Vragen van het lid Klein (Klein) aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de Nationale ombudsman te kennen heeft gegeven dat zijns inziens burgers, die hun boetes niet kunnen betalen omdat ze te krap bij kas zitten, onterecht van hun vrijheid worden beroofd (ingezonden 18 november 2015).

Mededeling van Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 10 december 2015)

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat de Nationale ombudsman zich negatief heeft uitgelaten over de praktijk in Nederland om burgers die hun boetes niet kunnen betalen van hun vrijheid te beroven, het zogenaamde gijzelen?

Vraag 2

Wat is uw reactie op dit bericht en op de stellingname van de Nationale ombudsman in dezen?

Vraag 3

Deelt u de conclusie dat er beter niet gegijzeld kan worden?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat het probleem veel beter eerder aangepakt moet worden, dat wil zeggen dat het veel beter is oog te hebben voor de persoonlijke omstandigheden van mensen en dat het vruchtbaarder is om eerder te beginnen met het aanbieden van een persoonlijk betalingstraject of schuldsaneringsprogramma?

Vraag 5

Wat kost een gemiddelde gijzeling de staatskas?

Vraag 6

Kunt u zich voorstellen dat het middel hier zijn doel voorbij schiet?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Klein (Klein) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht dat de Nationale ombudsman te kennen heeft gegeven dat zijns inziens burgers, die hun boetes niet kunnen betalen omdat ze te krap bij kas zitten, onterecht van hun vrijheid worden beroofd (ingezonden 18 november 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven