Vragen van het lid Schut-Welkzijn (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «UWV verbaasd over ingrijpen Asscher» (ingezonden 12 november 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 17 december 2015)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «UWV verbaasd over ingrijpen Asscher»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat, zoals in dit artikel staat, 25.000 mensen wachten op een herbeoordeling en 47.000 mensen op een re-integratietraject?

Antwoord 2

Zoals ik uw Kamer in mijn brief van 30 oktober 2015 heb gemeld, heeft UWV op dit moment een achterstand ter grootte van 11.500 herbeoordelingen. Dit betreffen uitsluitend professionele herbeoordelingen. Het cijfer van 25.000 zoals gemeld in het artikel betreft deze achterstand inclusief een werkvoorraad die bedrijfsmatig gebruikelijk is.

Bij de activering van WGA-gerechtigden ligt het anders. UWV moet scherp prioriteren voor wie zij welke middelen en capaciteit inzet. Daarbij is de keuze gemaakt om mensen van wie de inschatting is dat zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, niet actief te bemiddelen of te re-integreren, maar hen in beeld te houden en bij wijzigingen in de persoonlijke situatie alsnog met hen aan de slag te gaan. Het getal van circa 46.000 ziet op de WGA-gerechtigden in deze categorie.

Vraag 3

Klopt het ook dat in 2016 9.000 mensen moeten worden her beoordeeld volgens de vijfdejaarstoets wat oploopt tot 2019 tot 12.000 mensen? Zo ja, wat zijn hiervan de gevolgen?

Antwoord 3

Ik heb in mijn brief beschreven welk beleid ten grondslag ligt aan het zoveel mogelijk activeren van WGA-gerechtigden. De vijfdejaarstoets is bedoeld om het systeem van activering, met de herbeoordeling als belangrijk instrument, sluitend te maken. Het aantal uit te voeren vijfdejaarstoetsen correspondeert met het aantal mensen dat geen actieve re-integratiebegeleiding of herbeoordeling hebben gehad. UWV prognosticeert momenteel voor de komende jaren het aantal herbeoordelingen dat als gevolg van de vijfdejaarstoetsen moet worden uitgevoerd. In mijn toegezegde plan van aanpak neem ik de vijfdejaarstoets mee en geef ik aan hoe de achterstanden, inclusief de vijfdejaarstoets, kunnen worden weggewerkt. Wat betreft de cijfers, deze herken ik als aantallen die binnen de divisie Sociaal-Medische Zaken van UWV circuleren. Zoals u eerder medegedeeld, heb ik geen cijfers over de vijfdejaarstoets opgenomen in de brief aan uw Kamer, omdat deze met grote onzekerheid zijn omgeven en UWV deze cijfers niet heeft bevestigd.

Vraag 4

Klopt het dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) jaarlijks 60.000 herbeoordelingen zou moeten uitvoeren, maar dat er maar 40.000 herbeoordelingen mogelijk zijn?

Antwoord 4

Het aantal uit te voeren herbeoordelingen fluctueert jaarlijks. Zoals uit de cijfers in mijn brief van 30 oktober jl. blijkt, prognosticeert UWV in 2016 dat circa 60.000 herbeoordelingen uitgevoerd moeten worden. Het betreft de totale input van 2016 en de verwachte achterstand eind 2016 tezamen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventuele herbeoordelingen als gevolg van de vijfdejaars toets. Aan de andere kant geldt een beperking op het aantal herbeoordelingen dat UWV kan uitvoeren. Hierbij spelen onder meer het uitvoeringsbudget en de artsencapaciteit een rol. In 2016 zijn dit er circa 36.100 binnen de bestaande kaders waarop het aantal uit te voeren herbeoordelingen gebaseerd wordt. Ik kom in januari 2016 bij de stand van zaken over aanpak achterstanden en in maart 2016 in het integrale plan van aanpak terug op de maatregelen die getroffen worden om hier evenwicht in aan te brengen. In afwachting daarvan worden op dit moment alle mogelijke maatregelen te genomen om de tekorten zo snel mogelijk terug te dringen.

Vraag 5

Hoe verhoudt dit zich met de uitvoering van de wettelijke taak tot het rechtmatig verstrekken van de WIA-uitkering, waar een herbeoordeling voor nodig is?

Antwoord 5

UWV laat bij de inzet van capaciteit van verzekeringsartsen de vraaggestuurde herbeoordeling prevaleren. De voorrangspositie van vraaggestuurde herbeoordelingen komt voort uit de plicht die de WGA-gerechtigde heeft om wijzigingen in zijn persoonlijke en gezondheidssituatie door te geven. Wanneer deze wijzigingen tot gevolg hebben dat de rechtspositie en inkomenspositie van de uitkeringsgerechtigde verandert, kan dit uitsluitend met een herbeoordeling worden vastgesteld of gestaafd. In geval van de professionele herbeoordeling heeft de verzekeringsarts een inschatting gemaakt over de termijn waarbinnen herstel of verbetering mogelijk te verwachten is. Deze termijn is in termen van rechtmatigheid niet hard. Het gaat immers om een voorspelling van de arts dat de situatie mogelijkerwijs gewijzigd zou kunnen zijn.

De rechtmatigheid van de uitvoering van het herbeoordelingsbeleid terzijde, vind ik het onwenselijk dat de professionele herbeoordelingen door de voorrangspositie van vraaggestuurde herbeoordelingen in het gedrang komen. Met uw Kamer vind ik dat UWV in staat moet worden gesteld om alle herbeoordelingen te verrichten binnen een acceptabele termijn. Het doel is mensen niet langer dan noodzakelijk in een uitkeringssituatie te houden. Wanneer ze kunnen werken, moet dat worden geconstateerd. Voor vraaggestuurde herbeoordelingen is dat nu reeds het geval, voor professionele herbeoordelingen is dit gezien de achterstanden steeds minder het geval. Zoals toegezegd presenteer ik uw Kamer in maart een plan van aanpak hoe de achterstanden weg te werken zijn en vraag naar en productie van herbeoordelingen structureel in evenwicht te krijgen.


X Noot
1

Trouw, 11 november 2015

Naar boven