Vragen van de leden Visser en Lodders (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken inzake het bericht «Uitleg over discardban» (ingezonden 25 november 2015).

Antwoord van Staatssecretaris van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 10 december 2015)

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Uitleg over discardban»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat vindt u van het feit dat per 1 januari 2016 de aanlandplicht gaat gelden voor de kottervloot, terwijl er nog veel vragen en onduidelijkheden leven binnen de visserijsector?

Wat is uw reactie op de uitspraken van de woordvoerder van de Nederlandse Voedsel- en Warendienst (NVWA), die stelt dat de nieuwe regelgeving ten aanzien van de aanlandplicht allemaal niet zo ingewikkeld is? Hoe ziet u deze reactie in het licht van de vragen en zorgen die nog steeds leven binnen de visserijsector?

Antwoord 2 en 3

Zoals door mij aangegeven tijdens de Begrotingsbehandeling op 2 en 3 december jl. is er met het afgesproken stappenplan duidelijkheid over de gevonden rek en ruimte bij de invoer van de aanlandplicht en geeft dit vissers de ruimte en tijd om zich aan te passen en werkenderwijs ervaring op te doen met de aanlandplicht. Door middel van voorlichtingsbijeenkomsten en informatie op rijksoverheid.nl zijn vissers hierover nader geïnformeerd.

Vraag 4, 5, 6, 7 en 8

Hoe duidt u de uitspraak van de NVWA-woordvoerder: «Strategieën geven wij -uiteraard- vooraf niet prijs»?2

Wat vindt u van deze uitspraak van de woordvoerder van de NVWA nu de visserijsector aangeeft te willen voldoen aan de gestelde eisen, maar dat niet duidelijk is hoe, en dat de sector daarover graag in overleg wil treden met onder meer de NVWA?

Wat vindt u van deze uitspraken van de NVWA-woordvoerder in het licht van het eigen uitgangspunt van de NVWA, «zacht waar het kan, hard waar het moet»?3

Vindt u dat de NVWA zich hier als een «deskundige gesprekspartner»4 opstelt ten aanzien van deze welwillende ondernemers?

Deelt u de mening dat een dergelijke opstelling van de NVWA niet past bij de dienstverlenende overheid en bij het eigen credo «zacht waar het kan, hard waar het moet», en geen recht doet aan welwillende ondernemers bij wie er vragen leven?

Antwoord 4, 5, 6, 7 en 8

De NVWA heeft van Visserijnieuws vragen voorgelegd gekregen over de handhaving. De woordvoerder van de NVWA heeft geantwoord dat per 1 januari 2016 de nieuwe regelgeving van kracht wordt en dat de NVWA toeziet op de naleving ervan door de sector. Voor de regelgeving en de aanlandplicht heeft hij verwezen naar de wetgever, zijnde mijn ministerie. Ook heeft hij gewezen op de geplande voorlichtingsbijeenkomsten met de sector.

Bij de handhavingsstrategie gaat het om de inzet van schepen, luchtsurveillance of anderszins, om de wijze van inspecteren en om het ontwikkelen van controletools om te bepalen of vissers zich aan de voorschriften houden. Het is niet gebruikelijk dat hierover vooraf informatie wordt verstrekt. Het gehele maatregelenpakket van de NVWA is van toepassing, inclusief het «Hard-waar-het-moet traject».

Sinds de totstandkoming van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserij Beleid eind 2013 is het ministerie in overleg met de sector over de implementatie van de aanlandplicht. Ook de NVWA participeert actief in deze overleggen. De NVWA houdt ook bilateraal overleggen met de sector over problemen in de uitvoering van regelgeving en toont zich hiermee een professionele gesprekspartner.

Vraag 9

Kunt u deze vragen vóór het Algemeen overleg NVWA voorzien op 10 december a.s. beantwoorden?

Antwoord 9

Ja.


X Noot
1

«Uitleg over de discardban», Visserijnieuws, 20 november 2015.

X Noot
2

Ibid.

X Noot
4

Ibid.

Naar boven