Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Trajectcontrole A2 levert 48 miljoen aan boetes op» (ingezonden 20 augustus 2015).

Antwoord van Minister Schultz van Haegen – Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 17 november 2015)

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het bericht «Trajectcontrole A2 levert 48 miljoen aan boetes op»1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat er mis gaat op de A2, nu blijkbaar 31% van de boetes op dat wegvak wordt geïncasseerd?

Antwoord 2

Slechts een zeer klein deel van de automobilisten op dit traject begaat een overtreding aangezien circa 98% van de automobilisten zich houdt aan de maximumsnelheid.

Dat er op grond van de trajectcontrole op de A2 relatief gezien meer boetes worden uitgeschreven dan op andere snelwegen past bij de uitzonderlijk hoge verkeersintensiteit van het traject tussen Amsterdam en Utrecht en het beperkte aantal trajectcontroles dat in 2014 actief was (in 2014 stonden een aantal trajectcontrolesystemen uit vanwege de vervanging van de systemen).

Vraag 3

Deelt u de mening dat het corrigerende effect van beboeten niet aanwezig is wanneer er zoveel overtredingen worden begaan?

Antwoord 3

Zoals ik in het vorige antwoord heb aangegeven, komt het hoge aantal overtredingen dat op de A2 wordt geconstateerd door het grote verkeersaanbod op dit traject. Het aantal overtredingen van de snelheidslimiet ligt op de A2 met circa 2% van de passerende voertuigen een stuk lager dan het aantal geconstateerde overtredingen bij een gemiddelde incidentele verkeerscontrole langs de snelweg. Hieruit kan worden afgeleid dat een trajectcontrolesysteem een positief effect heeft op de naleving van de maximumsnelheid op het betreffende traject.

Vraag 4

Kunt u aangeven of bijstelling van de snelheidsregels op het betreffende wegvak in het verschiet ligt, of welke andere acties u van plan bent te ondernemen?

Antwoord 4

In mijn brief van 9 september 2013 heb ik aangegeven dat ik verwacht dat op termijn, met uitzondering van trajecten waar de veiligheid een verhoging belemmert, op een groot deel van de A2 de maximumsnelheid naar 130 km/h kan worden verhoogd. Het tempo waarin dat mogelijk is wordt bepaald door de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de geluidproductie. Jaarlijks bezie ik, zoals aangegeven in mijn brief van 23 april 20142, op welke autosnelwegen de maximumsnelheid kan worden verhoogd.

Zoals ik in de behandeling van mijn begroting heb aangegeven wacht ik op een besluit van de rechtbank Midden – Nederland inzake de verhoging van de snelheid op het deel Vinkeveen – Maarssen, voordat ik een besluit neem over verdere harmonisering van de snelheid op het betreffende wegvak. Ik informeer uw Kamer dit jaar over de mogelijkheden die er zijn op de A2.

Vraag 5

Deelt u de mening dat de toegestane snelheid afgestemd dient te zijn op het wegbeeld (met name de breedte en het aantal rijbanen) en dat de wisselende maximumsnelheden op de weg tot verwarring leiden?

Antwoord 5

Het heeft inderdaad de voorkeur dat wegbeeld en maximumsnelheid zo veel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Derhalve geldt dan ook op 98% van het snelwegennet een maximumsnelheid van 100km/h of hoger. Wet- en regelgeving op het gebied van verkeersveiligheid en milieu zijn uiteindelijk bepalend voor het vaststellen van de maximumsnelheid. Om die reden kan op wegen met twee rijstroken een hogere snelheidslimiet gelden dan op een weg met drie of vier rijstroken.

De aanduiding van de maximumsnelheid op het hoofdwegennet is met grote zorgvuldigheid gekozen, alle snelheidsovergangen worden sinds 2012 aangeduid met borden met een zwarte achtergrond. Tevens zijn het afgelopen jaar de hectometerbordjes om de kilometer voorzien van een snelheidsaanduiding.

Het snelhedenbeleid is er op gericht om op steeds meer trajecten de maximumsnelheid te verhogen waardoor er steeds langere trajecten ontstaan met één maximumsnelheid.

Naar boven