Vragen van het lid Merkies (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat
bank geen zicht had op klant met verhoogd risicoprofiel (ingezonden 6 november 2015).
Antwoord van Minister Dijsselbloem (Financiën) (ontvangen 27 november 2015).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel: Bank had geen zicht op klant met «verhoogd
risicoprofiel»?1
Vraag 2, 3, 4, 8 en 9
Bij 21 van de 26 door de Dubai Financial Services Authority (DFSA) onderzochte dossiers
bleek ABN AMRO niet te weten waar de rijkdommen van klanten vandaan kwamen; was u
ervan op de hoogte dat zaken stelselmatig misgingen bij ABN AMRO Dubai?
Was u ervan op de hoogte dat een vervolgonderzoek door de bank, naar de herkomst van
het vermogen van de klanten bij ABN AMRO Dubai in veel gevallen uitbleef?
Kunt u bevestigen dat men bij ABN AMRO Dubai alarmsignalen over ongebruikelijke transacties
onder het kleed probeerde te vegen, in sommige gevallen met «valse informatie?
Wat vindt u van de, klaarblijkelijk, stelselmatige wanpraktijken bij ABN AMRO Dubai
waarbij ongedateerde blanco handelsformulieren vooraf alvast waren voorzien van alle
benodigde goedkeurende handtekeningen ten behoeve van cliënten van het ABN AMRO-kantoor
in Dubai?
Vindt u dat er slechts sprake was van incidenten en onregelmatigheden of was er wel
degelijk sprake van stelselmatige praktijken?
Antwoord 2, 3, 4, 8 en 9
Uit de ingestelde onderzoeken is inderdaad gebleken dat binnen kantoor Dubai sprake
was van tekortkomingen bij de uitvoering van geldende regels en procedures, onder
meer met betrekking tot de herkomst van vermogen en transactiemonitoring. Tevens is
inderdaad gebleken dat binnen kantoor Dubai sprake was van enkele ongedateerde blanco
handelsformulieren, hetgeen in strijd is met de geldende interne regels. Het ging
hierbij om een beperkt aantal formulieren voor drie klanten. Uit deze onderzoeken
zijn geen concrete aanwijzingen voor stelselmatige misstanden gekomen. Over de uitkomsten
van de door DNB en DFSA ingestelde onderzoeken en de inmiddels door de bank zelf getroffen
verbetermaatregelen heb ik u op 3 november jl. geïnformeerd.
Vraag 5
Wat is uw reactie op het feit dat ten minste twee «politically exposed persons» deel
bleken uit te maken van het klantenbestand van ABN AMRO?
Antwoord 5
Politiek prominente personen (ook wel politically exposed persons of PEPs) kunnen
klant zijn van een bank. Dat is niet verboden. Het is wel zo dat PEPs die niet in
Nederland wonen of niet de Nederlandse nationaliteit hebben, ingevolge de Nederlandse
anti-witwasregelgeving, worden gezien als hoger risico. Dat betekent dat een bank
verscherpt cliëntenonderzoek moet verrichten. Uit informatie van ABN AMRO blijkt dat
de bank dit ook doet. Dit verscherpt cliëntenonderzoek houdt onder meer in dat de
beslissing tot het aangaan van de cliëntrelatie met de PEP expliciet wordt goedgekeurd
door personen die daartoe door de instelling zijn gemachtigd, dat op risico gebaseerde
en adequate maatregelen worden getroffen om de bron van het vermogen van de PEP en
de fondsen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden vast te stellen,
en dat doorlopend controle wordt uitgeoefend op de zakelijke relatie met de PEP. Zoals
ABN AMRO in haar brief van 3 november jl heeft toegelicht, heeft de bank inmiddels
diverse verbetermaatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat kantoor Dubai voortaan
de geldende regels en procedures adequaat naleeft.
Vraag 6
Is De Nederlandsche Bank (DNB) op de hoogte om welke personen het gaat?
Vraag 7
Kunt u met zekerheid zeggen dat er nu geen «politically exposed persons» meer zijn
die deel uitmaken van het klantenbestand van ABN AMRO?
Antwoord 7
Het is ABN AMRO niet toegestaan om informatie over specifieke klanten te verstrekken.
Vraag 10
Waarom maakt DNB niet net als de toezichthouder van Dubai het boetebesluit openbaar?
Kan DNB het binnen de wettelijke mogelijkheden wel openbaar maken indien zij daarvoor
zou kiezen?
Antwoord 11
Vanwege een geheimhoudingsplicht ten aanzien van toezichthoudersinformatie kan DNB
het boetebesluit niet kenbaar maken aan anderen dan, in dit geval, ABN AMRO. In de
Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is openbaarmaking
van het boetebesluit niet geregeld.
Vraag 11
Bent u bereid zich ervoor in te zetten dat het boetebesluit openbaar wordt gemaakt?
Antwoord 11
De vierde anti-witwasrichtlijn bevat bepalingen omtrent de openbaarmaking van boetebesluiten.
Deze richtlijn moet per juni 2017 zijn omgezet in nationaal recht. Het kabinet maakt
zich er sterk voor om die omzetting op tijd te realiseren. Tot die tijd geldt de Wwft
in zijn huidige vorm en worden boetebesluiten op grond van de Wwft niet openbaar gemaakt.