Vragen van het lid TenBroeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Syrië nog steeds over chemische wapens beschikt (ingezonden 28 juli 2015).

Antwoord van Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 september 2015)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Mission to Purge Syria of Chemical Weapons Comes Up Short», waarin wordt beweerd dat Assad een deel van zijn chemischewapenarsenaal heeft verborgen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat het Syrische leger nog over de meest dodelijke zenuwgassen beschikt? Betreft het materiaal dat, verwijzend naar uw antwoorden op eerdere vragen over het Syrische chemischewapenarsenaal2, had moeten worden aangegeven bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens? Zo ja, hoe heeft Syrië dit materiaal voor de inspecteurs kunnen verbergen?

Antwoord 2

Het kabinet beschikt niet over informatie die de berichten dat het Syrische leger nog over zenuwgassen zou beschikken bevestigt. Conform het Verdrag Chemische Wapens vormt de aangifte van een Partijstaat doet de basis voor de ontmanteling. De aangifte en de vernietiging zijn de verantwoordelijkheid van de betreffende Partijstaat. De OPCW verifieert en inspecteert.

Een team van experts van de OPCW (het Declaration Assessment Team, DAT) overlegt met de Syrische autoriteiten over geconstateerde onduidelijkheden en discrepanties in de Syrische aangifte en adviseert over aanvullingen en verbeteringen. Syrië heeft toegezegd een aanvulling op zijn Initial Declaration te zullen uitbrengen. Naar verwachting zal deze aanvulling op de Syrische Initial Declaration in oktober 2015 uitgebracht worden.

De door de OPCW ingestelde Fact Finding Mission heeft vorig jaar vastgesteld dat er chemische wapens, waarschijnlijk chloorgas, zijn ingezet in Syrië. Op 7 augustus heeft de VN Veiligheidsraad besloten een onderzoek in te stellen naar de personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor deze aanvallen (VR Resolutie 2235). De besprekingen over de Terms of Reference van dit «Joint Investigative Mechanism» vinden momenteel plaats in New York. Het is belangrijk dat het JIM zo snel mogelijk met zijn onderzoek begint.

Vraag 3

Is het terecht om te stellen dat de inspanningen om het Syrische chemischewapenarsenaal te vernietigen, indien deze berichten kloppen, tevergeefs zijn geweest?

Antwoord 3

In het kader van de ontmanteling van het Syrische chemische wapenprogramma is 1.300 ton aan chemicaliën en precursoren vernietigd. Tevens is gespecialiseerde apparatuur en materiaal onklaar gemaakt en zijn productiefaciliteiten vernietigd. Er is dus geen sprake van vergeefse inspanningen. Integendeel, dit is een uniek voorbeeld van internationale samenwerking op het gebied van ontwapening.

Vraag 4 en 5

Hoe kijkt u terug op de ontwapeningsmissie, temeer gezien de gulle Nederlandse bijdrage aan de totstandkoming ervan?

Bent u bereid de Kamer in het licht van de Nederlandse bijdrage te zijner tijd een evaluatie van de missie te doen toekomen?

Antwoord 4 en 5

Alhoewel de ontmanteling van het Syrische chemische-wapenprogramma nog niet geheel is afgerond, kan deze missie, die onder zeer moeilijke omstandigheden van burgeroorlog plaatsvond, als een groot succes worden beschouwd. Binnen ongeveer een jaar is het gedeclareerde wapenarsenaal uit Syrië verwijderd en reeds grotendeels in derde landen vernietigd. Andere bezitterstaten hebben de bij het Verdrag Chemische Wapens voorgeschreven termijn voor vernietiging geruime tijd overschreden. De buitengewone omstandigheden waaronder Syrië is toegetreden tot de OPCW vereisten buitengewone maatregelen. Nederland heeft, tezamen met partners, zijn verantwoordelijkheid genomen als Partij bij het Verdrag Chemische Wapens en als gastland van de OPCW. De OPCW heeft voor zijn activiteiten m.b.t. Syrië van 27 donoren ruim € 55 miljoen Euro ontvangen. Daarnaast hebben meerdere landen belangrijke bijdragen in natura geleverd, zoals transport- en vernietigingscapaciteit voor de chemicaliën. De Nederlandse bijdrage bedroeg € 1,5 miljoen. Daarnaast heeft Nederland in 2013 een zelfde bedrag aan de Verenigde Naties gegeven als bijdrage in de kosten van de Joint UN-OPCW mission onder leiding van Sigrid Kaag.

Binnen de OPCW worden momenteel plannen ontwikkeld over de wijze waarop de organisatie en de betrokken staten lessen uit de ontwapeningsmissie kunnen trekken. Ik ben bereid de resultaten van deze evaluatie te zijner tijd met de Kamer te delen.


X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1050

Naar boven