Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van Bommel (SP), Tellegen (VVD), Van der Staaij (SGP), Oskam (CDA) en Marcouch (PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een hooggeplaatst lid van ISIS onderweg zou zijn naar Nederland of Duitsland (ingezonden 4 november 2015).

Antwoord van Minister van der Steur (Veiligheid en Justitie) mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 november 2015).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een hooggeplaatst ISIS-lid1 onderweg zou zijn naar Nederland of Duitsland, zoals ook vandaag is aangegeven door Abu Mohammed van de organisatie «Raqqa is being slaughtered silently» tijdens een bijeenkomst in de Tweede Kamer en het bericht uit de Volkskrant van 4 november?2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u met zekerheid stellen dat dit bericht «lijkt te slaan op een ouder en breder circulerend en terugkerend bericht» zoals de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid vandaag stelt in de Volkskrant? Op welke wijze is dit bericht door de inlichtingendiensten, al dan niet in samenspraak met de Duitse inlichtingendiensten, inhoudelijk onderzocht?

Antwoord 2

De woorden «lijkt te slaan» van de NCTV zijn juist. Dit bericht vertoont inderdaad sterke overeenkomsten met eerdere berichten in de media over een operative (handlanger/ uitvoerder) van ISIS die onderweg zou zijn naar Europa. Vanzelfsprekend is er doorlopend grote oplettendheid bij de diensten en hun partners om eventuele pogingen tot inreizen te onderkennen. Het kabinet kan in het openbaar geen mededelingen doen over de aard van onderzoek door de diensten.

Vraag 3

Bent u bereid deze vragen vandaag (zo nodig vertrouwelijk), maar in ieder geval vóór het plenair debat van 5 november a.s. over de uitkomsten van de Europese top van 15 en 16 oktober jl., over de JBZ-raad op 9 november 2015 en over de inzet voor de migratietop van 11 en 12 november 2015 te beantwoorden?

Antwoord 3

Ja.

Naar boven