ontwikkeld2. Medio 2017, wanneer de handreiking twee jaar in omloop is, zal onder meer in gesprek met de VNG, de ADV’s en gemeenten gesproken worden over de effectiviteit van de gemeentelijke aanpak van horecadiscriminatie. Hoe vaak de gemeenten van de in de handreiking voorgestelde bestuurlijke middelen gebruik hebben gemaakt, is nog niet onderzocht.

Vraag 5

Is er sinds de start van de campagne «Zet een streep door discriminatie» in september 2015 een stijging van het aantal meldingen van discriminatie in het uitgaansleven merkbaar? Zo ja, wat doet u met deze gegevens?

Antwoord 5

Daarvoor zijn nog onvoldoende cijfers. De meest recente landelijke cijfers zijn over 2015. 3 De campagne «Zet een streep door discriminatie» is van start gegaan in september 2015.

Vraag 3 & 6

Bent bereid om de uitkomsten van het onderzoek van Undercover in Nederland te bespreken en te evalueren met lokale burgemeesters en wethouders?

Welke acties heeft u sinds het van start gaan van deze campagne ondernomen om discriminatie in het uitgaansleven te bespreken met brancheorganisaties en welke afspraken zijn hieruit voortgekomen?

Antwoord 3 & 6

De lokale aanpak van discriminatie staat in het Nationaal actieprogramma tegen discriminatie als één van de hoofdpijlers centraal. In dat kader wordt er door de Minister van BZK een algemene handreiking voor gemeenten opgesteld ter ondersteuning van de preventie en bestrijding van discriminatie. Ook worden er periodieke overleggen gevoerd vanuit de rijksoverheid met onder meer de G4 en de VNG. Binnen deze lokale aanpak zal ook expliciet aandacht worden gegeven aan de bestrijding van horecadiscriminatie. De casus Undercover in Nederland zal ook worden besproken in relatie met de gesprekken zoals aangegeven in antwoord 2 ten behoeve van de evaluatie die medio 2017 zal plaatsvinden.

Vraag 7 & 8

Is u bekend in hoeveel gemeentes het deurbeleid wordt onderzocht door middel van mystery guests?

Bent u bereid een tussenmeting te maken over de omvang van discriminatie in het uitgaansleven op basis van gegevens van politie, Antidiscriminatiebureaus (ADB's), Panels deurbeleid en gemeenten?

Antwoord 7 & 8

In hoeveel gemeenten het deurbeleid wordt onderzocht door middel van mystery guests is niet bekend. Uit het rapport kerncijfers 2015 van Radar blijkt dat het aantal klachten over discriminatie in de horeca daalt sinds 2011.4 In 2015 werden er door Radar 164 klachten ontvangen van horecadiscriminatie waarvan er 92 meldingen waren van horecadiscriminatie op basis van ras. Het is onduidelijk of lokale initiatieven, zoals Panel Deurbeleid, ertoe hebben geleid dat er minder gediscrimineerd wordt aan de deur van horecagelegenheden. Zoals ik heb gemeld in de brief van 22 augustus 2016 in antwoord op de Kamervragen van het lid Marcouch (PvdA) over «het antiracisme advies van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) (ingezonden 10 juni 2016)»5, zal ik het onderzoek naar ervaren discriminatie dat ik in 2014 heb gedaan weer herhalen. In dit onderzoek wordt ook de ervaren discriminatie bij het krijgen van toegang tot horeca- en uitgaansgelegenheden meegenomen. Dit periodieke onderzoek vindt plaats om een volledig beeld te krijgen t.a.v. het voorkomen van discriminatie naast het overzicht op basis van meldingen en aangiftes. Ook zal er medio 2017 een evaluatie van de aanpak van horecadiscriminatie plaatsvinden.

Naar boven