Vragen van het lid Schut-Welkzijn (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht: Artsen: 150.000 onterechte uitkeringen (ingezonden 21 augustus 2015).

Antwoord van Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 22 september 2015).

Vraag 1

Kent u het bericht in Trouw waarin keuringsartsen aangeven dat menig afgekeurde in tien jaar geen arts ziet?1

Antwoord 1

Ja, ik ken het bericht.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat 150.000 mensen ten onrechte een WGA-uitkering krijgen, omdat ze niet herbeoordeeld worden?

Hoe gaat u voorkomen dat dit leidt tot een groeiende groep arbeidsongeschikten die vastzitten in de uitkering, terwijl ze eigenlijk zouden kunnen werken?

Antwoord 2 en 3

UWV heeft in nauwe afstemming met mijn ministerie afspraken gemaakt over een nieuw (her)beoordelingsbeleid UWV. Dit beleid is per 1 januari 2011 ingevoerd. Uitgangspunt van dit herbeoordelingsbeleid is dat een langdurige uitkeringssituatie die niet gericht is op participatie slechts voor een zeer beperkte groep van toepassing is (IVA, duurzaam geen arbeidsvermogen).

Participatie staat voorop. Dit betekent dat voor iedereen die arbeidsmogelijkheden heeft, wordt ingezet op het benutten van de mogelijkheden. Dit betekent het volgende:

  • Voor iedere nieuwe WIA-gerechtigde die op het moment van beoordeling medisch gezien geen arbeidsmogelijkheden heeft maar die in de toekomst wel te verwachten zijn, wordt een herbeoordeling ingepland (hierbij wordt uitgegaan van het redelijkerwijs te verwachten verloop van het herstel). De verzekeringsarts plant in de toekomst een herbeoordeling waarin hij onderzoekt of de verwachte verbeteringen ook daadwerkelijk zijn uitgekomen. De uitkomst kan leiden tot een nieuwe indeling in de IVA of WGA, of beëindiging van de uitkering. Dit zijn de professionele herbeoordelingen.

  • Daarnaast is er de vraaggestuurde herbeoordeling, dit zijn beoordelingen op verzoek van verzekerde, werkgever, verzekeraar. Verzekerden zijn verplicht om elke wijziging die kan leiden tot een andere indeling in de WGA of IVA te melden bij het UWV. Doorgaans zijn dit aanvragen die stellen dat arbeidsongeschiktheid is toegenomen.

  • Voor de overige arbeidsongeschiktheidswetten voert UWV alleen herbeoordelingen uit als de klant daarom verzoekt.

Deze invulling van het herbeoordelingsbeleid zorgt ervoor dat alleen herbeoordelingen plaatsvinden op die momenten dat dit het meest zinvol is. Dit is vanuit het oogpunt van effectieve inzet van overheidsgeld wenselijk. In de discussie over herbeoordeling is het van belang om de effectiviteit mee te wegen. Ik vind dat in het huidige herbeoordelingsbeleid van het UWV een goede balans is gevonden. Het genoemde getal van 150.000 arbeidsongeschikten die geschikt kunnen worden verklaard als zij maar herbeoordeeld zouden worden, herken ik absoluut niet. Ook het UWV herkent dit cijfer op geen enkele wijze. Er zou hier gedoeld kunnen worden op mogelijk arbeidspotentieel onder de ontvangers van alle arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (dit zijn er ongeveer 800.000). Het grootste deel van deze 800.000 betreft echter nog altijd WAO-uitkeringsgerechtigden. In de beleidsdoorlichting artikel 3 begroting SZW over arbeidsongeschiktheid die ik op 15 december 2014 aan de Tweede Kamer heb gestuurd (Kamerstukken 2014–2015, 30 982, nr. 18) staat al aangegeven, dat er onder ontvangers van de WAO weinig meer arbeidspotentieel zal zijn dan nu al is vastgesteld, en dat met name de begeleiding naar werk (de businesscase UWV) naar verwachting veel meer zal kosten dan het opbrengt, zodat ik heb besloten om de pilot die in de businesscase UWV was voorgesteld niet uit te voeren.

Vraag 4

Wilt u deze vragen uiterlijk een week voor de behandeling van de initiatiefnota «Activering uit Arbeidsongeschiktheid» (gepland op 28 september 2015) beantwoorden?2

Antwoord 4

Ja.


X Noot
1

Trouw, 20 augustus 2015

X Noot
2

Kamerstuk 33 770

Naar boven