Vragen van de leden Lodders en Ziengs (beiden VVD) aan de Minister en Staatssecretaris van Economische Zaken naar aanleiding van een werkbezoek aan een pluimveeslachterij op 19 oktober 2015 (ingezonden 21 oktober 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 11 november 2015).

Vraag 1

Bent u bekend met het verzoek van de firma 2 Sisters Storteboom B.V. en de Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) (namens de pluimveesector) aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om op 26 december (tweede kerstdag) en/of op zondag 27 december de slachterijen te kunnen laten draaien?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 t/m 8

Bent u op de hoogte van het feit dat de NVWA geen toestemming geeft om de slachterijen op 26 en/of 27 december te laten draaien? Wat vindt u hiervan?

Wat vindt u van het feit dat de NVWA niet mee wil werken aan een dergelijk verzoek vanuit de sector? Past deze houding bij een organisatie die in haar ambitie en missie spreekt van het zijn van «een toezichthouder, maar ook samenwerkingspartner»? Op welke wijze wordt de rol van samenwerkingspartner ingevuld?

Kunt u aangeven waarop de afwijzing van het verzoek door de NVWA is gebaseerd? Welke grondslag heeft de afwijzing?

Bent u bekend met het feit dat supermarkten tijdens de feestdagen, zoals de kerstdagen, steeds vaker geopend zijn? Bent u bekend met het feit dat in 2014 maar liefst tweehonderd supermarkten op eerste kerstdag geopend waren? En dat dit ruim twee keer zoveel was in vergelijking met het jaar 2013? En dat op tweede kerstdag nog meer supermarkten hun deuren openen? Bent u op de hoogte van het feit dat supermarkten hun verse producten toch willen inkopen, en bij het handhaven van het negatieve besluit van de NVWA aangewezen zijn op inkoop vanuit andere landen? Wat vindt u daarvan?

Past het negatieve oordeel van de NVWA op bovenstaand verzoek in een tijd waarin het consumentengedrag verandert en supermarkten hierop inspelen? Zo ja, kunt u dit onderbouwen, en zo nee, welke actie gaat u ondernemen om dit soort voorbeelden naar de toekomst toe uit te bannen?

Bent u bereid om dit besluit van de NVWA terug te draaien? Zo nee, waarom niet?

Bent u bekend met het feit dat de aanvraag vanuit de sector reeds twee en een halve maand geleden is voorgelegd aan het hoofdkantoor van de NVWA? En dat hier tot driemaal toe op gerappelleerd is, maar geen reactie is vernomen tot 19 oktober jl.? Past deze werkwijze van de NVWA (waar men heel goed weet dat een eindproduct eerst drie weken in een broederij verblijft om vervolgens 42 dagen, of langer bij een traag groeiend concept, op een pluimveebedrijf te verblijven alvorens het geslacht kan worden) bij een rol als toezichthouder en samenwerkingspartner in een keten waarbij met levende dieren wordt gewerkt?

Antwoord 2 t/m 8

De NVWA zal eenmalig voor pluimveeslachterijen toestaan om aanvragen voor keuringen op zaterdag 26 december (Tweede Kerstdag) in te dienen. De aanvraag geldt voor één locatie per concern en 1 shift. Om toch zoveel mogelijk capaciteit aan dierenartsen te behouden voor de keuringen op gewone slachtdagen, is als voorwaarde bepaald dat niet op donderdag 24 december in de middag en avond geslacht zal worden. Daarbij gelden voor het overige de gebruikelijke voorwaarden uit het Planningskader van de NVWA. Na afloop zal dit worden geëvalueerd. De pluimveesector (NEPLUVI) en de pluimveeslachterijen die een aanvraag hebben ingediend zijn hierover geïnformeerd.

Vraag 9

Bent u bekend met het feit dat als enkele slachterijen op tweede kerstdag of op zondag 27 december open gaan, dit voor duizend mensen werk betekent, er per slachterij slechts één toezichthouder nodig is en het maar om een beperkt aantal slachterijen gaat?

Antwoord 9

Ja, het is mij bekend dat een besluit tot openstelling op deze dag(en) gevolgen heeft voor het bedrijf en het personeel, maar ook voor de toezichthouder NVWA.

Vraag 10

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de implementatie van het verbeterplan?

Antwoord 10

Ik verwijs u hiervoor naar de derde voortgangsrapportage NVWA (Kamerstuk 33 835, nr. 17), die op 16 oktober jl. aan uw Kamer is gestuurd.

Vraag 11

Bent u bekend met een voorval binnen één van de slachterijen, waarbij tweehonderd man personeel moesten wachten op een NVWA-keuringsarts die zich verslapen heeft? Bent u ermee bekend dat de schade die de slachterij hierbij oploopt, wordt afgedaan als bedrijfsrisico voor de ondernemer, terwijl er een afspraak met NEPLUVI is gemaakt dat de schade die hierdoor ontstaat (tenminste de uren die de tweehonderd man moeten wachten), wordt vergoed? Wat vindt u hiervan?

Antwoord 11

In het planningskader (https://www.nvwa.nl/onderwerpen/toezicht-nvwa-dier/dossier/planningskader-veterinaire-keuringen-nvwa/algemene-uitgangspunten-planningskader-nvwa) zijn een aantal algemene uitgangspunten opgenomen, waaronder dat het ingeplande tijdstip bij benadering wordt gegeven. De NVWA houdt hiervoor een marge aan. Binnen deze marge betreft het een bedrijfsrisico, buiten deze marge is het risico voor de NVWA. Als een bedrijf schade lijdt door verwijtbaar handelen van de NVWA, kan zij hiervoor via de geëigende wegen een schadeclaim indienen bij de NVWA. Indien de klacht wordt erkend, wordt de klager de gelegenheid gegeven om bewijsstukken van de schade aan te leveren. De NVWA bepaalt dan de hoogte van de schade. Indien men het oneens blijft (met het afwijzen van de klacht of de hoogte van de vergoeding) kan een civiele procedure gestart worden.

Vraag 12

Welke stappen gaat u op beide punten (afwijzing verzoek en ondernemingsrisico) ondernemen? En op welke wijze gaat u dit richting de sector rechtzetten?

Antwoord 12

Zie mijn antwoorden op de vragen 2 t/m 8 en 11.

Vraag 13

Bent u bereid de sector zo spoedig mogelijk te informeren en deze vragen voorafgaand aan het Algemeen Overleg NVWA op 1 december a.s. te beantwoorden?

Antwoord 13

Ja.

Naar boven