Vragen van het lid VanTongeren (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Milieu over het uitblijven van een Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval (ingezonden 2 september 2015).

Antwoord van Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 18 september 2015).

Vraag 1

Klopt het dat de regering uiterlijk 23 augustus jongstleden een Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval moest indienen bij de Europese Commissie?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Heeft u uitstel aangevraagd voor het indienen van een Nationaal Programma? Zo ja, waarom?

Antwoord 2

De diverse ondersteunende studies en een zorgvuldige afstemming namen meer tijd in beslag dan vooraf was voorzien. De Europese Commissie is op de hoogte gesteld van de vertraging van het nationale programma radioactief afval. Zo kan er voldoende tijd genomen worden voor de inspraak.

Vraag 3

Als de Europese Commissie uitstel verleent, wanneer moet dan het Nationaal Programma worden ingediend?

Antwoord 3

Het nationale programma radioactief afval zal aan de Europese Commissie worden aangeboden nadat dit programma voor inspraak ter inzage heeft gelegen, de Tweede Kamer is geïnformeerd en ik het programma heb vastgesteld.

Vraag 4

Wanneer wilt u het conceptprogramma ter consultatie voorleggen aan het publiek?

Antwoord 4

Het ontwerp nationale programma radioactief afval wordt dit najaar ter inzage gelegd voor inspraak voor het publiek.

Vraag 5

Onderschrijft u de stelling met betrekking tot radioactief afval dat we «geen onnodige lasten mogen doorschuiven naar toekomstige generaties», zoals het projectplan uit 2013 stelt?1

Antwoord 5

Ja.

Vraag 6

Hoe verhoudt uw voornemen om de eindberging pas in 2100 uit te voeren zich hiermee?

Antwoord 6

Op dit moment wordt het radioactieve afval in Nederland veilig en centraal opgeslagen in speciaal daarvoor ontworpen gebouwen bij de Centrale Organisatie Voor radioactief Afval (COVRA) in Zeeland. De geschatte kosten voor het realiseren van een eindberging worden door COVRA middels haar tarieven en bijdragen-stelsel doorberekend aan de aanbieders van afval volgens het principe van «de vervuiler betaalt». Een deel van de tarieven wordt belegd, zodat dit gedurende de periode van bovengrondse opslag kan renderen. Het doel is om hiermee de kosten te dekken voor het voorbereiden, aanleggen, exploiteren en sluiten van een geologische eindberging na de periode van bovengrondse opslag.

Vraag 7

Hoeveel geld bevat het Waarborgfonds Eindberging en hoe ontwikkelt dit bedrag zich?

Antwoord 7

Het Waarborgfonds Eindberging bedraagt per 31 december 2014 € 68 miljoen (het Waarborgfonds Eindberging 2015 wordt nog gemuteerd door onder meer bijdragen van Urenco en EPZ). De afgelopen jaren blijft het behaalde rendement achter bij de gestelde doelen. Hierover wordt momenteel overleg gevoerd tussen COVRA en de aandeelhouder, het Ministerie van Financiën, die reeds heeft aangegeven hierop terug te komen.

Vraag 8

Hoeveel geld is naar verwachting nodig voor de eindberging?

Antwoord 8

De kosten voor het voorbereiden, aanleggen, exploiteren en sluiten van een geologische eindberging worden op circa € 2 miljard geschat. In het huidige onderzoeksprogramma OPERA wordt deze kostenschatting geactualiseerd.

Vraag 9

Hoe wordt gewaarborgd dat het Waarborgfonds genoeg geld bevat voor de eindberging?

Antwoord 9

Zie antwoord 6.


X Noot
1

«Projectplan verkennende studie naar de lange termijn beheeropties voor radioactief afval en verbruikte splijtstoffen» d.d. 8 oktober 2013.

Naar boven