Vragen van de leden Kooiman (SP), Volp (PvdA) en Bergkamp (D66) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat personeel monddood wordt gemaakt in de vrouwenopvang (ingezonden 6 oktober 2015).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 november 2015) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 370

Vraag 1, 2, 3 en 4

Wat is uw reactie op het bericht dat «medewerkers in de vrouwenopvang Heemskerk monddood worden gemaakt»? Kunt u uw antwoord toelichten?1

Hoe oordeelt u over de signalen dat deze opvang niet alleen onveilig is voor vrouwen, maar zeker ook voor personeel? Kunt u uw antwoord toelichten?

Hoe beoordeelt u deze signalen in het licht van eerdere signalen die de vrouwen hebben afgegeven? Kunt u uw antwoord toelichten?2

Is het waar dat, sinds medewerkers ontslagen zijn, er minder en lager geschoold personeel werkzaam is in Heemskerk? Vindt u dit wenselijk? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 1, 2, 3 en 4

Voor de beantwoording van deze vragen heb ik informatie ingewonnen bij de gemeente Haarlem en de BlijfGroep. De situatie die in het Noord-Hollands Dagblad van 3 oktober jongstleden wordt beschreven gaat over de periode 2012/2013.

Uit navraag blijkt dat deze instelling HBO-geschoolde maatschappelijk werkers in dienst heeft ten behoeve van de hulpverlening. Dit beleid is niet gewijzigd de afgelopen jaren. Voor de locatie Heemskerk is niet bezuinigd op de formatie.

De centrumgemeenten vrouwenopvang dragen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit (inclusief veiligheid) van de voorzieningen en het toezicht daarop. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) bevat een basisnorm voor kwaliteit die zowel gemeenten als instellingen bindt. Het is aan de gemeenteraad om deze nader te concretiseren in aan de voorzieningen te stellen eisen. Het personeelsbeleid van de vrouwenopvang Heemskerk is primair een zaak van de werkgever en de gemeente Haarlem. Het is niet aan mij om daar op dit moment een oordeel over te hebben. Op grond van de brief van de Inspecteur van de Arbeidsinspectie uit 2014 (zie onder 5) heb ik geen aanleiding om te veronderstellen dat de locatie onveilig is voor het personeel. Voor wat betreft de veiligheid van cliënten loopt een onafhankelijk onderzoek waarover ik u eerder uitgebreid bericht heb. Het is dan ook nog te vroeg om daarover conclusies te kunnen trekken.

Vraag 5

Bent u bereid de Inspectie SZW onderzoek te laten doen naar de arbeidsomstandigheden in Heemskerk? Zo nee, waarom niet?3

Antwoord 5

Ik zie hiertoe thans geen aanleiding, omdat dit al is gebeurd. In 2011 en 2014 heeft de Arbeidsinspectie een bezoek gebracht aan diverse locaties van de BlijfGroep, waaronder de locatie in Heemskerk. De Inspecteur geeft in haar brief van 10 juli 2014 aan dat ze een positieve indruk heeft van de zorg die besteed wordt aan de arbeidsomstandigheden en dat ze geen overtredingen heeft kunnen constateren.

Vraag 6

Wat is de stand van zaken in Heemskerk? Zijn de misstanden inmiddels opgelost? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

Zoals ik uw Kamer heb geantwoord (Kamerstukken II, 2015/2016, Aanhangsel 104) naar aanleiding van Kamervragen van de leden Kooiman en Karabulut (beiden SP) heeft de gemeente Haarlem naar aanleiding van de berichten onmiddellijk een spoedinspectie laten uitvoeren door de GGD Kennemerland. De hoofdconclusie van deze inspectie was, dat de schoonmaak op de locatie ontoereikend en onder de norm was. Deze conclusie was echter niet redengevend om de betreffende locatie ongeschikt te verklaren voor de opvang. Met GGD, Blijf Groep en ambtenaren van de gemeente Haarlem zijn afspraken gemaakt over een verbeterplan. Met Blijf Groep zijn concrete afspraken gemaakt om de hygiëne te verbeteren. Tevens is een tijdspad voor de te realiseren verbeteringen afgesproken. De GGD zal in opdracht van de gemeente een eindinspectie uitvoeren.

Daarnaast is er in opdracht van het bestuur van de gemeente Haarlem een onafhankelijk onderzoek naar de mogelijke misstanden gestart. Dit loopt nog.

Vraag 7

Kunt u de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek naar de misstanden in Heemskerk de Kamer doen toekomen, tezamen met een reactie op dit rapport?

Antwoord 7

Ja, dit heb ik ook toegezegd in het Algemeen Overleg met uw Kamer over geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA)/ kindermishandeling van 24 september jongstleden. Naar verwachting is het onafhankelijke onderzoek in november gereed. De uitkomsten zullen samen met een reactie daarop worden meegezonden met de voortgangsrapportage GIA, die in december van dit jaar naar de Kamer gaat.


X Noot
1

«Personeel monddood gemaakt», NHdagblad 3 oktober 2015

X Noot
2

Aanhangsel van de handelingen, Vergaderjaar 2015–2016 nr. 104

X Noot
3

Aanhangsel van de handelingen, Vergaderjaar 2015–2016 nr. 104

Naar boven