Vragen van de leden Volp en Bouwmeester (beiden PvdA) aan de Ministers van Veiligheid
en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Kinderarts
Radboudumc opgepakt voor kinderporno» (ingezonden 7 oktober 2015).
Mededeling van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 29 oktober 2015)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving omtrent de kinderarts van het Radboudumc
die is opgepakt voor kinderporno1 en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen van hetzelfde lid over een voor
het bezit van kinderporno veroordeelde psychiater die werkte met misbruikte patiënten?2
Vraag 2
Bevat het genoemde bericht feitelijke onjuistheden? Zo ja, welke zijn dat?
Vraag 3
Klopt het dat de ouders van kinderen die de afgelopen jaren op de betreffende afdeling
zijn behandeld, een brief krijgen? Waren alle ouders (en kinderen) al op de hoogte
gebracht voordat het nieuws in de media kwam? Zo nee, hoe beoordeelt u dat?
Vraag 4
Wordt aan de ouders van kinderen die de afgelopen jaren op de betreffende afdeling
zijn behandeld en die kinderen zelf ook slachtofferhulp aangeboden? Zo ja, op welke
manier? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Geeft de aard van het aangetroffen beeldmateriaal naar de huidige stand van het onderzoek
inderdaad geen aanleiding om te veronderstellen dat patiënten rechtstreeks slachtoffer
zijn geworden? Zo ja, acht u het uitgesloten of zeer onwaarschijnlijk dat de arts
slachtoffers onder zijn patiënten heeft gemaakt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Is er bij de sollicitatie van de kinderarts een verklaring omtrent gedrag gevraagd?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, mag dan worden aangenomen dat de arts op dat moment geen
voor zijn beroep relevante strafbare feiten op zijn naam had staan?
Vraag 7
Is deze kinderarts eerder aangehouden dan wel veroordeeld voor een zedenmisdrijf?
Zo ja, hoe kon deze man het beroep van kinderarts beoefenen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het Openbaar Ministerie (OM) bij een verdenking van een voor
het beroep van de verdachte relevant strafbaar feit de werkgever of de Inspectie voor
de Gezondheidszorg (IGZ) daarvan op de hoogte zou moeten kunnen stellen en in voorkomende
gevallen, zoals in het geval van een kinderarts die met kinderporno in verband wordt
gebracht, zou moeten stellen? Zo ja, waarom en hoe verhoudt zich dat tot de huidige
praktijk? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Wat is de stand van zaken van het aanscherpen van het samenwerkingprotocol tussen
de IGZ en het OM met betrekking tot het uitwisselen van gegevens in het geval een
werknemer in de zorg verdacht wordt van een voor het beroep relevant strafbaar feit?
Vraag 10
Heeft u inmiddels zicht op de knelpunten die er in de praktijk en wet- en regelgeving
bestaan ten aanzien van de informatie-uitwisseling over strafbare feiten of veroordelingen
door zorgverleners kunnen bestaan? Zo ja, wat is de stand van zaken dienaangaande?
Zo nee, waarom nog steeds niet?
Vraag 11
Acht u het nodig dat de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) of de Aanwijzing
Wjsg meer mogelijkheden moeten gaan bieden over informatieuitwisseling over strafbare
feiten of veroordelingen naar werkgevers toe? Zo ja, waarom en op welke wijze gaat
u hier vorm aan geven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Hoe vaak heeft de IGZ de laatste drie jaar «in het geval zij weet heeft dat een beroepsbeoefenaar
strafrechtelijk is veroordeeld voor kinderporno in de privésfeer, of dat dergelijke
feiten anderszins zijn komen vast te staan, de tuchtrechter om een oordeel gevraagd»?
Acht u de rol en de positie van de tuchtrechter afdoende om te voorkomen dat iemand
met een voor het beroep relevant strafbaar feit toch daarin werkzaam blijft? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet en welke gevolgen verbindt u daaraan?
Vraag 13
Hoe vaak heeft de strafrechter de laatste drie jaar beroepsverboden opgelegd aan werkenden
in de zorg?
Mededeling
Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dat de schriftelijke vragen van de leden Volp en Bouwmeester (beiden PvdA) over het
bericht «Kinderarts Radboudumc opgepakt voor kinderporno» (ingezonden 7 oktober 2015)
niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet
alle benodigde informatie ontvangen is.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
2Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014–2015, nr. 1574